2.1 Opstarten Nationaal Water Model
Het NWM 0.1 wordt gestart met de Application Launcher van Delft-FEWS.
<password?>
2.2 Inrichting schermen Nationaal Water Model
2.2.1 Beginscherm
Nadat het NWM is opgestart wordt het beginscherm getoond (figuur 1). In dit scherm is in de bovenbalk een dropdown menu te vinden, met daaronder een toolbar met knoppen (zie ook figuur 2). Aan de linkerzijde van het scherm zitten meerdere tabbladen en aan de rechterzijde bevind zich het hoofdscherm, in Delft-FEWS als de FEWS Explorer aangeduid. In het beginscherm geeft het hoofdscherm de kaart weer. Onderaan het beginscherm bevinden zich de knoppen 'Logs', die na aanklikken het meldingenscherm laat zien, en 'Forecaster Notes', waarin eigen meldingen kunnen worden aangemaakt. De onderste balk geeft gegevens over de huidige sessie weer, waaronder de gebruiker en de tijd.
Figuur 1. Het beginscherm met de verschillende onderdelen.
Figuur 2. De knoppen van de toolbar: 1. Tijdreeksen bekijken, 2. Gridweergave, 3. Starten workflow, 4. Systeembeheer, 5. Management modelruns , 6. Topologie, 7. On-Line Help.
2.2.2 Achtergrondkaart
De achtergrondkaart in het hoofdscherm is opgebouwd uit een aantal kaartlagen zoals rivieren, kanalen en waterschappen. Daarnaast maakt de achtergrondkaart ook gebruik van openstreetmap. De kaart kan worden in- of uitgezoomd door aan het wieltje van de muis te draaien. De kaart kan worden verschoven door de kaart met de rechtermuisknop aan te klikken en vervolgens te verschuiven.
2.2.3 Tabbladen
Aan de linkerzijde van het beginscherm zijn twee tabbladen te vinden: 'Interactive' en 'Data Viewer' . Bij het opstarten van het NWM staat automatisch het tabblad 'Interactive' open.
2.2.4 Filters
Het tabblad 'Data Viewer' maakt het mogelijk om bepaalde selecties van tijdreeksen te maken. Na het selecteren van een databron en de bijbehorende locatie(s) en parameter(s) is het mogelijk om een grafiek op te starten door op de knop 'Tijdreeksen bekijken' in de toolbar te klikken (figuur 2). Andere mogelijkheden om een grafiek op te starten zijn via het menu <Extra>, <Tijdreeksen bekijken>, of via de shortcut <Ctrl+D>. In de grafiek kan worden in- en uitgezoomd door met de muis een selectie te trekken of door aan het wieltje van de muis te draaien.
De tijdreeksen kunnen in tabelvorm worden getoond door op de knop 'Tabel' te drukken of via de shortcut <F7>. De tijdreeksen kunnen worden geexporteerd naar een aantal formaten door (eventueel) een selectie te maken van de gewenste tabel data, op de rechtermuisknop te klikken, en 'Bewaar als..' te kiezen (figuur 3).
Figuur 3. Exporteren van tijdreeksen vanuit het tijdreeksen scherm.
2.2.5 Gridweergave
In de gridweergave kan dynamische rasterinformatie worden getoond, zoals Waqua grids en NHI resultaten. Ook kunnen hier de tijdreeksen op polygonen worden getoond, waarbij de polygonen volledig worden ingekleurd afhankelijk van de actuele waarde. Ook kunnen de waarden van puntlocaties worden getoond. Door dubbel te klikken op een locatie in de gridweergave wordt de tijdreeks in een grafiek getoond.
De gridweergave kan worden gestart door op de knop 'Gridweergave' in de toolbar te klikken (figuur 2). Andere mogelijkheden om de gridweergave te starten zijn via het menu <Extra>, <Gridweergave>, of via de shortcut <Ctrl+G>. Figuur 4 laat de Gridweergave zien in dit geval voor het deelprogramma Rijnmond Drechtsteden (actuele kruinhoogten).
Figuur 4. Gridweergave in het NWM.
2.2.6 Debuggen
Binnen Delft-FEWS is een aantal debug mogelijkheden beschikbaar. Deze zijn beschikbaar gesteld onder de F12 knop in de FEWS Explorer. Via het menu dat dan zichtbaar wordt zijn onder andere de volgende handige functionaliteiten beschikbaar:
- 7. Ids visible
- J. Open database viewer: toont aangemaakte tijdreeksen (Figuur 5)
- K. open workflow navigator: analyseert acties binnen workflow
Figuur 5. Database viewer.
