Card |
---|
id | Stofbalans |
---|
label | Stofbalans |
---|
|
Column |
---|
| Alle inkomende en uitgaande stofstromen moeten vooraf aan de KRW-Verkenner worden opgegeven. De benodigde gegevens zijn te verkrijgen uit verschillende databronnen, zoals: - Meetgegevens van het te beschrijven watersysteem
- Landelijke databases (bijvoorbeeld de Emissieregistratie)
- Modelstudies (bijvoorbeeld ANIMO)
Omdat deze databronnen met onzekerheden omgeven zijn, is een goede analyse van de beschikbare data nodig voordat er begonnen wordt met het vullen van de KRW-Verkenner. Voorafgaand aan het oplossen van de stofbalans, heeft de KRW-Verkenner al een waterbalans opgelost omdat de waterbalans een belangrijke input bron is voor de stofbalans. De water- en stofafvoer uit een bovenstrooms segment wordt als invoer gebruikt door een benedenstrooms segment en het bovenstrooms segment beïnvloedt daarmee dus de stofconcentratie van het benedenstrooms segment. In principe kan de KRW-Verkenner alle stoffen doorrekenen, maar standaard zijn er vier stoffen opgenomen: totaal stikstof, totaal fosfaat, chloride en het biologisch zuurstofverbruik (BZV). Deze vier stoffen zijn nodig voor de ecologische module en kunnen daarom niet worden gewijzigd. De KRW-Verkenner maakt, net als de waterbalans, gebruik van een steady state oplossing. Dat wil zeggen dat voor een rekeneenheid (SWU of Basin) het volgende geldt: Image Added Waar M staat voor massa (g), Qin voor instromende debieten (m3/s), Qout voor uitstromende debieten (m3/s), Cin voor stofconcentraties van het instromende debiet (g/m3), C voor de stofconcentratie in het segment, V voor het volume van het segment (m3) en k de afbraakconstante van een stof (1/d). De afbraakconstante kan per stof worden opgegeven en kan temperatuurafhankelijk worden gemaakt. Voor de afbraakconstante wordt de volgende formulering wordt gebruikt: Image Added Waar k20 staat voor de afbraakconstante bij 20 °C (1/d), θ voor de temperatuurscoëfficiënt (default 1.047 (-)) en T voor de watertemperatuur (°C). Daarnaast is de retentie ruimtelijk differentieerbaar door middel van een "Tag" aan een SWU of Basin toe te kennen. |
|
Card |
---|
|
Section |
---|
Column |
---|
| Op basis van kennisregels worden de effecten van maatregelen op de EKR scores van de vier biologische kwaliteitselementen (waterplanten, fytoplankton, macrofauna en vissen) berekend. De EKR-scores worden berekend op SWU niveau. De KRW-Verkenner bevat 2 rekenmodulen die de EKR scores op verschillende manieren berekend. De 2 rekenmodulen worden onderscheiden op basis van het KRW-watertype en worden geclassificeerd als rijkswater of regionaal water. In onderstaande tabellen zijn de typen weergegeven. Met het importeren of genereren van rekeneenheden wordt het watertype en de daarbij behorende rekenmethode gezet. De regionale kennisregels zijn gebaseerd op data van regionale wateren. De data is opgeslagen in een database die door RoyalHaskoning-DHV wordt beheerd. De database bevat relaties tussen EKR-score en verschillende waterkwaliteit- en inrichtingsvariabelen voor een groot aantal waterlichamen. Voor de regionale ecologische toepassing van de KRW-Verkenner kan de gebruiker kiezen uit drie methoden: - Regressiebomen,
- Random forest, Royal Haskoning
- PUNN neuraal network, Witteveen+Bos.
