Droge hardhoutooibossen

Algemeen

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Droge hardhoutooibossen

Regio

Nederland

Watersysteem

Rivieren

Natuurparameter

Habitattype

HR nr

H91F0

Factsheet opgemaakt door

M. Haasnoot

Foto: M. Haasnoot

Habitat beschrijving

Dit habitattype omvat de droge hardhoutbossen op hoge zandige oeverwallen langs de grote rivieren #1,#3. Kenmerkende soorten zijn Zomereik (Quercus robur), Gladde iep (Ulmus minor), Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) en Gewone es (Fraxinus excelsior). De plantengemeenschap die bij dit habitattype hoort is Abelen-Iepenbos en wel in het bijzonder de associatie Violo odoratae-Ulmetum van het verbond Alno-Padion (onderverbond Ulmenion minoris).

Milieurandvoorwaarden.

Dit habitattype komt voor in het fluviatiele district. Het ontwikkelt zich voornamelijk op hoger gelegen zandige bodems, die zelden overstromen. Iepen komen tot ontwikkeling als de grondwaterstand in het groeiseizoen kan wegzakken tot minimaal 1-2 meter beneden maaiveld. Het Abelen-Iepenbos functioneert optimaal bij een gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand > 60 cm beneden maaiveld #4.

Beheer en ontwikkelingskansen

Bossen komen slechts tot ontwikkeling als er geen of zeer extensieve beweiding door grazers plaats vindt. In de literatuur staat voor zachthoutooibossen een maximum van 20-30 of 30-50 grazers per 100 ha #6.

Dosis-effect relaties

Belangrijkt milieufactoren die het voorkomen van dit habitattypen bepalen zijn: overstromingsduur, grondwaterstand, bodemtype en de begrazingsdichtheid.

Stroomdiagram



Dosis-effect relaties

Bar chart for Overstromingsduur showing Habitat Geschiktheids Index by duur (dagen/jaar)

dagen/jaar

HGI

0-5

1

5-20

1

20-35

0.5

> 35

0

Referentie: #2, #5

Xyline chart for Grondwaterstand showing Habitat Geschiktheids Index by grondwaterstand in m onder maaiveld

dagen/jaar

HGI

0

0

0.4

0

0.6

1

1.5

1

Referentie: #4,#5

  
Bar chart for Bodemtype showing Habitat Geschiktheids Index by Bodemtype

Bodemtype

HGI

zand

1

klei

0

leem

0

veen

0

Referentie: #3

Bar chart for Beweiding showing Habitat Geschiktheids Index by Aantal grote grazers per 100 ha

Aantal grazers per 100 ha

HGI

0-5

1

5-10

1

10-15

1

15-20

0.7

20-25

0.3

30-35

0

Referentie: #6


Onzekerheid en validatie

(warning)  De rekenregels zijn niet gevalideerd.

Toepasbaarheid

De Dosis-effectrelaties zijn voornamelijk gemaakt met behulp van gegevens uit Nederland.
Het habiatmodel is toepasbaar voor de grote rivieren in Nederland.

Voorbeeld project

De rekenregel van de overstromingsduur is gebruikt voor het rivieren gebied #2.

Referenties

1 Janssen, J.A.M. en Schaminee, J.H.J. (2004). Europese natuur in Nederland; Habitat typen. KNNV Uitgeverij, Utrecht. ISBN: 9050111661
2 Klijn, F., S.A.M. van Rooij, M. Haasnoot, B.L.W.G. Higler & B.S.J. Nijhof. (2002) Ruimte voor de Rivier, Ruimte voor de Natuur. WL-rapport Q2824.10, Alterra-rapport 513. ISSN 1566-7197
3 http://www.minlnv.nl/natura2000
4 Runhaar, H. Waternood. Hydrologische randvoorwaarden voor natuur.
5 Duel, H. & B. Specken (1994). Standplaatsmodel Essen-Iepenbos: een model voor het bepalden van de standplaatskwaliteit van rivieroevers en uiterwaarden voor essen-iepenbossen (Fraxino-Ulmetum). TNO-BSA. RIZA werkdocument 96.046x
7 Westhoff, V. & A.J. den Held (1969). Plantengemeenschappen in Nederland. Zutphen.