2.2.7 Workflows starten
De workflows staan in geordend per onderdeel en scenario of strategie in folders in het tabblad 'Interactive'. Na het openen van een workflow worden de bijbehorende taken zichtbaar (figuur 6, 1). Vervolgens kunnen de T0 (figuur 6, 2), 'Initial state' en 'Forecast length' worden aangepast, waarvan de laatste twee in het pop up scherm 'Taakuitvoer opties' (figuur 6, 2) te vinden zijn. Om een taak te starten moet deze worden geselecteerd en moet vervolgens op de knop 'Uitvoeren geselecteerd segment(groep)' geklikt worden (figuur 6, nummer 4), of kan de shortcut <Shift+F9> gebruikt worden. Een overzicht van hoe de verschillende taken met elkaar verbonden zijn kan weergegeven worden in het topologievenster. Zie 2.2.11.
In tabel 1 en 2 zijn overzichten te zien van welke taken bij alle workflows horen. Wat er precies gedaan wordt per taak staat verder uitgewerkt op de pagina XXX
Figuur 6. De volgorde van handelingen voor het starten van een workflow: 1. Selecteren workflow folder, 2. Eventueel aanpassen T0, 3. Eventueel aanpassen initiele condities en forecast length, 4. Starten workflow.
Tabel 1.
Zoetwater | Landelijk |
LHM | x |
LSM | x |
LSM light | x |
LTM | x |
export LKM (WQINT) | x |
BIVAS | x |
Tabel 2.
Veiligheid | Rijn | Maas | RMM | IJsselmeer | Markermeer | IJssel-Vechtdelta |
Importeer randvoorwaarden | x | x | x |
|
| x |
Run Sobek update |
|
| x |
|
|
|
Run Sobek |
|
| x |
|
|
|
Run WAQUA model | x | x |
|
|
|
|
Run WAQUA model - for an update - without wind - with open barrier - with correct working barrier |
|
|
|
|
| x |
Run PostProcessing WAQUA | x | x |
|
|
| x |
Run HydraZoet | x | x | x | x | x | x |
Run PostProcessing HydraZoet | x | x |
| x | x | x |
Export resultaten naar archief | x | x |
|
|
| x |
2.2.8 Workflows (taken) aanpassen
Door de knop 'Starten workflow' in de toolbar (figuur 2) aan te klikken, of via het menu <Extra>, <Starten Workflow>, of via de shortcut <Ctrl +M> wordt het scherm geopend waarbinnen workflows (taken) kunnen worden aangepast (Figuur 7). Een workflow kan worden geselecteerd in het dropdown menu onder <Taak>. Verder kan de T0 en de begintoestand van de workflow worden ingesteld. Optioneel kan er een omschrijving aan de taak worden meegegeven. Door op uitvoeren te klikken wordt de taak gedraaid.
Figuur 7. Scherm voor het aanpassen van workflows.
2.2.9 Systeembeheer
Het systeembeheer toont standaard een aantal zaken zoals logmeldingen, status van de servercomponenten, gedefinieerde en actueel draaiende taken.
Het Systeembeheer kan geopend worden door de knop 'Systeembeheer' in de toolbar aan te klikken (figuur 2), via het menu <Extra>, <Systeembeheer>, of via de shortcut <Ctrl+S>.
2.2.10 Management Modelruns
<Korte uitleg>
Management Modelruns kan worden door de knop 'Management Modelruns' in de toolbar aan te klikken (figuur 2), via het menu <Extra>, <Management Modelruns>, of via de shortcut <Ctrl+F>.
2.2.11 Topologie
De topologie geeft in een blokkenschema weer hoe verschillende taken binnen een workflow met elkaar verbonden zijn. Zie 2.2.7 voor meer informatie over de workflows en bijbehorende taken.
De topologie kan worden geopend door de knop 'Topologie' in de toolbar aan te klikken (figuur 2), via het menu <Extra>, <Topologie>, of via de shortcut <Ctrl+T>.
2.2.12 Delft-FEWS User Guide
Meer informatie over het gebruik van Delft-FEWS in het algemeen is te vinden op de publieke Delft-FEWS User Guide wiki site van Deltares en wordt in dit document niet herhaald.
2.3 NWM versie van berekeningen en exports
We raden aan om in de Omschrijving van de Workflow/Taak de versie van het NWM op te nemen. Het is dan altijd duidelijk met welke versie van het NWM de berekeningen zijn gedraaid. In het geval er een export naar het Archief of Deltaportaal van de resultaten wordt gedraaid waarbij de NWM versie waarmee de berekeningen zijn gedraaid afwijkt van de NWM versie waarmee de export wordt gedraaid zal dit aan de OpenDAP beheerder moeten worden doorgegeven. Deze persoon kan dan de versie in de geëxporteerde netCDF file aanpassen. De geëxporteerde netCDF file krijgt namelijk de huidige NWM versie mee en dus niet automatisch de versie waarmee de berekeningen zijn gedraaid.
