H1330 - Schorren en zilte graslanden
Algemeen
Algemene kenmerken |
|
---|---|
Naam soort(en)groep |
Schorren en zilte graslanden |
Regio |
Nederland |
Watersysteem |
Overgangswateren |
Natuurparameter |
Habitattypen |
HR nr |
H1330 |
Factsheet opgemaakt door |
M. Haasnoot |
Habitat beschrijving
Dit type habitat omvat buitendijkse schorren die met regelmaat door zeewater worden overspoeld en binnendijkse gebieden die onder invloed staan of gestaan hebben van zout water. Kenmerkende soorten voor dit habitattype zijn Lamsoor (Limonium vulgare), Gewoon kweldergras (Puccinellia maritima), Gewone zoutmelde (Atriplex portulacoides)en Strandkweek (Elytrigia atherica).
Algemeen voorkomen
In Nederland wordt dit habitattype tegenwoordig min of meer beperkt tot de Waddenzee en het Deltagebied. Vroeger kwam het type ook op veel plaatsen voor langs de toenmalige Zuiderzee.#1
Milieurandvoorwaarden
Dit habitattype komt voor in een zone van nabij de gemiddelde hoogwaterlijn tot aan de voet van lage duintjes en aan de voet van dijken, waarbij de overstromingsfrequentie kan variëren van regelmatig tot incidenteel. Ook dit vegetatie type is zoutminnend en komt voor in een zout of sterk brak milieu met een chloridegehalte van meer dan 5 gCl/L (#3, #4, #5.
Beheer en ontwikkelingskansen
Dit habitattypen komt goed tot ontwikkeling wanneer er enige vorm van beweiding is.
Dosis-effect relaties
Stroomdiagram
Dosis-effect relaties
|
HGI |
---|---|
< GLW |
0 |
GLW - halftij |
0 |
halftij - GHW |
0.4 |
GHW - halverwege GHWS |
1 |
halverwege GHWS - GHWS |
0.4 |
GLW = gemiddeld laag water
GHW = gemiddeld hoog water
GHWS = springtij hoog water
|
HGI |
---|---|
0 |
0 |
0.3 |
0 |
4 |
0.5 |
5 |
1 |
10 |
1 |
|
HGI |
---|---|
laag |
1 |
matig |
1 |
hoog |
0 |
De mate van dynamiek is niet gekwantificeerd (bijvoorbeeld in termen van stroomsnelheid, golfhoogte). Dit dient in een project verder uitgezocht te worden.
Onzekerheid en validatie
Deze dosis-effect relaties zijn beperkt gevalideerd. Dit habitattype is gebruikt in de MER voor het Volkerak Zoommeer. De resultaten voor de huidige situatie zijn kwalitatief vergeleken met ecotopenkaarten en voldoende bevonden om te gebruiken in dit gebied.
Toepassingsgebied
De relaties zijn toepasbaar in de overgangswateren.
Voorbeeld project
Deze relaties zijn toegepast in het Krammer-volkerak en Zoommeer #2.
Referenties
1 http://www.minlnv.nl/natura2000
2 Haasnoot, M. en K.E. van de Wolfshaar (ed). (2006). Habitat analyse in het kader van de Planstudie/MER voor Krammer, Volkerak en Zoommeer. WL report Q4015
3 Hansson Ecodata. Calibratie van het model EMOE voor de vegetatie van de voordelta van het Haringvliet. Freiburg, 2005.
4 Schaminée, J.H.J., Weeda, E.J. en Westhoff, V. (1998). De vegetatie van Nederland. Deel 4. Plantengemeenschappen van de kust en van binnenlandse pioniermilieus. Opulus Press, Uppsala-Leiden.
5 Van der Meulen, Y.A.M.. Meren Ecotopen Stelsel. RIZA nota 97.076. 1997
6 Weeda, E.J., J.H.J. Schaminee, L. van Duuren (2003). Atlas van Plantengemeenschappen in Nederland. Deel3 Kust en binnenlandse pioniermilieus. KNNV Uitgeverij.