Wat | Beschrijving |
---|
Landschappelijke zonering | Zandplaten en ondiepe kreken met een zandbedding die twee maal per dag worden overstroomd en droogvallen door het getij. Dit ecotoop komt voor in het lage littoraal. Door de matig dynamiek kan er zeegras of schelpdieren voorkomen. Aanwezige vegetatie bevordert de sedimentatie van zand. Dit ecotoop is te vinden langs de Wester- en Oosterschelde, de Waddenzee en in de Eems-Dollard. Binnen dit ecotoop worden drie eco-elementen: zeegrasvelden, mosselen en kokkels. | Ecologie | De soortendiversiteit van dit ecotoop is matig rijk tot rijk. Dit ecotoop is een goede verblijfplaats voor bodemdieren. De bodemdieren bestaan uit schelpdieren, borstelwormen, zoals Wadpier, Zeeduizendpoot en Zandzager en kreeftachtigen, zoals krabben, garnalen en slijkgarnalen. Een deel van de bodemdieren is ingesteld op het periodiek droogvallen van de platen, terwijl een ander deel met het getij meetrekt. De macrofauna vormt een belangrijke voedselbron voor overwinterende en doortrekkende vogels, zoals Scholekster, Zilverplevier, Bontplekplevier, Rosse grutto, Zwarte ruiter en Drieteenstrandloper. Daarnaast bieden de platen voor de vogels rui- en rustgelegenheid. De lage delen van de intergetijdenzone zijn van groot belang als kraamkamer en foerageergebied van jonge bodemgebonden vis als Schol, Schar en Bot en krabben en garnalen. | Kenmerkende doelsoorten | Ansjovis, Botervis, Bergeend, Bonte strandloper, Kluut, Tureluur, Grijze zeehond | AMOEBE-soorten | Bonte Strandloper, Kluut, Steur, Rog, Kabeljauw, Haring, Zeekreeft, Garnaal, Strandgaper, Nonnetje, Wilde Mosselbank, Ongestoorde Kokkelbank, Purperslak |
Eco-element | Beschrijving | Kenmerkende doelsoorten |
---|
Zeegras | De vegetatie op het lage en midden littoraal) bestaat uit Groot Zeegras en Klein Zeegras en wieren. In het intergetijdengebied kan een groot aantal groenwieren voorkomen, zoals Zeesla, darmwieren, borstelwieren en rotswieren. Als macrofauna soorten komen er strandvlooien en alikruiken vogels. Vogels die van zeegrassen leven zijn oa de Rotgans, eenden (zoals Bergeend, Wintertaling, Smient en Pijlstaart) en de Zilverplevier en Kluut, die onder en tussen planten naar allerlei kleine dieren zoeken. | Ansjovis, Botervis, Schol, Bergeend | Mosselen | Zandplaat met een hoge bedekking van mosselen. Deze schelpdieren zijn een voedselbron voor met name Eidereenden en Scholeksters. Duikeenden (zoals Toppereend, Eidereend, Zwarte Zee-eend, Grote zee-eend, Tafeleend, Kuifeend, Brilduiker) eten vooral de kleinere mosselen. | Ansjovis, Botervis, Schol | Kokkels | Zandplaat met een hoge bedekking van kokkels. Deze schelpdieren zijn een voedselbron voor met name Scholeksters. | Ansjovis, Botervis, Schol |
|