You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 27 Next »

Ecological knowledge base

Bruine forel - Salmo trutta

Algemeen

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Bruine forel - Salmo trutta

Regio

Nederland, Eurazië, Amerika, Noord-Afrika

Watersysteem

beken, rivieren, meren, zee

Natuurparameter

vissen

HR nr

 

Factsheet opgemaakt door

M.P. Weeber

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen

De bruine forel (Salmo trutta) komt van nature in Eurazië en het Noorden van Afrika voor. De verspreiding trekt zich van het vaste land naar zee en is gecentreerd rond de Middellandse zee, Caspische zee en Noordzee. Na 1883 heeft de bruine forel zich na introductie in Noord-Amerika gevestigd #1.
De bruine forel is een vis die in meerdere vormen voorkomt, namelijk zeeforel (Salmo trutta trutta), meerforel (Salmo trutta lacustris) en de beekforel (Salmo trutta fario) #1#3. Onderzoek heeft aangetoond dat de bruine forel zich afhankelijk van de omstandigheden, en de hiermee samenhangende wens om te migreren, als één van deze vormen kan ontwikkelen #3. In dit habitatmodel zijn alleen de habitateisen opgenomen voor de periode dat de bruine forel in meren en beken verblijft.

In Nederland komt de bruine forel in de kustwateren, het IJsselmeer en de groter rivieren voor. De bruine forel trekt vanuit zee rivieren op om in zijriviertjes en beken te paren. Jonge bruine forellen kunnen na 1 a 2 jaar in zoetwater naar zee trekken, alwaar ze opgroeien tot volwassen zeeforellen. Tijdens de migratie naar zee verandert de jonge zeeforel van het parr stadium naar het smolt stadium. Hierbij maakt de bruine forel zowel een innerlijke als een uiterlijke verandering door. De forel verandert van zwarte vlekken op de flank naar compleet zilverkleurig #2. Deze zilverkleurige forellen worden gerekend tot de vorm zeeforel. Zoals de naam al zegt trekken de meerforellen vanuit de beken en rivieren naar de meren. De beekforellen brengen hun hele leven in de beek door en deze worden gezien als de niet migrerende vorm van de bruine forel #3.

Voedselhabitat en strategie

Jonge forellen eten ongewervelden, die ze zowel boven als onder water vangen. Volwassen forellen eten kleine vissen, amfibieën en zoogdieren, zoals muizen #2. Volwassen forellen jagen voornamelijk ’s nachts #1.

Reproductie en migratie

De trek naar de paaigebieden wordt mogelijk bepaald door de afname van de dagduur, het toenemen van de stroming of de afname in watertemperatuur. De paai vindt plaats in nestkuilen gelegen in de grindbanken van snelstromende beken en kleine rivieren. Hier worden de eieren afgezet, waarna ze worden afgedekt met een klein laagje grind. Deze grindbanken worden gekarakteriseerd door het opwellen van grondwater en/of neerwaarts gerichte waterstromen. Dit zorgt circulatie van water tussen het grind, waardoor er geen sedimentlaagje over de eieren kan vormen #1.

Na de uitkomst zoeken de larvale forellen een beschutte plaats om op te groeien #2. De larven verspreiden zich binnen een week na uitkomen over het geschikte habitat. Hier verblijven ze één levensjaar. Tijdens dit levensjaar vindt er veel sterfte plaats door intraspecifiek territoriaal gedrag #1. Hierna kan de jonge forel afhankelijk van de omstandigheden richting een meer of de zee trekken, waar zij twee levensjaren doorbrengen. In zee trekken de jonge forellen op in scholen #1.

De forel kan in het derde of vijfde levensjaar deelnemen aan de voortplanting. Volwassen forellen kunnen 13 jaar oud worden en een lengte van 30 cm bereiken #1.

