Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

Dit habitattype bevat een breed scala bossen die voorkomen langs rivieren en beken. Deze bossen behoren tot drie verschillende plantensociologische verbonden, te weten het

  • Alno-Padion (Vogelkers, Essen, Iepenbos),
  • Alnion glutinosae (Elzenbossen) en
  • Salicion albae (Wilgenbossen en -struwelen)#1.

Het centrale verbond voor dit habitattype is het Alno-Padion is het centrale verbond. De boomlaag bestaat voornamelijk uit de Gewone es (Fraxinus excelsior). Op kleiige afzettingen langs de rivieren bestaat dit vooral uit dit zich in Essen-Iepenbos (Fraxino-Ulmetum) en langs beken zijn dit Vogelkers-Essenbos (Pruno-Fraxinetum) en Goudveil-Essenbos (associatie Carici remotae-Fraxinetum). De hardhoutbossen van het Alno-Padion verbond behoren tot habitattype 91F0.

Van het Alnion glutinosae betreft, zijn de beekdal-elzenbroeken op plaatsen met (basenrijke) kwel van belang. In de boomlaag domineert Zwarte els (Alnus glutinosa). Deze boom groeit op standplaatsen waar de grondwaterstand in de wortelzone blijft. De basenrijke variant wordt gekenmerkt door onder andere Bittere veldkers (Cardamine amara) en Verspreidbladig en Paarbladig goudveil (Chrysosplenium alternifolium, Chrysosplenium oppositifolium). Op plekken met zure kwel groeit een bostype dat enigszins doet denken aan het elders in Europa voorkomt.

Langs de rivieren komt dit type voor in de vorm van zachthoutooibossen (Salicion albae verbond). De boomlaag wordt gedomineerd door De zachthoutooibossen van het Salicion albae verbond zijn rivierbegeleidende bossen die tot ontwikkeling komen op oevers van rivieren. Behalve langs de riveren komen deze bossen ook voor langs wateren in het zoetwatergetijdegebied. Kenmerkende soorten zijn Schietwilg (Salix alba) of Katwilg (Salix viminalis); daarnaast is Zwarte populier (Populus nigra) een opmerkelijke soort. De ondergroei bestaat merendeels uit triviale moeras- en ruigteplanten zoals Grote brandnetel (Urtica dioica), Gewone smeerwortel (Symphytum officinale), Rietgras (Phalaris arundinacea), Kleefkruid (Galium aparine), Grote kattenstaart (Lythrum salicaria) en Gele lis (Iris pseudacorus). Deze bossen groeien op voedselrijke, laaggelegen plekken langs de rivieren met een hoge waterdynamiek. In modelsimutalites wordt voor zachthoutooibos vaak een overstromingsduur aangenomen tussen de 50 en 150 dagen/jaar.

...