Voor het succesvol draaien van een workflow is het noodzakelijk om de juiste T0 in te voeren. In tabel TZ.1 is per workflow de juiste T0 terug te vinden.
| Tabel TZ.1. De T0 per workflow voor het onderdeel Zoetwater. | ||
Regio | Workflow | T0 |
|---|---|---|
| Landelijk | LHM | 01-01-YYYY 01:001 |
| Export LHM (native) | n.v.t.3 | |
| Export LHM (NetCDF) | DD-MM-YYYY 01:001 | |
| LSM Light | 31-12-YYYY 01:001 | |
| Export LSM Light (native) | n.v.t.4 | |
| Export LSM Light (NetCDF) | DD-MM-YYYY 01:001 | |
| Export BIVAS (NetCDF) | DD-MM-YYYY 01:001 | |
| Export VONK (NetCDF | DD-MM-YYYY 01:001 | |
| LSM | 31-12-YYYY 01:001 | |
| Export LSM (NetCDF) | DD-MM-YYYY 01:001 | |
| Export KRW Verkenner (native) | DD-MM-YYYY 01:001 | |
1 Willekeurige dag of jaar in de periode 1982 - 2006; voor de exports is het aan te bevelen om minimaal een paar dagen te exporteren. Voor de workflows LHM, LSM Light en LSM is het mogelijk om verkorte runs (korter dan een jaar) te draaien, met name voor de technische testen. In dat geval moet ook de dag en/of maand van T0 en de datum van de cold state aangepast worden. Hierbij moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: bij LHM moet de periode tussen de coldstate en T0 minimaal een maand zijn, bij LSM Light en LSM moet de periode tussen de cold state en T0 minimaal twee decades bevatten, d.w.z. van de 1e, 11e en 21e dag van de maand moeten minimaal twee dagen aanwezig zijn in de periode.
2 De LHM resultaten kunnen één locatie, één parameter, één module instantie meer bevatten en één tijdserietype (EH) extra bevatten. Dit betreft data die nodig zijn voor de berekening, maar na twee dagen uit de database worden verwijderd.
3 Draait met de LHM workflow mee.
4 Draait met de LSM Light workflow mee.