Milieuvoorwaarden

Voor de bruine forel is de watertemperatuur de meest bepalende factor voor hun verspreiding. Waterstromen met veel schaduw en koude bronnen hebben de voorkeur, vanwege een constante en lage watertemperatuur. In kleine stromen is hierom de nabijheid van bomen van belang, voornamelijk op hete zomerdagen. In grotere stromen en meren helpt een groter volume aan water en de waterdiepte de afwezigheid van schaduw te compenseren. Ook het prooiaanbod is hoger bij een lage en constante temperatuur #1.

Alle levensfases van de forel hebben een sterke behoefte aan voldoende opgelost zuurstof. De behoefte varieert echter tussen de verschillende levensfases, maar wordt ook beïnvloed door de zuurgraad, watertemperatuur, activiteit van de forel en de hoeveelheid zwevende stof. Daarnaast heeft een lage zuurgraad een negatief effect op het voedselaanbod, de groei en de maximale leeftijd van de forel #1.

Oevervegetatie zorgt ervoor dat erosie niet plaats kan vinden. Erosie zorgt voor fijn sediment, wat een negatief effect heeft op het overleven van het embryo, de voedselproductie en de dekking in de vorm van groot substraat en waterplanten 1. Sterke veranderingen in de stroming kunnen ook een negatief effect hebben op het embryo. Door een laag debiet kunnen stromen droogvallen of bevriezen en bij een hoge afvoer kan het grind gaan verschuiven #1.

In stromen met een sterk gradiënt komt het meeste eetbare materiaal van landplanten en landinsecten. Naarmate het gradiënt afneemt neemt het aantal invertebraten rond stenige oevers toe. Benedenstrooms daalt de stroomsnelheid en substraatgrootte, echter het aantal poelen ten opzichte van stenige oevers, de watertemperatuur, productiviteit van het systeem en de diversiteit in insecten nemen over het algemeen toe. Zowel de larvale en de juvenile forellen hebben een voorkeur voor poelen, een lagere stroomsnelheid (15 cm/s) en rotsachtig substraat. Daarnaast is voor larvale forellen beschutting erg belangrijk. Die zoeken ze in het grindbed. Hierin brengen zij de winter door. Juveniele forel geeft de voorkeur aan water dieper dan 15 cm. Volwassen beekforellen worden voornamelijk aangetroffen bij hogere stroomsnelheden en dieper water. Bij de meerforel wordt het optimale habitat gekenmerkt door helder, koel tot koud, oligotroof water met een grote waterdiepte. De afmetingen van het meer en de chemische kwaliteit mogen hierbij variëren #1.

Volwassen forellen in waterstromen hebben een sterke behoefte aan beschutting. Deze beschutting wordt verkregen door ondergedoken vegetatie, overhangende vegetatie en objecten in de waterkolom. Deze vegetatie en de objecten remmen de stroomsnelheid. In deze luwe delen wordt door de forellen naar voedsel gezocht en gerust #1. In de winter trekken de volwassen forellen naar diep en luw water, zoals meren en grotere rivieren. In de winterperiode is ook in dieper water de behoefte aan beschutting groot #1.

Dosis-effect relaties

De Dosis-effect relaties zijn opgesteld per levensvorm van de bruine forel. Hierin is onderscheid gemaakt tussen de adult, larve, juveniel , embryo en parameters die een effect uitoefenen op alle eerdere genoemde vormen #1. In deze dosis-effect relaties zijn de habitateisen van de bruine forel in beken, rivieren en meren opgenomen. De zee is buiten beschouwing gelaten.

Stroomdiagram


Unknown macro: {flowchart}

graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Bedekking in de watergang| Aandeel poelen | Poel classivisering "
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI Adult Bruine forel"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];



Unknown macro: {flowchart}

graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Bedekking in de watergang | Aandeel poelen | Fijn sediment "
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI Juveniel Bruine forel"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];



Unknown macro: {flowchart}

graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Substraatgrootte | Aandeel poelen | Fijn sediment "
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI Larve Bruine forel"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];



Unknown macro: {flowchart}

graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Temperatuur |Zuurstof | Stroomsnelheid | Korrelgrootte in paaigebied | Fijn sediment "
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI Embryo Bruine forel"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];



