You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 3 Next »

De kale platen omvatten de zone die nat is en zeer frequent overspoelt. Het is er zo dynamisch dat er geen planten kunnen groeien of alleen pioniervegetatie voorkomt. Het gebruik/beheer valt altijd onder de klasse geen beheer. Het ecotoop afslagoever wordt ook tot deze ecotoopgroep gerekend. Binnen deze ecotoopgroep worden 9 ecotopen onderscheiden:

  • Grindbanken
  • Zoete slikken
  • Zoete zandplaten
  • Brakke zandplaten
  • Zoute zandplaten
  • Matig dynamische zoute platen van de lage intergetijdenzone
  • Matig dynamische zoute platen van de midden-intergetijdenzone
  • Matig dynamische zoute platen van de hoge intergetijdenzone
  • Afslagoever

 

WatBeschrijving
Landschappelijke zonering

Het ecotoop omvat oevers bestaande uit grind en zand. Dit ecotoop komt alleen voor in de middenloop van rivieren, waarbij door de sterke stroming een zeer sterke dynamiek heerst. Het ecotoop overlapt met de klassen van het ecotoop zoete zandplaten. Het verschil tussen deze ecotopen wordt veroorzaakt door een verschil in substraat en in de locatie langs de lengte as van een rivier. In Nederland zijn grindbanken alleen in de Grensmaas te vinden

EcologieDoordat door het substraat water en voedingsstoffen snel uitspoelen, hebben grindplaten een schraal en verdrogend karakter. Op en tussen het grindmateriaal kunnen zich algen en macrofaunasoorten vestigen. De ondiep, onder water staande delen zijn belangrijk voor rheofiele vissen. Het ecotoop vormt een paaiplaats voor zalmachtigen, zoals de Zalm en Zeeforel en is het leefgebied voor de Rivierdonderpad. Er komen voor grindbanken typische pioniersoorten voor als Maasraket, Zandweegbree, Kleine rupsklaver, Riempjes en Klein viltkruid. Grindbanken worden als nestplaats gebruikt door de Visdief en Kleine plevier en als foerageer- en broedplek voor de Grote gele kwikstaart en de Oeverloper. Het is een rust- en verblijfplaats voor vogels, zoals de Aalscholver, eenden en sterns en voor zoogdieren zoals de Waterspitsmuis, indien de grindbank niet door water is omringd.
Kenmerkende doelsoorten

Barbeel, Kopvoorn, Sneep, Oeverzwaluw (alleen met steilrand),
Absintalsem, Bilzekruid

AMOEBE-soortKleine tanglibel

 

WatBeschrijving
Landschappelijke zonering

Het ecotoop komt voor in de benedenloop van rivieren en in het zoetwatergetijdengebied, zoals in de
Biesbosch en langs het Hollandsch Diep. De slikkige bodem ontstaat door de sedimentatie en erosie van
slib, als gevolg van een twee maal daagse overstroming en droogval door getijdenwerking of als gevolg
van de zeer langdurige overstroming. De mechanische dynamiek is minder sterk dan bij de zandplaten,
zodat transport en sedimentatie van slib overheersen. Het ecotoop zoete slikken overlapt wat betreft klassenindeling met de grindbanken en zoete zandplaten. Het verschil tussen de ecotopen wordt veroorzaakt door het type substraat en de plaats van het ecotoop binnen de rivier.

Ecologie

Op slikken is de macrofaunagemeenschap vergelijkbaar met die van de zoete en brakke zandplaten (dans- en verdermuggen), maar er komen meer soorten voor en de abundantie is hoger dan bij zandplaten. Verder zijn slikken over het algemeen meer begroeid met pioniervegetatie dan zandplaten. Een kenmerkende soort van meer slikkig substraat is de Schildersmossel. Slikken zijn door hun grote primaire productie een belangrijke voedselbron voor steltlopers. Dit geldt voor zowel broed- als trekvogels, zoals Tureluur, Scholekster, Kluut, Bontbekplevier en Kleine plevier.

