home

H1110 - Permanent overstroomde zandbanken

Algemeen

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Wilgen-populierenbos

Regio

 

Watersysteem

 

Natuurparameter

Vegetatie- en habitattypen

HR nr

 

Factsheet opgemaakt door

M.P. Weeber

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen

De zachthout—ooibossen (Salicion alba) zijn rivierbegeleidende bossen die tot ontwikkeling komen op de oevers van rivieren en de hiermee in open verbinding staande wateren. Ook langs de wateren in het zoetwatergetijdengebied komen deze bossen tot ontwikkeling.
De bossen worden gekenmerkt met het feit dat de bodem regelmatig overstroomd wordt door rivierwater. Binnen de zachthout-ooibossen zijn twee typen te onderscheiden, namelijk het schietwilgenbos (Salicetum albo-fragilis) en het zwarte-populierenbos (Saliceto-Populetum) #1.

Het schietwilgenbos bestaat uit een boomlaag die vrijwel geheel uit schietwilg (Salix alba) bestaat. Het komt in lagere delen van de oevers tot ontwikkeling dan de zwarte-populierenbossen en op plaatsen waar de schietwilgen zich onvoldoende mate hebben gevestigd, kunnen amandelwilg (S. triandra) en katwilg (S. viminalis) de overhand hebben en een natuurlijk wilgenstruweel vormen. In Nederland zijn de schietwilgenbossen op de rivieroevers weinig algemeen en komt het bostype met name in uiterwaarden langs de oevers van kleiputten, zandwinplassen en oude strangen voor #1.

Het zwarte-populierenbos bestaat uit een boomlaag waarbij de zwarte populier (Populus nigra) meer op de voorgrond treedt dan de schietwilg. Het zwarte-populierenbos komt momenteel niet in het Nederlandse rivierengebied voor, maar in het verleden waren er enkele locaties op de oevers van de Waal waar het type zich ontwikkelde #1.

Voor de rivierbegeleidende bossen is naast de eerder genoemde soorten, ook de kraakwilg (S. fragilis) kenmerkend. Bij het zoetwatergetijde bossen komt ook de Duitse dot (S. dasyclados) voor. De laatste soort is in het verleden aangeplant voor de griendcultuur. In de kruidlaag van de wilgen-populieren bossen vindt men soorten die gekenmerkt worden doordat ze nitrofiel zijn en overstromingstolerant. De overstromingsduur bepaald de soorten rijkdom van de kruidlaag. Karakteristieke soorten zijn brandnetel (Utrica dioica), dauwbraam (Rubus caesius), gewone engelwortel (Angelica sylvestris), springzaad (Impatiens noli-tangere), gele waterkers (Rorippa amphibia) en gele lis (Iris pseudocorus). De struiklaag van de wilgen-populierenbossen is weinig ontwikkeld, waarbij het pionier-stadium een uitzondering vormt #1.

Beheer en ontwikkelingskansen

Voorheen waren deze bossen onderdeel van het hakhoutbeheer. Echter, dit beheer is sterk geslonken en is nog maar een klein deel van deze gebieden in stand gehouden. Wilgen-populierenbossen komen slecht tot ontwikkeling en kunnen alleen langdurig blijven bestaan als er geen of zeer extensieve begrazing plaatsvindt #1.

H3. Milieu-factoren

Onderdeel van de milieu factoren vormen rivierdynamiek, grondwaterdynamiek, bodemtype en begrazing. Daarbij maakt de hoogteligging van de bossen en de mate van isolatie t.o.v de rivier uit voor het effect van overstroming #1.

Dosis-effect relaties

Stroomdiagram

Binnen het model wordt er onderscheid gemaakt tussen:

watertype

vegetatietype

rivieren

schietwilgenbos

rivieren

zwarte-populierenbos

strangen

schietwilgenbos

zoetwatergetijde

schietwilgenbos











Dosis-effect relaties

Bar chart for Overstromingsduur (Rivieren Zwarte populierenbos) showing HGI by overstromingsduur (dgn/jaar)

overstromingsduur (dgn/jaar)

HGI

0-20

0

20 - 35

0.5

35 - 50

1

50 - 65

0.7

65 - 80

0.3

80 -95

0

Referentie: #1

Bar chart for Overstromingsduur (Rivieren & Strangen Schietwilgenbos) showing HGI by overstromingsduur (dgn/jaar)

overstromingsduur (dgn/jaar)

HGI

< 50

0

50 - 65

0.3

65 - 80

0.7

80 - 140

1

140 - 165

0.7

165 - 180

0.3

> 180

0

Referentie: #1

Bar chart for Hoogteligging (Zoetwatergetijde Schietwilgenbos) showing HGI by waterdiepte bij GHW voor oeverzone van 40 - 140 cm +GLW (cm)

waterdiepte bij GHW voor oeverzone van 40 - 140 cm +GLW (cm)

HGI

< -50

0

-50 - -35

0.5

-35 - 40

1

Referentie: #1

Bar chart for Bodemtype (Rivieren Zwarte populierenbos) showing HGI by lutumgehalte (%)

lutumgehalte (%)

HGI

< 5

1

5 - 8

0.8

8 - 18

0.4

> 18

0

Referentie: #1

XYline chart for Relatieve hoogteligging (Strangen Schietwilgenbos) showing HGI by overschreidingsduur rivierpeil van drempelhoogte (dgn/jaar)

overschreidingsduur rivierpeil van drempelhoogte (dgn/jaar)

HGI

0

0

20

0

40

1

50

1

Referentie: #1

Bar chart for Aantal grote grazers showing HGI by aantal grote grazers per 100 ha (grazers/100ha)

aantal grote grazers per 100 ha (grazers/100ha)

HGI

0 - 15

1

15 - 20

0.7

20 - 25

0.3

> 25

0

Referentie: #1

XYline chart for Mate van isolatie (Strangen Schietwilgenbos) showing HGI by (over)stroming vanuit rivier (dgn/jaar)

(over)stroming vanuit rivier (dgn/jaar)

HGI

0

0

50

0

150

1

200

1

Referentie: #1

Onzekerheid en validatie

(warning) Deze dosis-effect relaties zijn niet gevalideerd.

Toepasbaarheid

Deze dosis-effect relaties zijn alleen van toepassing op het bepalen van potentiële ontwikkelingsplaatsen van Wilgen-populierenbossen langs rivieren en in het zoetwatergetijdegebied. .

Voorbeeld project

Er is geen voorbeeld project.

Referenties

1 Duel, H., Specken, B., 1994. Standplaatsmodel Wilgen-populierenbos: een model voor het analyseren van de standplaatskwaliteit van rivieroevers voor wilgen-populierenbossen (Salicon albae), werkdocument, TNO-BSA, Werkgroep Planning, Delft, december 1994.

  • No labels