Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

Van het Alnion glutinosae betreft, zijn de beekdal-elzenbroeken op plaatsen met (basenrijke) kwel van belang. In de boomlaag domineert Zwarte els (Alnus glutinosa). Deze boom groeit op standplaatsen waar de grondwaterstand in de wortelzone blijft. De basenrijke variant wordt gekenmerkt door onder andere Bittere veldkers (Cardamine amara) en Verspreidbladig en Paarbladig goudveil (Chrysosplenium alternifolium, _Chrysosplenium oppositifolium). Op plekken met zure kwel groeit een bostype dat enigszins doet denken aan het elders in Europa voorkomt.

Langs de rivieren komt dit type voor in de vorm van zachthoutooibossen (Salicion albae verbond). De boomlaag wordt gedomineerd door Schietwilg (Salix alba) of Katwilg (Salix viminalis); daarnaast is Zwarte populier (Populus nigra) een opmerkelijke soort. De ondergroei bestaat merendeels uit triviale moeras- en ruigteplanten zoals Grote brandnetel (Urtica dioica), Gewone smeerwortel (Symphytum officinale), Rietgras (Phalaris arundinacea), Kleefkruid (Galium aparine), Grote kattenstaart (Lythrum salicaria) en Gele lis (Iris pseudacorus). Deze bossen groeien op voedselrijke, laaggelegen plekken langs de rivieren met een hoge waterdynamiek. In modelsimutalites wordt voor zachthoutooibos vaak een overstromingsduur aangenomen tussen de 50 en 150 dagen/jaar.

Algemeen voorkomen

Langs de grote rivieren op oeverwallen en in kommen. Langs beken in Achterhoek, Twente, Noord-Brabant, Midden- en Zuid Limburg, en aan de rand van de veluwe en bij de stuwwal van Nijmegen.

Milieurandvoorwaarden

Het type komt dan ook voor in het fluviatiele, Kempens, Gelders, Drents district. De bosgemeenschappen vallen onder de groep hardhoutooibos en zachthoutooibos, welke voorkomen bij respectievelijk een overstromingsduur van 2 tot 50 dagen/jaar en 50 tot 150 dagen/jaar #2. De gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand bij bosgemeenschappen behorende tot dit habitattype ligt tussen de 20 10 en 80 cm #4,#5. De waterdiepte waarbij De bodem waar dit type om voorkomt bestaat uit zand, leem of klei #4.

...

Langs de grote rivieren op oeverwallen en in kommen. Langs beken in Achterhoek, Twente, Noord-Brabant, Midden- en Zuid Limburg, en aan de rand van de veluwe en bij de stuwwal van Nijmegen.
.

Dosis-effect relaties

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelstroomsnelheid (m/s)
typebar
titleStroomsnelheid trek
dataOrientationvertical
yLabelHSI

 

HSI

0-2

1

>2

0

Referentie: #3

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelstroomsnelheid (m/s)
typebar
titleStroomsnelheid paaigebied
dataOrientationvertical
yLabelHSI

m/s

HSI

0-1

1

>1

0

Referentie: #1
Deze regel is niet van toepassing in Nederland omdat de soort hier niet paait

  
Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelaanwezigheid kiezel
typebar
titleSubtraat paaigebied
dataOrientationvertical
yLabelHSI

 

HSI

geen

0

weinig

0.1

matig

0.35

redelijk

0.65

veel

1

(info) Bij gebrek aan uitgebreide informatie is deze regel is gebaseerd op de regels van de Rivierprik, die een vergelijkbaar paaigebied wenst.
Deze regel is niet van toepassing in Nederland omdat de soort hier niet paait

Column
width50%

...

1

Anchor
1
1
Janssen, J.A.M. en Schaminee, J.H.J. (2004) Europese natuur in Nederland; Habitat typen. KNNV Uitgeverij, Utrecht. ISBN: 9050111661
2
Anchor
2
2
Klijn, F., S.A.M. van Rooij, M. Haasnoot, B.L.W.G. Higler & B.S.J. Nijhof. (2002) Ruimte voor de Rivier, Ruimte voor de Natuur. WL-rapport Q2824.10, Alterra-rapport 513. ISSN 1566-7197
3
Anchor
3
3
http://www.minlnv.nl/natura2000
4
Anchor
4
4
Runhaar, H. Waternood. Hydrologische randvoorwaarden voor natuur.
5
Anchor
5
5
Duel, H. (1994). Standplaatsmodel Essen-Iepenbos.