You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 30 Next »

Het RWES

 

De drie onderdelen van het RWES (Aquatisch, Oevers en Terrestrisch) worden van elkaar onderscheiden op basis van de hydrodynamische gradiënt: van permanent overstroomd naar overstromingsvrij (zie Figuur 1). De expliciete indeling naar watersystemen op basis van positionele factoren wordt alleen toegepast in RWES-Aquatisch. De gebruikte positionele factoren (stromingsrichting en saliniteit) onderscheiden de volgende typen waterlichamen:

  • Rivieren,
  • Getijdenwateren,
    • Zoet
    • Zwak brak en brak
  • Meren, en
  • Kanalen
    • Zoet
    • Brak

Deze indeling weerspiegelt de verschillen in de uiterlijke verschijningsvormen en de ecologische inhoud van deze vier typen waterlichamen. In RWES-Oevers en RWES-Terrestrisch worden geen positionele factoren gebruikt.

Alle drie de RWES systemen gebruiken wel de conditionele factoren:

  • mechanische dynamiek,
  • hydrodynamiek (RWES-Aquatisch),
  • hydrologie (RWES-Oevers en RWES-Terrestrisch) en
  • gebruiksdynamiek.

De conditionele factoren zijn de basis voor de ecotoopclassificicatie. Een verfijning van ecotopen wordt gehanteerd in RWES-Aquatisch en RWES-Oevers: door het gebruik van eco-elementen wordt de status van een aantal operationele factoren, zoals zuurstofrijkdom en nutriënt beschikbaarheid, afgeleid.

 

Figuur 1: overzicht van de hydrodynamicsche grenzen tussen RWES-Aquatisch, RWES-Oevers en RWES-Terrestrisch (naar voorbeeld van Willemsen et al. (2007)).

 

Op basis van de conditionele factoren, en soms uitgebreid met eco-elementen, worden ecotopen gedefinieerd. Onderstaande 'Mondriaan'- figuur geeft de structuur van de ecotopenclassificatie weer.

Figuur 2: 'Generiek' Mondriaan figuur.

De categorie "Hoofdsysteem" heeft de klasses "Aquatisch", "Oevers" en "Terrestrisch". De categorie "Ecotopengroep" splitst deze klasses verder op in:

  • Aquatisch:
    • Rivieren,
      • Hoofstroom en Nevengeul
      • Rivierbegeleidende wateren
    • Getijdenwateren,
      • Zoet
      • Zwak brak en brak
    • Meren en
    • Kanalen.
      • Zoet
      • Brak
  • Oevers:
    • Ondiep water,
    • Kale platen,
    • Harde substraten,
    • Moerasplanten-helofytenzone,
    • Moerasruigtes,
    • Zachthout struwelen en bossen,
    • Graslanden en
    • Schelpenbanken, schooren en groene stranden.
  • Terrestrisch:
    • Antropogeen,
    • Onbegroeid,
    • Grasland,
    • Ruigte,
    • Bos en
    • Moeras.

Vervolgens wordt het ecotoop benoemd en worden de daarbij behorende indelingskenmerken en eventueel het eco-element gepresenteerd.

Per Hoofdsysteem worden de bijbehorende ecotopen op de pagina's 'RWES-Aquatisch', 'RWES-Oevers' en 'RWES-Terrestrisch' verder behandeld.

 
  • No labels