Unknown macro: {flowchart}

graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Temperatuur | Zuurstof | Zuurgraad | Debiet | Dominant substraat | Oevervegetatie | Fijn sediment |Oeverstabiliteit | Schaduw | Nitraatgehalte | Piekafvoer "
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI Andere parameters Bruine forel"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];


Dosis-effect relaties

Xyline chart for Temperatuur (Adult & Juveniel) showing HGI by max. watertemperatuur (graden Celsius)

max. watertemperatuur (graden Celsius)

HGI

0

0

12

1

19

1

27

0

30

0

Referentie: #1

Xyline chart for Temperatuur (Juveniel) showing HGI by max. watertemperatuur (graden Celsius)

max. watertemperatuur (graden Celsius)

HGI

0

0

5

0

7

1

15

1

26

0

30

0

Referentie: #1

Xyline chart for Temperatuur (Embryo) showing HGI by max. watertemperatuur (graden Celsius)

max. watertemperatuur (graden Celsius)

HGI

0

0

7

1

13

1

15

0

20

0

Referentie: #1

Xyline chart for Zuurstof (temperatuur < 10 graden Celsius) showing HGI by opgeloste zuurstof in het water (mg/L)

opgeloste zuurstof in het water (mg/L)

HGI

0

0

3

0

9.3

1

15

1

Referentie: #1

Xyline chart for Zuurstof (temperatuur > 10 graden Celsius) showing HGI by opgeloste zuurstof in het water (mg/L)

opgeloste zuurstof in het water (mg/L)

HGI

0

0

6

0

14.5

1

15

1

Referentie: #1

Xyline chart for Stroomsnelheid (Embryo) showing HGI by gem. stroomsnelheid (cm/s)

gem. stroomsnelheid (cm/s)

HGI

0

0

15

0

40

1

70

1

90

0

100

0

Referentie: #1

Xyline chart for Bedekking in de watergang(Larve) showing HGI by bedekking waterplanten (%)

bedekking waterplanten (%)

HGI

0

0

15

1

40

1

Referentie: #1
NB. Opgenomen in het late groeiseizoen bij lage waterperiode op groter of gelijk aan 15 cm diepte of dicht bij de bodem bij een stroomsnelheid lager dan 15 cm/s #1.

Xyline chart for Bedekking in de watergang(Adulten) showing HGI by bedekking waterplanten (%)

bedekking waterplanten (%)

HGI

0

0

34

1

40

1

Referentie: #1

Xyline chart for Substraatgrootte A showing HGI by aandeel substraat grootte 1 tot 7 cm (%)

aandeel substraat grootte 1 tot 7 cm (%)

HGI

0

0

2

0.7

5

1

Referentie: #1
NB. Mocht het aandeel lager zijn dan 5% dan wordt verwezen naar Substraatgrootte B #1.

Xyline chart for Substraatgrootte B showing HGI by aandeel substraat grootte 0.3 - 1 cm en 7 - 10 cm (%)

aandeel substraat grootte 0.3 - 1 cm en 7 - 10 cm (%)

HGI

0

0

3.5

0.4

5

0.7

Referentie: #1
NB. Gebruik een gewogen gemiddelde van het areaal dat beschikbaar is aan sediment type A en B om tot de geschiktheid te komen #1.

Xyline chart for Substraat klasse showing HGI by aandeel substraat in substraatklasse 10 tot 40 cm (%)

aandeel substraat in substraatklasse 10 tot 40 cm (%)

HGI

0

0

10

1

20

1

Referentie: #1

Bar chart for Dominant substraat type (> 50%) showing HGI by dominant substraat in de stroom (klassen)

dominant substraat in de stroom (klassen)

HGI

puin, kleine keien of aquatische vegetatie

1

puin, grind, keien en fijnsediment in gelijke hoeveelheden, wel of geen waterplanten

0.6

fijnsediment, rotsgrond, fijn grind of grote keien zijn dominant

0.3

Referentie: #1

Xyline chart for Aandeel poelen in de laagwaterperiode showing HGI by aandeel poelen (%)

aandeel poelen in habitat(%)

HGI

0

0.1

25

0.6

50

1

70

1

100

0.5

Referentie: #1

Xyline chart for Oevervegetatie in habitat showing HGI by Vegetatieindex (%)

Vegetatieindex (%)

HGI

0

0.08

20

0.08

100

0.85

140

1

300

1

Referentie: #1
NB: Alleen van toepassing op niet-productieve stromen van 15 meter breed of minder #1. Vegetatie index = 2(struiken) + 1.5 (grassen) + (bomen).