De random forest methode heeft de meest voorspellende kracht (Van der Linden et al., 2021) en is daarom de default ecologie methode voor regionale toepassingen. De andere twee methoden zijn ook opgenomen in de KRW-Verkenner, maar kunnen niet direct door de gebruiker geselecteerd worden. Mocht een gebruiker toch 1 van deze 2 methode willen gebruiker, dan kan contact opgenomen worden met de KRW-Verkenner helpdesk. De KRW-watertypen zijn ingedeeld in 10 clusters (zie de 2 tabellen hieronder). Per cluster zijn rekenregels afgeleid per biologisch kwaliteitselement waarbij een aantal stuurvariabelen van belang zjin (zie tabel verder naar beneden). Voor de benodigde invoer voor de stuurvariabelen kan de gebruiker de KRW-Verkenner de chemische variabelen laten berekenen of de gebruiker kan hiervoor metingen gebruiken. Beschrijving en vergelijking van de drie methoden, Deltares rapport 2021: download hier. |
|
Section |
---|
Column |
---|
|
KRW-Watertype Rivieren | Cluster | Omschrijving | Rijkswater | Regionale wateren |
---|
R4 | Langzaam stromende beken | Permanent langzaam stromende bovenloop op zand | | x | R5 | Langzaam stromende beken | Langzaam stromende middenloop/benedenloop op zand | | x | R6 | Langzaam stromende beken | Langzaam stromend riviertje op zand/klei | | x | R7 | Rivier/nevengeul | Langzaam stromende rivier/nevengeul op klei/zand | x | | R8 | Brakke tot zoute wateren | Zout getijdenwater (uitlopers rivier) op zand/klei | x | | R12 | Langzaam stromende beken | Langzaam stromende middenloop/benedenloop op veenbodem | | x | R13 | Snel stromende beken | Snel stromende bovenloop op zand | | x | R14 | Snel stromende beken | Snelstromende middenloop/benedenloop op zand | | x | R15 | Snel stromende beken | Snelstromend riviertje op kiezelhoudende bodem | | x | R16 | Rivier/nevengeul | Snelstromende rivier/nevengeul op zandbodem of grind | x | | R17 | Snel stromende beken | Snelstromende bovenloop op kalkhoudende bodem | | x | R18 | Snel stromende beken | Snelstromende middenloop/benedenloop op kalkhoudende bodem | | x | R19 | Doorstroommoerassen | Doorstroommoeras |
| x | R20 | Moerasbeken | Moerasbeek |
| x | O2 | Estuarium | Estuarium met matig getijverschil | x | |
|
Column |
---|
|
KRW-Watertype Meren | Cluster | Omschrijving | Rijkswater | Regionale wateren |
---|
M1a/b | Sloten | Gebufferde sloten op minerale bodem | | x | M2 | Sloten | Zwak gebufferde sloten | | x | M3 | Kanalen | Gebufferde (regionale) kanalen | | x | M4 | Kanalen | Zwak gebufferde (regionale) kanalen | | x | M6a/b | Kanalen | Grote ondiepe kanalen | | x | M7a/b | Kanalen | Grote diepe kanalen | | x | M8 | Sloten | Gebufferde laagveen sloten | | x | M10 | Kanalen | Laagveen vaarten en kanalen | | x | M14 | Ondiepe meren | Ondiepe (matig grote) gebufferde plassen | x | x (default) | M16 | Diepe meren | Diepe gebufferde meren | x | x (default) | M20 | Diepe meren | Matig grote diepe gebufferde meren | x | x (default) | M21 | Diepe meren | Grote diepe gebufferde meren | x | | M23 | Ondiepe meren | Ondiepe kalkrijke (grotere) plassen | | x | M27 | Ondiepe meren | Matig grote ondiepe laagveenplassen | | x | M30 | Zwak brakke wateren | Zwak brakke wateren | | x | M31 | Brakke tot zoute wateren | Brakke tot zoute wateren | | x |
