Omschrijving:

Bij de meeste zee- en meerdijken ligt er een harde bekleding op het buitentalud met in de golfoploopzone een grasbekleding op een kleilaag. Op veel plaatsen in Nederland is met de standaard instrumenten de sterkte van de grasbekleding niet afdoende als er sprake is van een ‘open zode’ en in sommige gevallen zelfs met een ‘gesloten zode’. Hoewel de hydraulische belasting op het bovenste deel van het buitentalud op deze dijken zodanig is dat het gras met open zode beschadigd raakt, is het nog de vraag of daardoor een dijkdoorbraak zou kunnen ontstaan. Na het beschadigd raken van het gras moet daarvoor eerst de kleilaag eroderen en vervolgens de kruin van de dijk lager worden door erosie. Pas dan is er een dijkdoorbraak. Doordat de kracht van de golven in de golfoploopzone maar beperkt is, is de verwachting dat dit op vele dijken niet gebeurt tijdens extreme condities. Waterschap Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân voeren in samenwerking met Deltares onderzoek uit naar de sterkte van grasbekleding op het boventalud van de Waddenzeedijken. Hiertoe worden Deltagootproeven uitgevoerd en worden ook berekeningen gedaan met een numerieke model. De resultaten gaan gebruikt worden voor probabilistische berekeningen voor het ontwerpen van de benodigde kleilaagdikte op het boventalud en het niveau van de overgang van de harde bekleding naar de grasbekleding. Naast toepassing in de projecten LauwersmeerdijkVierhuizergat en Koehool-Lauwersmeer, is het doel om de resultaten breder toe te passen. De verwachting is dat na dit onderzoek de harde bekleding op het buitentalud minder ver opgetrokken hoeft te worden.

Faalmechansime:

Dijkerosie

Type:

Rekenmethode

Cluster:


Trekker:

Waterschap Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân

Dijktraject:

Waddenzeegebied

Status:


Toepasbaarheid:


Toegepast:


Bron:

Waaier

  • No labels