Xyline chart for Oeverstabiliteit showing HGI by aandeel wortels en rotsige oeverbedekking (%)

aandeel wortels en rotsige oeverbedekking (%)

HGI

0

0.2

30

0.35

50

0.8

65

0.95

75

1

100

1

Referentie: #1

Xyline chart for Zuurgraad showing HGI by maximale en minimale zuurgraad (pH)

maximale en minimale zuurgraad (pH)

HGI

0

0

5

0

6.8

1

7.8

1

9.5

0

10

0

Referentie: #1

Xyline chart for Debiet showing HGI by late zomer afvoer tegen gemiddeld (%)

late zomer afvoer tegen gemiddeld (%)

HGI

0

0

50

1

100

1

Referentie: #1

Xyline chart for Poel classificatie showing HGI by poel classificatie (klassen)

poel classificatie (klassen)

HGI

30% < groot en diep

1

30 > groot en diep < 10% , 50% < gemiddeld

0.6

10% > groot en diep, 50% > gemiddeld

0.3

Referentie: #1

Xyline chart for Fijn sediment (Embryo) showing HGI by aandeel fijn sediment (< 3 mm) (%)

aandeel fijn sediment (< 3 mm) (%)

HGI

0

1

5

1

15

0.5

30

0.2

40

0.1

Referentie: #1

Xyline chart for Fijn sediment (Adult) showing HGI by aandeel fijn sediment (< 3 mm) (%)

aandeel fijn sediment (< 3 mm) (%)

HGI

0

1

10

1

40

0.2

Referentie: #1

Xyline chart for Schaduw showing HGI by beschaduwing van de stroom tussen 10:00 en 14:00 (%)

beschaduwing van de stroom tussen 10:00 en 14:00 (%)

HGI

0

0.3

50

1

75

1

85

0.9

100

0.5

Referentie: #1
NB. Alleen gebruiken voor stromen smaller dan 50 meter en die boven de 18 graden Celsius zijn #1.

Bar chart for Nitraatgehalte showing HGI by nitraat- of stikstofgehalte (mg/L)

nitraat- of stikstofgehalte (mg/L)

HGI

0 of > 2

0

0.01 - 0.04 of 0.91 - 2.0

0.25

0.05 - 0.09 of 0.51 - 0.90

0.5

0.1 - 0.14 of 0.26 - 0.50

0.75

0.15 - 0.25

1

Referentie: #1

Xyline chart for Piekafvoer showing HGI by gem. jaarlijkse piekafvoer / gem. dagelijkse afvoer(klasse)

gem. jaarlijkse piekafvoer / gem. dagelijkse afvoer (klasse)

HGI

1

0.5

2

1

2.8

1

4.5

0.7

6

0.2

Referentie: #1

Onzekerheid en validatie

(warning) Deze dosis-effect relaties zijn niet gevalideerd.

Toepasbaarheid

Deze habitatregels zijn opgesteld voor Noord-Amerika.

Voorbeeld project

Er is geen voorbeeld project beschikbaar.

Referenties

1 U.S. Fish and Wildlife Service (1986) HABITAT SUITABILITY INDEX MODELS AND INSTREAM FLOW SUITABILITY CURVES: BROWN TROUT, Biological Report 82, 10.124, Revised, september 1986
2 www.ravon.nl (Forel) 18 december 2012
3 van Emmerik, W.A.M., de Nie, H.W. (2006) De zoetwatervissen van Nederland. Ecologisch bekeken. Sportvisserij Nederland,Bilthoven.

  • No labels