Fytoplankton is de belangrijkste primaire producent in zeer diep water. Verder bestaat de bodemfauna uit tweekleppigen, wormen en muggenlarven. De bedekking aan driehoeksmosselen (Dreissena polymorpha) is doorgaans laag en kan, als gevolg van de diepte en de relatief slechte conditie,  moeilijk benut worden door vogels. De diepe delen vormen het habitat van vissoorten die gebaat zijn bij een lage temperatuur, zoals kwabaal en houting (de Nie, 1996). Door slechtere lichtcondities, neemt de snoekbaars in de diepere delen vaak de plaats in van snoek. In de gedeelten van meren die een schakel vormen tussen de rivieren en zee komen trekvissen voor, zoals de zeeforel. De aanwezige vis, vooral de kleinere exemplaren, vormt een voedselbron voor een aantal visetende vogels.

Binnen deze klasse (Meren - Zeer diep), is 1 ecotoop gedefinieerd:

SoortgroepSoorten
Zoogdierenn.v.t.
Vogelsmiddelste zaagbek [a], dwergmeeuw [d]
Vissensnoekbaars [a], kwabaal [d], houting

Amfibieën

en reptielen

n.v.t.
PlanktonPeridinium, Gymnodinium, Ceratium hirundinella, Planktothrix rubescens
MacrofaunaChironomus plumosus, borstelarme wormen (bijv. Quistadrilus multisetosus, Limnodrilus hoffmeisteri en L. daparedeianus), Piona pusiila, Valvata piscinalis, Potamopyrgus antipodarum, Pisidium nitidum en P. moitessierianum
Vegetatien.v.t.

 

  • No labels