You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 14 Next »

Deze pagina geeft een overzicht van alle achtergronddocumenten die binnen de looptijd van de POV-Piping (2015-2019) tot stand zijn gekomen. Deze achtergronddocumenten zijn opgesteld door verschillende partijen. De inhoud is gebaseerd op de bij deze partijen beschikbare inzichten tijdens totstandkoming.

De ontsluiting van het complete POV-Piping archief via deze pagina is bedoeld om:

  1. blijvend inzicht te geven in de achtergronden die  hebben geleid tot de uiteindelijke POV-Piping hoofdpublicaties;
  2. door te kunnen bouwen op alle verder binnen de looptijd van de POV-Pipng vastgelegde kennis, voor zover bruikbaar en actueel naar oordeel van de gebruiker.

Hierna volgt een gerubriceerd overzicht van de verschillende onderwerpen waarvoor binnen de POVM onderzoek en ontwikkeling heeft plaatsgevonden


Synthese


In een afrondende synthese-slag zijn verschillende POV-Piping achtergronddocumenten samengevat en doorvertaald naar de praktische betekenis voor het ontwerp en het beheer.

, 2020

In dit rapport zijn de resultaten van 21 deelverkenningen samengevat en vertaald naar praktisch bruikbare inzichten. In de publicatie wordt ingegaan op vernieuwingen in aanpak over de hele beheercyclus van de dijk. Het faalmechanisme wordt beter in beeld gebracht door verbeterde onderzoeksmethoden, schematisering en analyses. Er worden mogelijkheden beschreven om de analyseresultaten te evalueren. Bovendien wordt ingegaan op de ontwikkelde nieuwe verbetermaatregelen zoals filterschermen, drainages en kwelwegverlenging. Tot slot wordt ingegaan op zaken die van invloed zijn op het dagelijks beheer na de realisatiefase van een dijkversterking.

Verbeteringstechnieken

tekst over verbeteringstechnieken

Acceptatie bestaande drainagesystemen als anti-piping maatregel.  WS, HDSR, Deltares, onder verantwoordelijkheid van de programmamanager van de Piping.

beschrijving

Waterontspanners

beschrijving

DMC. Waterschap Vallei en Veluwe, Landustrie, Volker Wessels telecom, Stichting IJkdijk.

beschrijving

Dit rapport doet verslag van een praktijkproef ter plaatse van de zomerkade van de Willemspolder. De Willemspolder ligt aan de rechterkant van de Waal, bovenstrooms van Tiel tot aan IJzendoorn.  Doel van de proef was om met metingen de werking aan te tonen van het Verticaal Zanddicht Geotextiel (VZG)  als  erosie-verhinderende maatregel.  Het VGZ is in 2015 aangebracht vanaf 1,4 meter onder maaiveld, over een aanvullende diepte van 3,5 meter. Na installatie bleek het VGZ echter deels gescheurd. Het ongescheurde deel had een breedte van 30 meter. Ter plaatse van het ongescheurde deel is sprake van een tussenzandlaag en steekt de VGZ ongeveer 0,6 meter in de diepere zandlaag. Op beperkte afstand van de VGZ locatie is over een breedte van 30 meter ook een 'Grof-Zand barriere' (GZB) aangebracht. Op een aantal momenten in 2016 is het optreden van pipingkanalen geforceerd, door het bemalen van kopsloten in combinatie met via boorgaten maken van verbindingen met de zandlagen. Met waterspanningsmetingen en glasvezelkabelmetingen (rek, temperatuur) wilde men daarbij de volgens zaken vaststellen: (1) de ontwikkeling van pipingkanalen, na afloop gevolgd door het dichtvallen van de kanalen en het nazakken van de deklaag; (2) de bulkdoorlatendheid over het scherm en (3) de verdeling van de grondwaterstroming over de diepte.  In praktijk kon de ontwikkeling van de pipingkanalen met waterspanningsmetingen worden gevolgd. Het dichtvallen van de pipes is geconstateerd op basis van visuele waarnemingen en waterspanningsfluctuaties. Nazakken van de deklaag is niet waargenomen.   Het vaststellen van de bulkdoorlatendheid en de verdeling van grondwaterstroming over de diepte bleek met de beschikbare metingen niet mogelijk.

Ontwerp en beoordelingsrichtlijn Verticaal Zanddicht Geotextiel. Waterschap Rivierenland


Meet- en monitortechnieken

tekst over meten en monitoren

Monitoring zandmeevoerende wellen; een verdiepend onderzoek  Waterschap Rivierenland; Acacia Water.

beschrijving

Registratie van zandmeevoerende wellen. WSRL, Waterschapshuis, Informatiehuis Water.

beschrijving

Duurzame monitoring: Handreiking voor een meetnet gerelateerd aan piping, versie 2. Waterschap Drentse en Overijsselse Delta en Deltares, A. Koelewijn, augustus 2017.

beschrijving

Doorlatendheden en HPT sondering. Fugro, Waterschap AA en Maas, Deltares, 2016

beschrijving

Infrarood. POV-P, BZIM (Wouter Zomer), DMN (Onne Rosingh), Deltares (Andre Koelewijn)

beschrijving

Geofysische karteringstechnieken. POV-P, BZIM (Wouter Zomer), DMN (Onne Rosingh), Deltares (Andre Koelewijn).


