Deze oeverzone wordt gedomineerd door hoge, snelgroeiende ruigtekruiden met een vermogen tot sterke vegetatieve uitbreiding. Ondanks dat riet kan ook in dit ecotoop voorkomen, zal het op de langere termijn
verdrongen worden door ruigtekruiden (Lenssen et al., 1997). Ruigtesoorten ontwikkelen zich op stikstofrijke plaatsen, die tijdens het groeiseizoen boven de waterlijn liggen. Hierdoor zijn zij minder
afhankelijk van het peilbeheer dan moerassoorten, maar tegelijkertijd zijn de zaailingen en volwassen planten minder bestand tegen hoge waterstanden in het groeiseizoen(Lenssen et al., 1997). De vochtigheidszone, waar moerasruigtes voor kunnen komen, ligt dan ook hoger dan de moeras-helofytenzone. Er kan successie optreden van ruigte naar bos, waardoor er overlap in klassen met de ecotopengroep zachthout struwelen en bossen optreedt. Veel voorkomende
ruigtesoorten zijn Harig wilgenroosje, Grote brandnetel, Akkerdistel, Haagwinde, Moerasspirea, Rivierkruiskruid, Groot hoefblad, Akkerdistel en Moerasandoorn. Er worden 4 ecotopen onderscheiden:

WatBeschrijving
Landschappelijke zonering

Zone met opslag van ruigtekruiden. Deze zone is minder frequent overstroomd dan bij dynamische systemen of vochtig terrestrisch bij stagnante systemen, de dynamiek is matig tot gering en het maaibeheer is extensief. Het ecotoop staat onder invloed van zoet
water. Soortenrijke moerasruigte is een veel voorkomend ecotoop langs de Rijksmeren (IJsselmeer, Randmeren, Volkerak-Zoommeer), langs de kanalen en in het rivierengebied.

Ecologie

Er is een hoge diversiteit aan soorten door een extensief maaibeheer. Veel voorkomende ruigtesoorten zijn Harig wilgenroosje, Grote brandnetel, Akkerdistel, Haagwinde, Moerasspirea, Rivierkruiskruid, Groot hoefblad, Akkerdistel, Moerasandoorn. Moerasruigtes zijn broedgebieden voor watervogels, zoals de Fuut, het Waterhoen, eendachtigen, zoals de Grauwe gans en Knobbelzwaan, ral- en reigerachtigen,
zoals Waterral en Zilverreiger, roofvogels, zoals de Bruine en Blauwe kiekendief, en kleinere vogels, zoals Baardmannetje, Snor, Kleine en Grote karekiet, Blauwborst, Rietgors en Rietzanger. Daarnaast zijn moerasruigtes een goed foerageergebied voor ganzen, fungeren ze als paai-, rust- en schuilgebied voor amfibieën en insecten (Sigaargalvlieg, Zwarte rietkever) en zijn ze van belang als broed-, foeageer- en rustgebied voor de Otter.

Kenmerkende soortenGrauwe kiekendief, Sprinkhaanzanger, Velduil, Noordse woelmuis
AMOEBE soortenKuifeend, Slobeend, Lepelaar, Bosrietzanger

WatBeschrijving
Landschappelijke zonering

Zone met opslag van ruigtekruiden. De hydrologie van deze zone is minder
frequent overstroomd bij dynamische systemen of vochtig terrestrisch bij stagnante systemen, de dynamiek is gering en er is nauwelijks tot geen beheer. Dit ecotoop komt voor langs rivieren, zoete meren en kanalen, vaak op luwe plaatsen (bijvoorbeeld achter een vooroever).

Ecologie

Door strooiselophoping, veroorzaakt door het niet maaien of afvoeren van maaisel en een geringe dynamiek, of waterstandsverlaging kan een dominantie van enkele soorten, zoals Akkerdistel en Grote brandnetel ontstaan. De soortendiversiteit is hierdoor laag. Moerasruigtes zijn broedgebieden voor watervogels, zoals de Fuut, het Waterhoen, eendachtigen, zoals de Grauwe gans en Knobbelzwaan, ral- en reigerachtigen, zoals Waterral en Zilverreiger, roofvogels, zoals de Bruine en Blauwe
kiekendief, en kleinere vogels, zoals Baardmannetje, Snor, Kleine en Grote karekiet, Blauwborst, Rietgors en Rietzanger. Daarnaast zijn moerasruigtes een goed foerageergebied voor ganzen, fungeren zij als paai-, rust- en schuilgebied voor amfibieën en insecten (Sigaargalvlieg, Zwarte rietkever) en zijn ze van belang als broed-, foeageer- en rustgebied voor de Otter.

Kenmerkende doelsoortenGrauwe kiekendief, Sprinkhaanzanger, Velduil, Noordse woelmuis
AMOEBE soortenKuifeend, Slobeend, Lepelaar, Bosrietzanger

WatBeschrijving
Landschappelijke zonering

Zone met ruigtevegetaties in de intergetijdezone, die niet worden gedomineerd
door biezen of riet. De hydrologie van deze zone is minder frequent overspoeld, de dynamiek matig tot gering, het maaibeheer extensief en het zoutgehalte is zwak brak tot brak. Dit ecotoop kwam voor de aanleg van de Deltawerken veel voor in het Hollandsch Diep, Haringvliet en de Biesbosch. Het ecotoop grensde aan de lager gelegen biezenvelden.

Ecologie

Door het extensieve maaibeheer is er een hoge diversiteit aan soorten. Tot de structuurrijke gorsruigte horen de gemeenschap van Harig wilgeroosje en Rietgras met begeleidende soorten als Wolfspoot, Ruw beemdgras en Moerasandoorn, en de gemeenschap van Bereklauw en Valeriaan met soorten als Gewone engelwortel, Poelkruid, Fluitekruid, Grote brandnetel, en Kropaar. Op hogere delen wordt Mattenbies opgevolgd door Grote en Kleine lisdodde, Rietgras en Liesgras begeleid door soorten als
Moerasandoorn, Grote egelskop en Watermunt. Onder meer brakke omstandigheden komen soorten voor als Echt Lepelkruid, Zilte rus, Zilt torkruid, Heemst en Selderij.

Kenmerkende doelsoorten

Echt lepelblad, Echte heemst, Spindotterbloem, Zomerklokje, Rietzanger,
Sprinkhaanzanger, Noordse woelmuis. Kenmerkende broedsoorten zijn Bruine kiekendief, Rietgors, Blauwborst, Velduil en Nachtegaal.

AMOEBE soorten

Kuifeend, Slobeend, Lepelaar, Snor, Bosrietzanger, Rivierkruiskruid, Hertsmunt,
Bever

WatBeschrijving
Landschappelijke zonering

Zone met ruigtevegetaties in de intergetijdenzone, die niet worden gedomineerd
door biezen of riet. De hydrologie van deze zone is minder frequent overspoeld. de dynamiek gering, nauwelijks tot geen beheer en het zoutgehalte is zwak brak tot brak. Dit ecotoop komt nu veel voor langs het Hollandsch Diep en Haringvliet, waar door de vermindering van de getijdeninvloed de soortenrijkdom is afgenomen.

Ecologie

Door strooiselophoping (veroorzaakt door het niet maaien of niet afvoeren van maaisel en een geringe dynamiek) of waterstandsverlaging kan een dominantie van enkele soorten, zoals Grote brandnetel, Rietgras of Harig Wilgenroosje ontstaan. De soortendiversiteit is hierdoor laag.

Kenmerkende broedsoortenBruine kiekendief, Rietgors, Blauwborst, Velduil en Nachtegaal
  • No labels