home

H2120 - Witte duinen

Algemeen

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Witte duinen

Regio

Europa

Watersysteem

kustwateren

Natuurparameter

Habitattypen

HR nr

H2120

Factsheet opgemaakt door

K.E. van de Wolfshaar

Foto: J.A.M. Janssen

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen

Duinen met Helm (Ammophila arenaria) die de buitenste duinengordel van de kust (de zeereep) vormen, zijn een zelfstandig habitattype. Waar deze helmduinen vrij kunnen stuiven en de kust niet is vastgelegd, treffen we de mooiste voorbeelden aan. Natuurlijke helmduinen zijn in ons land echter betrekkelijk zeldzaam. Op veel plaatsen langs de kust is de buitenste duinenrij ten behoeve van de kustverdediging kunstmatig vastgelegd door het plaatsen van takken- en rietschermen en het aanplanten van Helm en Noordse helm (x Calammophila baltica); de laatste staat bij helmplanters bekend als 'breedblad'. Deze gefixeerde helmduinen, waar verstuiving wordt tegengegaan, worden niet als een vorm van het habitattype beschouwd.
De Helmduinen worden plantensociologisch gerekend tot het verbond Ammophilion arenariae. Naast Helm en Noordse helm zijn Zandhaver (Leymus arenarius) en Zeemelkdistel (Sonchus arvensis var. maritimus) de meest opvallende soorten. Minder algemeen zijn Blauwe zeedistel (Eryngium maritimum), Zeewinde (Calystegia soldanella) en Zeewolfsmelk (Euphorbia paralias). De Helmduinen bieden ook een geschikt milieu aan diverse exclusieve paddestoelen, waaronder de Zeeduinchampion (Agaricus devoniensis), het Zandtulpje (Peziza ammophila) en de opmerkelijke Duin-stinkzwam (Phallus hadriani).
Het best ontwikkeld komt dit habitattype voor op de Waddeneilanden en op enkele locaties in het zuidwesten van ons land, vaak in combinatie met habitattype H2110 - Embryonale duinen. #1.

Milieurandvoorwaarden

De Helm-associatie komt voor op de buitenste duinengordel van de kust. Dit habitattype komt in de zone boven de embryonale duinen voor. De vegetatie verlangt een iets lagere grondwaterstand.

Beheer en ontwikkelingskansen

De diversiteit binnen de Helm-associatie is gebaat bij een genuanceerd beheer: de bloemrijkdom is het grootst in en bij zeedorpen, maar de zwammen en insecten van dit milieu gedijen juist op plekken waarop de mens niet zo'n zwaar stempel zet #2.

Dosis-effect relaties

Deze dosis-effect relaties zijn gebaseerd op de standplaatsfactoren van de Helm-associatie welke kenmerkend is voor deze duinen.

Stroomdiagram



Dosis-effect relaties

Bar chart for Districten showing HGI by district

district

HGI

marien

1

duin

1

estuarien

0.2

anders

0

Referentie: #2

Hoogte t.o.v. hoog strand (m)

HGI

0 - 1

0

>1

1

Referentie: #2

Zoutgehalte

HGI

brak

1

licht brak

1

zoet

0

Referentie: #1

Zuurgraad bodem

HGI

zwak zuur

1

neutraal

1

basisch

1

anders

0

Referentie: #1

Onzekerheid en validatie

(warning) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

Toepasbaarheid

Deze dosis-effect relaties zijn gebaseerd op de standplaatsfactoren van Helm. Standplaatsfactoren voor de witte duinen zelf zijn moelijk te formuleren omdat het hier om een landschapskenmerk gaat. De huidige dosis-effect relaties zijn daarom op dit moment onvoldoende om de geschiktheid voor dit habitattype te bepalen.

Voorbeeld project

Er is geen voorbeeldprojekt beschikbaar.

Referenties

1 http://www.minlnv.nl/natura2000
2 Weeda, E.J., J.H.J. Schaminee, L. van Duuren (2003). Atlas van Plantengemeenschappen in Nederland. Deel3 Kust en binnenlandse pioniermilieus. KNNV Uitgeverij.