Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

Het uitgangspunt voor een nieuw te bouwen versie van het Landelijk Hydrologisch Model (LHM) is dat een nieuwe landsdekkende schematisatie van het oppervlaktewater wordt gemaakt, die zoveel mogelijk is opgebouwd uit actuele regionale bouwstenen die worden toegepast in het regionale waterbeheer en beschikbaar zijn in DAMO / HyDAMO. HIerdoor kunnen regionale data en kennis ook optimaal worden benut in landelijke beleidsanalyses op het gebied van waterkwaliteit en zoetwaterbeschikbaarheid. De focus bij de modelbouw ligt op data van de oppervlaktewateren, die actief door de waterschappen en Rijkswaterstaat worden beheerd, en daarmee op het gebruik van gegevens die (op korte termijn) wel beschikbaar zijn bij de regionale waterbeheerders, Waar geen, of niet tijdig informatie beschikbaar isof is of geleverd kan worden , zal bij de modelbouw worden teruggevallen op meer algemene (minder regionaal specifieke) gebiedskenmerken of bestaande landelijke modelschematisaties.  Voor de kleinste waterlopen (greppels, kleinere slootjes, etc.) zal bij de nieuwe versie van het landelijk model per definitie grotendeels worden teruggevallen op algemene kennisregels en vuistregels, zoals die bijvoorbeeld beschikbaar zijn in het cultuurtechnisch vademecum.

Onderstaande tabel geeft een selectie weer van de DAMO objecten die noodzakelijk of gewenst zijn voor het opbouwen van een nieuwe oppervlaktewaterschematisatie en parameterisatie in het LHM. Doorklikken op het object te klikken leidt je naar een pagina waarop beschreven is welke attributen exact gebruikt worden.

Door bij de nieuwe schematisatie zoveel mogelijk gebruik te maken van de gestandaardiseerde database op basis van DAMO wordt het mogelijk om de model schematisatie af te leiden met behulp van standaard scripts, op vergelijkbare wijze als D-HyDAMO scripts worden ingezet om modellen in D-HYDRO (D-Flow FM) te genereren. Hierdoor kunnen modelschematisaties op herleidbare en herhaalbare wijze worden afgeleid voor zowel landelijke als regionale toepassingen,, en wordt een duurzaam proces van terugkoppeling mogelijk gemaakt, waarbij meldingen direct kunnen terugvloeien naar de bronhouder (in plaats van de modeleigenaar), waardoor ook op lange termijn de kwaliteit van de regionale en landelijke modeltoepassingen blijft verbeteren en het draagvlak voor de modeltoepassingen toeneemt, conform het gedachtengoed in het NHI. 

Onderstaande tabel geeft een selectie weer van de DAMO objecten die noodzakelijk of gewenst zijn voor het opbouwen van een nieuwe oppervlaktewaterschematisatie en parameterisatie in het LHM. Doorklikken op het object te klikken leidt je naar een pagina waarop beschreven is welke attributen exact gebruikt worden.

Voor de bouw van een nieuwe LHM schematisatie zijn naast bouwstenen in DAMO ook aditionele gegevens interessant die niet via DAMO geleverd kunnen worden. Voorbeelden zijn reeds afgeleide QH of QV-relaties, gevalideerde tijdreeksen op bekende locaties (meetlocaties, lozingspunten, randvoorwaarden) tbv model forcering of model validatie, reeds afgeleide verdeelsleutels op splitsingen, en belangrijke informatie over de routing van water. Daarnaast zijn gevalideerde hydrodynamische modellen wenselijk ten behoeve van model validatie of als achtervang voor informatie die niet via DAMO aangeboden wordt. Voor deze datasets is onderaan deze pagina een aparte aanleverprocedure beschrijven. De toegeleverde gegevens zullen uitsluitend worden gebruikt voor de opbouw van het nieuwe model. Tijdens de modelbouw zijn bovendien terugkoppelmomenten voorzien naar de waterbeheerders die gegevens hebben aangeleverd, waarin wordt toegelicht hoe de informatie is gebruikt in de modelbouw, en er mogelijkheden zijn om eventuele verkeerde interpretatie van de aangeleverde gegevens te corrigeren.

...