You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 10 Next »


Korte inleiding


NB. Tenzij anders aangegeven, geldt voor elke stap in de onderstaande tabel dat de voorwaarde voor het kunnen uitvoeren is dat de voorgaande stap volledig is afgerond.


Zoetwater - Landelijk
StappenUitwerking 
0. Afhankelijk van de workflow wordt een van de onderstaande scenario's geimporteerd. De standaard begintoestand, T0 en importvariabelen verschillen per onderdeel. De import start automatisch bij het starten van de eerste stap van de workflow.
WorkflowScenarioStandaard begin toestandT0Import variabelen
2015 - Referentie'14referentie situatie  meteo
2050 - Druk'14klimaatscenario: 2050G
2085 - Druk'14klimaatscenario: 2085G
2050 - Rust'14klimaatscenario: 2050G
2085 - Rust'14klimaatscenario: 2085G
2050 - Stoom'14klimaatscenario: 2050W
2085 - Stoom'14klimaatscenario: 2085W
2050 - Warm'14klimaatscenario: 2050W
2085 - Warm'14klimaatscenario: 2085W
2.LHM 
3.LSM 
LSM LightLSM Light bevat t.o.v. LSM minder regionale wateren, om zo de rekentijd van het LSM (~ 40 uur bij het draaien van de volledige 30 jaar) te verkorten.
4.LTM

Tijdens het draaien van deze workflow worden o.a. de volgende taken uitgevoerd:

-          Import van de watertemperatuur voor de bovenstroomse instroom in de Vecht, Maas, Rijn en Schelde;

-          Import van historische meteo gegevens van belang voor de watertemperatuur berekening;

-          Import van de dagelijkse temperatuur data vanaf de KNMI OpenDAP server;

-          Conversie van temperatuur grid naar stationsdata;

-          Berekening van de dauwpunt temperatuur;

-          Modelberekening met het LSM – SOW – WAQ (ofwel bakjes model)

-          Modelberekening met het WAQ LSM model die de watertemperatuur en warmtelozing-capaciteit gegevens uitrekent voor het gehele watersysteem.

5.export LKM (WQINT)

De voorwaarde voor het draaien van de WQINT workflow is dat er een LSM som van het betreffende scenario gedraaid is en actief staat. Vanuit deze som zal de workflow de waterbeweging exporteren naar de WQINT module. WQINT converteert de waterbeweging naar een formaat dat voor de KRW-Verkenner bruikbaar is.

Voor het runnen van WQINT (scenario) hoeft slechts een workflow te worden aangeroepen:

Export WQINT (scenario)

Tijdens het draaien van de workflow worden de volgende taken uitgevoerd:

  • De resultaten van LSM worden geëxporteerd naar de WQINT module
  • De WQINT module pakt de LSM resultaten op en verwerkt deze tot een formaat voor de KRW-V files
  • De KRW-V files worden geëxporteerd naar het Archief onder DPZW
6.BIVAS

Invoer data komt direct uit de SOBEK LSM light run. Voorwaarde voor het draaien van een BIVAS berekening is dat er een succesvol afgeronde SOBEK LSM Light som heeft gedraaid voor het volledige jaar en voor hetzelfde scenario als waarvoor een BIVAS run gestart wordt.

Deze workflow bevat meerdere stappen:

  1. De conversie van SOBEK waterdiepte naar de voor BIVAS relevante vaardiepte. Door de spits toelopende vorm van dwarsprofielen is soms niet de volledige waterdiepte beschikbaar voor de scheepvaart. Er wordt een correctie uitgevoerd naar de vaardiepte tot waar een schip door het dwarsprofiel kan varen
  2. De bepaling van het optreden van een vaardieptebeperking. Deze treedt op als de beschikbare vaardiepte kleiner is dan het opgegeven C0 criterium dat aangeeft wat de voor de gegeven schepen noodzakelijke vaardiepte is. Het optreden van een vaardieptebeperking geeft mogelijk aan dat een schip met minder lading moet varen, niet per definitie dat het schip niet over de gegeven route kan varen;
  3. De berekening van het totaal aantal dagen met een vaardiepte beperking per jaar voor een selectie van BIVAS takken;
  4. Het corrigeren van de stroomrichting, die door de richting van de SOBEK takken soms af kan wijken van de werkelijke stroomrichting;
  5. De BIVAS model run op basis van de SOBEK resultaten en berekende vaardieptes.
 
  • No labels