Binnen het Nationaal Water Model (NWM) behandelt het onderdeel Zoetwater (ZW) alle grondwater- en oppervlaktewatersystemen van Nederland.
Binnen het onderdeel Zoetwater wordt gewerkt met een keten van modellen die informatie aan elkaar doorgeven middels off-line koppelingen. Het Landelijk Hydrologisch Model (LHM) vormt de basis van alle berekeningen en voorziet het Landelijk SOBEK Model (LSM) en het Landelijk SOBEK Model Light (LSM Light) van randvoorwaarden. Het effectmodel BIVAS draait op basis van LSM Light uitvoer. (LTM / Export LKM)
Op dit moment zijn er voor Zoetwater naast de referentie situatie ook 8 scenario’s in het NWM geïmplementeerd, te weten 2050G, 2050G+ (2050 Rust en Druk), 2050W, 2050W+ (Stoom en Warm), 2085G, 2085G+ (2085 Rust en Druk) en 2085W, 2085W+ (2085 Stoom en Warm).
In de onderstaande tabel staan de verschillende workflows die horen bij het onderdeel Zoetwater beschreven. Het kan voorkomen dat twee verschillende workflows uitvoer van een voorgaande workflow nodig hebben. In dat geval hebben deze workflows hetzelfde nummer. Stap 0 geeft weer welke referentie en welke scenario's er beschikbaar zijn binnen het onderdeel Zoetwater. Hoe een workflow kan worden gestart staat beschreven in hoofdstuk: 2 - Algemeen (onderdeel 2.2.4 Workflows starten standaard).
Workflows van Zoetwater (Landelijk) | ||||||
Volgorde | Naam | Beschrijving | ||||
0. | De standaard begintoestand, T0 en importvariabelen kunnen verschillen per scenario of referentie topology node. Hieronder staat aangegeven welke waardes gebruikt worden. Deze waarden worden automatisch gebruikt danwel geimporteerd bij het starten van de eerste workflow in de desbetreffende scenario / de referentie topology node. | |||||
Workflow | Scenario | Standaard begin toestand | T0 | Import variabelen | ||
2015 - Referentie'14 | referentie situatie | meteo | ||||
2050 - Druk'14 | klimaatscenario: 2050G+ | |||||
2085 - Druk'14 | klimaatscenario: 2085G+ | |||||
2050 - Rust'14 | klimaatscenario: 2050G | |||||
2085 - Rust'14 | klimaatscenario: 2085G | |||||
2050 - Stoom'14 | klimaatscenario: 2050W | |||||
2085 - Stoom'14 | klimaatscenario: 2085W | |||||
2050 - Warm'14 | klimaatscenario: 2050W+ | |||||
2085 - Warm'14 | klimaatscenario: 2085W+ | |||||
1. | LHM | Het Landelijk Hydrologisch Model is een geïntegreerd landsdekkend grond- en oppervlaktewatermodel van Nederland en bestaat uit een viertal gekoppelde modellen. Tijdens het draaien van deze workflow worden de volgende taken uitgevoerd:
| ||||
3. | LSM | Het Landelijk S Model is .. Voorwaarde voor het draaien van een SOBEK LSM run is dat er een afgeronde LHM run is gedraaid voor het gehele jaar waarvoor een SOBEK som gestart wordt. Tijdens het draaien van deze workflow worden de volgende taken uitgevoerd:
| ||||
3. | LSM Light | LSM Light bevat t.o.v. LSM minder regionale wateren, om zo de rekentijd van het LSM (~ 40 uur bij het draaien van de volledige 30 jaar) te verkorten. Voor de taken die tijdens deze workflow worden uitgevoerd zie LSM. | ||||
4 | BIVAS | Met BIVAS wordt ... Voorwaarde voor het draaien van een BIVAS berekening is dat er een succesvol afgeronde SOBEK LSM Light som heeft gedraaid voor het volledige jaar en voor hetzelfde scenario als waarvoor een BIVAS run gestart wordt. Tijdens het draaien van deze workflow worden de volgende taken uitgevoerd:
| ||||
4. | LTM | Het Landelijk Temperatuur Model (LTM) ... Voorwaarde voor het starten van deze workflow is dat er een volledige LSM workflow heeft gedraaid. Tijdens het draaien van deze workflow worden de volgende taken uitgevoerd:
| ||||
5. | export LKM (WQINT) | De export LKM zorgt voor de export van de waterbeweging naar de WQINT module. WQINT converteert de waterbeweging naar een formaat dat voor de KRW-Verkenner bruikbaar is. De voorwaarde voor het draaien van de WQINT workflow is dat er een LSM som van het betreffende scenario gedraaid is en actief staat. Tijdens het draaien van de workflow worden de volgende taken uitgevoerd:
|