Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

Als een zettingsvloeiing plaatsvindt, zal een deel van het vervloeide materiaal naar de zijkanten afvloeien. Door dit tweedimensionale effect zal de oppervlakte van de verdwenen grond bovenin het dwarsprofiel (Area oppervlak 1 onderstaande figuur) ongeveer een factor 1,4 groter zijn dan de oppervlakte van de grond die er aan de onderkant (Area oppervlak 2) bijkomt. Het uitvloeiingsprofiel heeft ook niet één gelijkmatige taludgradiënt maar bestaat uit ruwweg twee delen; een zeer flauw ondergedeelte en een steiler bovengedeelte. Indien deze verhouding wordt meegenomen, luidt de formule:

...

   c = verhouding tussen oppervlak1 en oppervlak2 in onderstaande figuur: A1=cA2. Voor c wordt default een waarde van 1,4 aangehouden[1]

  H = de totale hoogte van het onderwatertalud, moet de werkelijke hoogte tot aan het voorland worden genomen (en dus niet fictieve rekenhoogte HR) [m]. In geval van een onbestort onder water talud of als sprake is van een bestorting op een gedeelte van het talud, dat niet doorloopt tot in het diepste punt van de geul, geldt: H = Hgeul. Indien er gedeeltelijk bestorting aanwezig is die begint in het diepste punt van de geul, geldt H = Honbest, zie onderstaande figuren.

  D = steile gedeelte schadeprofiel

...