Ecological knowledge base

Nauwe Korfslak - Verigo angustior

Algemeen

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Nauwe Korfslak - Verigo angustior

Regio

Kuststrook Zuid-Holland Noord-Holland

Systeem

meren, vennen, struweel

Natuurparameter

weekdieren

HR nr

H1014

Factsheet opgemaakt door

K.E. van de Wolfshaar

Foto: D. Rands & Killeen

Habitat beschrijving

De Nauwe korfslak (Vertigo angustior), die soms in het subgenus Vertilla wordt geplaatst, is een landslakje dat behoort tot de familie der Vertiginidae. De soorten van deze familie bezitten huisjes die in de mondopening vaak een of meer tanden hebben; deze zijn van belang voor de determinatie. De meeste Vertigo-soorten in ons land bezitten rechtsgewonden huisjes, maar de Nauwe korfslak is een van de twee soorten met een huisje dat linksgewonden is; de andere is de Kleine korfslak (Vertigo pusilla), een tamelijk algemene soort van niet al te vochtige plekken in bossen en struwelen. Het huisje van de Nauwe korfslak is 1,6 tot 1,9 mm lang en 0,8 tot 1,0 mm breed; het is licht bruingeel tot roodbruin gekleurd. Van de ongeveer vijf omgangen zijn de laatste twee duidelijk radiaal gestreept. In de nauwe, driehoekige mondopening zitten doorgaans vijf tanden (een enkele keer vier of zes). Hierin verschilt de soort van de Kleine korfslak, die een afgeronde mondopening heeft met 6 tot 9 tanden. Bovendien heeft de Nauwe korfslak een diepere nekplooi (een indeuking achter in de mondopening van de schelp) #1.

Algemeen voorkomen

Het centrum van het areaal van de Nauwe korfslak ligt in Centraal- en Oost-Europa. Westwaarts komt ze voor tot in Frankrijk, Engeland en Ierland, naar het noorden tot in Zuid-Zweden en Zuid-Finland. In het oosten strekt het verspreidingsgebied zich uit tot aan de Kaspische Zee, Noord-Iran en de Oeral, in het zuiden tot in Noord-Italie en Turkije. In het gehele areaal is de Nauwe korfslak zeldzaam. Nederland ligt dus in het noordwesten van het verspreidingsgebied. In ons land komt de Nauwe korfslak voornamelijk voor in de kalkrijke duinen ten zuiden van Bergen. Bij een recente inventarisatie in Zuid-Holland zijn de hoogste aantallen aangetroffen in de duinen van Voorne. Het voorkomen bleek beperkt tot kleine delen van deze duingebieden. Verder werd de soort in lage dichtheden gevonden in de Amsterdamse Waterleidingduinen, de duinen van Goeree en rond de Maasvlakte, terwijl ook recente vondsten bekend zijn uit de duinen van Noord-Holland en uit de Verdronken Zwarte Polder in Zeeland. Van enkele andere plekken in de duinen zijn oude waarnemingen bekend (o.a. van Terschelling) en het is goed mogelijk dat de soort zich hier nog steeds bevindt. Opmerkelijk is de vondst in 2002 van de Nauwe korfslak in het Geleenbeekdal in Zuid-Limburg. Dit gebied herbergt momenteel de enige populatie van dit landslakje in ons land buiten de duinen. Een oude vindplaats van het slakje in het binnenland, waar de soort mogelijk nog steeds voorkomt, betreft de Millingerwaard ten oosten van Nijmegen #1. De soort heeft een voorkeur voor beschutte plaatsen waar de vochtigheid doorgaans niet te sterk kan afnemen en waar de kans op uidrogen dus gering is. Er leven echter ook populaties op plaatsen waar door het plantendek nog lucht en warmte kan doordringen. Bladstrooisel onder valhout tussen hoge grassen, mos of kruidachtigen aan de rand van dichte struiken vormen vaak een geschikt microhabitat. De soort kan zowel worden aangetroffen op plekken die kortstondig onder water kunnen staan, alsook op matig vochtige tot zelfs (zij het zelden) aanzienlijk drogere plekken op vrij hoog gelegen duinen, waar dan wel beschutting en (dood) hout aanwezig dient te zijn van bij voorkeur populierachtigen #3.

Voedselhabitat en strategie

De Nauwe korfslak voedt zich met afstervend schimmels en afgestorven plantaardig en dierlijk materiaal #2. Een populatie beslaan maar een klein gebied, gebieden van enkele vierkante meters zijn geen uitzondering #3.

Reproductie en migratie

Migratie vermogen van de Nauwe korfslak is onbekend maar waarschijnlijk zeer gering #2. Er is weinig bekend over de levenscyclus, juvenielen worden het hele jaar tussen adulten aangetroffen. De meeste adulten zijn tte vinden in zomer en najaar, tussen maart en oktober. Dan worden ook de meeste eieren gelegd, die binnen enkele weken kunnen uitkomen. De eieren zijn relatief groot en hun aantal gering. Waarschijnlijk overwinteren populaties vooral via eieren, maar ook jonge en volwassen dieren zouden kunnen overwinteren #3.

Leeftijd en mortaliteit

Er is geen informatie beschikbaar over de leeftijd van de Nauwe korfslak. Over het algemeen wordt aan genomen dat populaties vooral via eieren overwinteren #3.

Dosis-effect relaties

Vanwege het gebrek aan kennis over de Nauwe Korfslak is het alleen mogelijk zeer algemene relaties te beschrijven.


Stroomdiagram



Algemen dosis-effect relaties

biotoop

Kalkrijke duinvalleien

Oever meren en vennen

Ruige begroeiing met oa Heelblaadjes, Koninginnenkruid, Duindoorn

Vochtige duinvalleien

Duindoornstruwelen

Referentie: #2

Bar chart for Bodembedekking showing HSI by klasse

klasse

HSI

aanwezigheid strooisellaag

1

aanwezigheid omgevallen bomen

1

NB: Deze dosis-effect relatie is een kwalitatieve beschrijving van het habitat waar de zeldzame Nauwe korfslak gevonden kan worden en behoeft uitbreiding.

Onzekerheid en validatie

(warning) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

Toepasbaarheid

De dosis-effect relaties voor de Nauwe korfslak zijn zeer algemeen. Door het kleine en specifieke micro-habitat waar deze zeldzame slakjes voorkomen is het niet mogelijk om tot meer kwantitatieve relaties te komen.

Voorbeeld project

Er is geen voorbeeldprojekt voor de Nauwe Korfslak.

Referenties

1 http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000
2 Janssen, J.A.M. en Schaminee, J.H.J. 2004. Europese natuur in Nederland; Soorten van de Habitatrichtlijn. KNNV Uitgeverij Utrecht. ISBN: 905011167x
3 Gmelig Meyling A.W. en de Bruyne, R.H. 2006. Inhaalslag verspreidingsonderrzoek mollusken van de Europese Habitatrichtlijn; Nauwe korfslak Vertigo angustior. Annemoon rapport 2006-01. Download rapport