|
|
Stuurvariabelen | Klassen/eenheid | Range | Omschrijving | Relevant voor welke clusters |
---|
Meandering | 5 | 1 – 5 | 1= recht + normprofiel, 2= gestrekt + natuurlijk dwarsprofiel, 3 = zwak slingerend, 4 = slingerend, 5 = vrij meanderend | Langzaam stromende beken, Snelstromende beken, Doorstroommoerassen, Moerasbeken | Verstuwing (stuw) | 3 | 1 – 3 | 1 = sterk gestuwd zonder vistrappen, 2 = gestuwd met vistrappen, 3 = ongestuwd | Langzaam stromende beken, Snelstromende beken, Doorstroommoerassen, Moerasbeken | Beschaduwing (schaduw) | 3 | 1 – 3 | 1 = onbeschaduwd zonder ruigte op de oevers, 2 = gedeeltelijk beschaduwd of ruigte op de oever, 3 = grotendeels of geheel beschaduwd | Langzaam stromende beken, Snelstromende beken, Doorstroommoerassen, Moerasbeken | Oeverinrichting | 3 | 1 – 3 | 1 = beschoeid of steil en onbegroeid, 2 = riet/helofyten, 3 = moeras + riet/helofyten | Sloten, Kanalen, Ondiepe meren, Diepe meren, Zwak brakke wateren, Brakke tot zoute wateren | Peilbeheer | 3 | 1 – 3 | 1 = tegennatuurlijk, 2 = stabiel, 3 = natuurlijk | Sloten, Kanalen, Ondiepe meren, Diepe meren, Zwak brakke wateren, Brakke tot zoute wateren | Onderhoud | 2 | 1 – 2 | 1 = intensief, 2 = extensief | Sloten, Kanalen, Zwak brakke wateren, Brakke tot zoute wateren | Scheepvaart | 2 | 1 – 2 | 1 = intensief bevaren, 2 = niet of nauwelijks bevaren | Kanalen | Connectiviteit | 3 | 1 – 3 | 1 = geïsoleerd, 2 = periodiek geïsoleerd, 3 = open verbinding | Zwak brakke wateren, Brakke tot zoute wateren | Doorzicht | m | 0,05 – 5,00 | Zomergemiddelde Secchi diepte waarde, range 0.03 - 12 | Kanalen, Ondiepe meren, Diepe meren, Zwak brakke wateren, Brakke tot zoute wateren | Stikstof totaal (Ntot) | mg N/l | 0,67 – 100 | Zomergemiddelde (april-september)), maat voor eutrofiëring | Langzaam stromende beken, Snelstromende beken, Sloten, Kanalen, Ondiepe meren, Diepe meren, Zwak brakke wateren, Brakke tot zoute wateren, Doorstroommoerassen, Moerasbeken | Fosfor totaal (Ptot) | mg P/l | 0,01 – 10 | Zomergemiddelde (april-september)), maat voor eutrofiëring | Langzaam stromende beken, Snelstromende beken, Sloten, Kanalen, Ondiepe meren, Diepe meren, Zwak brakke wateren, Brakke tot zoute wateren, Doorstroommoerassen, Moerasbeken | BZV (BOD) | mg O2/l | 0,5 – 20 | Zomergemiddelde (april-september)), maat voor organische belasting | Langzaam stromende beken, Snelstromende beken, Doorstroommoerassen, Moerasbeken | Chloride | mg Cl/l | 100 – 15000 | Zomergemiddelde (april-september), maat voor verzoeting | Zwak brakke wateren, Brakke tot zoute wateren | Toxiciteit (msPAF) | (-) | 0,00 – 1,00 | Fractie, maat voor toxiciteit | Langzaam stromende beken, Snelstromende beken, Sloten, Kanalen, Ondiepe meren, Diepe meren, Zwak brakke wateren, Brakke tot zoute wateren, Doorstroommoerassen, Moerasbeken | Ammonium (NH4) | mg NH4/l | 0,02 – 48,80 | Maximale concentratie | Langzaam stromende beken, Snelstromende beken, Sloten, Kanalen, Ondiepe meren, Diepe meren, Zwak brakke wateren, Brakke tot zoute wateren, Doorstroommoerassen, Moerasbeken |
|
Card |
---|
id | Maatregelen |
---|
label | Maatregelen |
---|
|
Section |
---|
Column |
---|
| In de KRW-Verkenner zijn |
|
|
|