...
Section | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Het voorkomen van kenmerkende soorten vergroot de kwaliteit van een habittatype. Dit geldt voor de hierboven genoemde kenmerkende soorten voor bijvoorbeeld ongewervelde dieren en zeegrassoorten. De zandbanken zijn in ons land meestal onbegroeid; , plaatselijk bevatten ze algengemeenschappen of begroeiingen met Groot zeegras zeegrassen. Dit zal voornamelijk Klein zeegras zijn (Zostera noltii), omdat Groot zeegras niet goed tegen droogvallen kan. Dosis-effect relaties voor het voorkomen van zeegrassen staan bij Klein zeegras - Zostera noltii en Groot zeegras - Zostera marina. Slikken en zandplaten vormen een belangrijk foerageergebied voor bodemfauna-etende vogels. Daarom is de habitatgeschiktheid van deze groep vogels hier als extra dosis-effect relatie opgenomen. De dosis-effect relaties voor bodemfauna-etende vogels zijn beschreven op pagina Algemeen - Bodemfauna-etende vogels.
|
...