Kenmerkende doelsoortenFint, Grote Zilverreiger
AMOEBE-soortFint

 

 

 

 

WatBeschrijving
Landschappelijke zoneringDit ecotoop omvat periodiek droogvallende platen langs rivieren en meren. De platen zijn kaal of begroeid met pioniervegetatie als gevolg van de sterke morfodynamiek. Op basis hiervan worden het eco-element pioniervegetatie onderscheiden. Dit ecotoop overlapt wat betreft de klassenindeling met de grindbanken. Het verschil tussen deze ecotopen wordt veroorzaakt door een verschil in substraat en in de locatie langs de lengte-as van een rivier. Zandplaten komen vooral voor in het bovenrivierengebied, zoals langs de Zandmaas en langs de Nederrijn/Lek en de Waal. Verder zijn zandplaten te vinden langs de randmeren, zoals het Drontermeer, Wolderwijd-Nuldernauw, Eemmeer en Gooimeer.
Ecologie

In ondiep onder water staande delen groeien bij voldoende lichtinstraling benthische algen en kiezelwieren, die als voedsel dienen voor macrofauna soorten, zoals dans- en vedermuggen. De zandplaten vormen het leefgebied voor zich ingravende insekten, zoals loop- en kortschildkevers en oeverwantsen. Deze macrofauna soorten vormen het voedsel voor vissen en vogels. De kale zandoevers en -banken zijn foerageer- en broedgebied voor sterns en steltlopers, zoals de Kleine plevier en zwem-eenden, zoals de Slobeend, Pijlstaart en de Smient.

Kenmerkende doelsoorten

Barbeel (rivier), Kopvoorn (rivier), Serpeling (rivier), Sneep (rivier), Rivierdonderpad (rivier en stagnant), Winde (rivier en stagnant), Visarend, Bever, Laatvlieger, Meervleermuis, Otter, Rosse vleermuis, Watervleermuis, Grote zilverreiger, Grutto, Kemphaan, Visdief, Oeverzwaluw (alleen met steilrand), Knoflookpad

AMOEBE-soorten

Kleine tanglibel, Bruin cypergras, Zandoeverdansmug, Rivierprik, Winde, Zalm, Zeeforel, Visdief, Kluut, Grutto.

Eco-elementBeschrijvingKenmerkende doelsoorten
Pioniervegetatie

Op de zandoevers komen zoetwaterpioniersoorten voor als Zwarte mosterd, Zwart tandzaad, Zeegroene en Rode ganzevoet, Goudzuring, Melganzevoet, Knopige duizendpoot, Gele waterkers, Smal vlieszaad en Oeverstekelnoot.

Bever, Otter, Kluut (broed), Visdief (broed), Knoflookpad,
Rugstreeppad

 

WatBeschrijving
Landschappelijke zonering

Dit ecotoop komt voor in het brakwatergetijdentraject, zoals gepland bij het Haringvliet bij een gewijzigd beheer van de sluizen en in estuaria, zoals het Dollard en de Westerschelde. De zandbodem ontstaat door de sedimentatie en erosie van zand, als gevolg van een tweemaal daagse overstroming en droogval door getijdenwerking. Door de sterke dynamiek zijn de platen kaal of begroeid met pioniervegetatie. Op basis hiervan wordt het eco-element pioniervegetatie onderscheiden.

Ecologie

Op de periodiek droogvallende zandige platen komt de hoogproductieve gemeenschap van dansmuggen voor, die leven van bodemalgen. De aanwezigheid van dansmuggen indiceert een grote primaire productie. De kale zandplaten zijn door hun grote primaire productie een belangrijke voedselbron voor steltlopers. Dit geldt voor zowel broed- als trekvogels, zoals Tureluur, Scholekster, Kluut, Bontbekplevier en Kleine plevier.

Kenmerkende doelsoorten

Brede zannichellia, Diklipharder, Fint, Glasgrondel, Zeeprik, Arctische bonte strandloper, Dwergstern (broedvogel), Strandplevier (broedvogel), Visdief (broedvogel)

AMOEBE-soortFint
Eco-elementBeschrijvingKenmerkende doelsoorten
Pioniersvegetatie

Op de brakke zandplaten worden brakke pioniersoorten aangetroffen als Heen (voorheen Zeebies), Zeegras, Zeekraal, Ruwe bies en zouttolerante soorten zoals Riet. Vogels foerageren op de vegetatie en beïnvloeden zo de ontwikkeling daarvan.

Brede zannichellia, Kluut, Scholekster, Strandplevier, Tureluur

 

 

 

  
  
  

 

  
  
  

 

   
   
   

 

   
   
   

 

   
   
   

 

  • No labels