Rekenmethoden en schematisering

tekst over rekenmethoden en schematisering

Effect tijdsafhankelijkheid op stijghoogte bij getijdewateren. Waterschap Scheldestromen.

beschrijving

Onverzadigd Stochastisch rekenen.

beschrijving

Leem en grind. Waterschap Peel en Maasvallei en Arcadis.

beschrijving

Heterogeniteit. Arcadis, Fugro, Deltares.

beschrijving

Proeftuinen - Karakteriseren van piping parameters

De zandgrofheid (d70) en de doorlatendheid (k) van het zandpakket  en de aan deklaagdikte gerelateerde intredeweerstand zijn essentiële parameters voor de beoordeling van piping met de 2D rekenregel van Sellmeijer. Daarom is op verschillende locaties en op verschillende manieren nagegaan hoe deze (ruimtelijke variërende) parameters moeten worden bepaald en vervolgens doorvertaald naar representatieve waarden voor de 2D rekenregel.

Dit rapport doet verslag van onderzoek naar het karakteriseren van de intredeweerstand van het voorland en de doorlatendheid van een typische zandondergrond in het boven-rivierengebied.  Op 3 locaties (Westervoord, Pannerden, Lobith - ’s Gravenwaardsedam) zijn HTP sonderingen met dissipatietesten uitgevoerd, evenals peilbuismetingen  en pompproeven. Het onderzoek wijst uit dat: (a)  de doorlatendheid van het totale watervoerende pakket hoog is, maar past binnen de bandbreedte van de verwachtingen; (b) het bestaande regionale grondwatermodel onvoldoende gedetailleerd is om de intredeweerstand goed te kunnen karakteriseren. Verder blijkt uit in de jaren 70 uitgevoerd onderzoek (gebaseerd op twee infiltratieproeven en simulaties met een elektronisch analogon) dat de in rekening te brengen voorlandlandlengte niet groter mag zijn dan twee maal de dijkbreedte, wat overeenstemt met het WBI voorschrift. De doorlatendheid van de 1,5 m dikke gestructureerde klei in het voorland is volgens dit onderzoek gemiddeld 1 m/dag.

Voor de casus 'Dijkring 10 - Mastenbroek' is onderzocht in hoeverre de lokaal variërende intredeweerstand en zandkorrelgrootte beter kunnen worden gekarakteriseerd door het combineren van geotechnisch, geofysisch en historisch onderzoek. Historisch onderzoek blijkt meer betekenis te hebben voor de sterkte van de dijk dan voor het karakteriseren van de gezochte piping-parameters.  Geofysisch onderzoek met een gammaspectrometer en grondradar  geeft een gebiedsdekkend beeld van de deklaagdiktes tot een maximum van ongeveer 1 m. Voor het vaststellen van diktes groter dan 1 m zijn (hand)boringen nodig. Uit geotechnisch labonderzoek op basis van 256 boringen blijkt dat de d70 korrelgrootte ter plaatse beperkt varieert. De met een correlatie vervolgens ook geschatte doorlatendheid kent echter een veel grotere spreiding,  die van grote invloed is op de met de regel van Sellmeijer berekende pipinglengte.

Ter plaatse van de Waalbandijk te IJzendoorn is eveneens onderzoek verricht naar mogelijkheden om de lokaal variërende intredeweerstand en zandkorrelgrootte te karakteriseren. Daartoe is zeer gedetailleerd grondonderzoek uitgevoerd (256 handboringen op een perceel van 75x75m) en zijn twee pompproeven uitgevoerd. De variatie in zandeigenschappen en deklaagdikte blijkt op korte afstand veel groter dan verwacht. Gegeven de grote ruimtelijke variatie van korrelgroottes wordt gesuggereerd om in de regel van Sellmeijer de (laag)gemiddelde waarde voor d70 toe te passen. Het is aannemelijk dat de lokale aanwezigheid van (erosie-ongevoelige) gebieden met grove korrels in werkelijkheid zelfs nog tot minder pipinggevoeligheid zal leiden.  Op basis daarvan wordt geconcludeerd dat in de WBI Schematiseringshandleiding een koppeling wenselijk is tussen de mate van heterogeniteit en de representatieve waarden voor de bepalende parameters in de regel van Sellmeijer.

Noordelijke Randmeerdijk. Waterschap Vallei en Veluwe en Witteveen en Bos.

beschrijving

Proeftuin Grebbedijk - Regionale Kwelstroom

De zandgrofheid (d70) en de doorlatendheid (k) van het zandpakket  en de aan deklaagdikte gerelateerde intredeweerstand zijn essentiële parameters voor de beoordeling van piping met de 2D rekenregel van Sellmeijer. Daarom is op verschillende locaties en op verschillende manieren nagegaan hoe deze (ruimtelijke variërende) parameters moeten worden bepaald en vervolgens doorvertaald naar representatieve waarden voor de 2D rekenregel.

   C: Werkwijzer (2015)


   D:  Positieve Kwel? (afstudeerverslag laboratoriumonderzoek, 2015)


  • No labels