You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 14 Next »

Projectnaam: Onderzoek Geschiktheid Deltaklei (OGD) in het kader van demonstratieproject Brede Groene Dijk (BGD)




Stap 1: Definitie- en Brononderzoek





Stap 2A:




Stap 2B: Aanleg proefdijk




Stap 3: OpenFOAM berekeningen voor invloed van waterstand en golfhoogte op erosiesnelheid




Stap 4: Structuurvorming in klei van Kleirijperij na versnelde seizoenen





Stap 5:





Stap 6/7:





Stap 8:




Stap 9: Meting erosiebestendigheid deltaklei met Deltagootproeven

In het kader van het Onderzoek Geschiktheid Deltaklei (onderdeel van het demonstratieproject Brede Groene Dijk) zijn twee series proeven uitgevoerd in de Deltagoot waarmee de erosiesnelheid is gemeten van vier kleisoorten:

  • Eerste proevenserie (gestort en verdicht):
    • lokaal gewonnen kweldermateriaal uit de “Klutenplas”, zonder gras
    • gerijpte baggerslib van de Kleirijperij aan de “Valgenweg”, zonder gras
  • Tweede proevenserie (aangebracht in ongeroerde blokken van 2x2 m2):
    • gestructureerde klei in ongeroerde staat van de Dollarddijk, inclusief gras
    • gestructureerde klei in ongeroerde staat van de Groene Dijk bij Blija, inclusief gras


Het kweldermateriaal uit de “Klutenplas” is recent gewonnen uit de kwelder langs de Dollard, terwijl de klei uit de Dollarddijk dezelfde oorsprong heeft, maar daar al sinds de tachtiger jaren in de dijk zit. De klei uit de Groene Dijk bij Blija is ook kweldermateriaal, maar dan van een andere locatie. Deze dijk is deels opgebouwd met de klei van de oude dijk (van voor de dijkversterking in de jaren 80). Het kleitekort is destijds aangevuld door deze te winnen uit een sleuf langs de buitenteen, die daarna is opgevuld met zand.


Het doel van de proeven is om de toepasbaarheid (en voorspelbaarheid) van het lokaal gewonnen kweldermateriaal en gerijpte baggerspecie te vergroten en tevens een bijdrage te leveren aan de beoordeling van de Groene Dijk van het Wetterskip Fryslân (dijkvak Noorderleeg-Blija op het dijktraject Koehool-Lauwersmeer).


Het kweldermateriaal en de gerijpte baggerspecie voldoen niet (volledig) aan de voorschriften van de TR Klei voor dijken (TAW, 1996). Toch zijn er dijken waar dergelijke afwijkende materialen al vele jaren liggen en waar de dijk naar behoren functioneert. De vraag is of door een aangepast ontwerp, adequate uitvoering en een afgestemd beheer en onderhoud gekomen kan worden tot een waterveilige dijk.

Voor de Groene Dijk van het dijkvak Noorderleeg-Blija geldt dat deze net niet door de periodieke beoordeling in het kader van WBI 2017 komt met de huidige beoordelings­methodiek, die eigenlijk niet geheel geschikt is voor de flauwe taludhelling, de dikke kleilaag en zware golfaanval. De Deltagootproeven kunnen aantonen of de dijk toch voldoende veiligheid geeft.


Daarnaast blijkt uit het demonstratieproject Brede Groene Dijk dat de waarde van een erosiecoëfficiënt in het huidige rekenmodel van afwijkende kleisoorten niet kan worden bepaald aan de hand van standaard kleiparameters. Ook blijkt het toegepaste rekenmodel niet geschikt voor taluds flauwer dan 1:5 en voor hoge golven (Hm0 > 1,5 m). De huidige proeven leveren daarom de benodigde informatie om het rekenmodel te verbeteren.


Voor de proeven is de Brede Groene Dijk op werkelijke schaal nagebouwd. Het model is opgesplitst in twee helften zodat twee soorten klei gelijktijdig naast elkaar zijn beproefd. Van elke klei is een laag van 1,85 m aangebracht over een taludlengte van 26 m en een breedte van 2,25 m (eerste proevenserie) en 2,00 m (tweede proevenserie).





Stap 10:


  • No labels