Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
scrollbar

Watervleermuis - Myotis daubentonii

Algemeen

Section
Column
width80%

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Watervleermuis - Myotis daubentonii

Regio

 

Watersysteem

 

Natuurparameter

zoogdieren

HR nr

 

Factsheet opgemaakt door

M.P. Weeber

Column
width50%

Image Added

www.vleermuis.net Foto: R.Janssen

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen

De watervleermuis (Myotis daubentonii) is een boombewonende soort, maar wordt ook op kerkzolders, in grotten, bunkers en holleruimten en spleten in (beton)bruggen aangetroffen #1#2. De verspreiding is echter met name gekoppeld aan het aanbod van oude, holle bomen #1. Grote dichtheden worden vooral daar aangetroffen waar zowel oud bos of oude bomen als beschut water aanwezig is #1. De verspreiding toont een duidelijk relatie met de oudere bossen op de duinen in het westen van Nederland, en de hogere zandgronden en het krijtlandschap in het oosten en het zuiden van Nederland #1. Ook is de soort te vinden in het laagland bij oude bossen en parken zich en in het noordwesten op zolders als er geen bossen in de buurt zijn #1.

De watervleermuis is een grote vleermuis met een spanwijdte van 20 tot 30 cm en een gewicht van 14 tot 20 gram #1. Net als de meervleermuis heeft de watervleermuis opvallend grote voeten die hij gebruikt om insecten van het wateroppervlak te scheppen. De soort is te onderscheiden van andere Myotis soorten door de bruine neus met in verhouding vrij grote neusknobbels. De buikvacht is grijswit met een donkere ondervacht en deze steekt duidelijk af tegen de middel- tot donkerbruingrijze rugvacht #1.

Voedselhabitat en strategie

Het jachtgebied bestaat uit allerlei typen wateren. Vooral beschutte wateren als vijvers in landgoederen en parken, smalle vaarten, en langzaam stromende beken worden gebruikt. Hierbij jaagt de watervleermuis circa 5 tot 30 cm boven het wateroppervlak. Bij de keuze voor de wateren is het belangrijk dat het water eutroof is en er geen drijvende of emerse waterplanten aanwezig zijn, de soort wordt namelijk zelden jagend aangetroffen boven water dat met kroos of waterlelies bedekt is om door riet of boomopslag wordt onderbroken. Wanneer het waait is het echter wel van belang dat het water beschut is #1. Naast boven water jaagt de watervleermuis ook boven land. Dit doet hij voornamelijk relatief laag boven bospaden, in beschutte open plekken van het bos of hoger tussen de boomkronen #1. De watervleermuis jaagt voornamelijk op dansmuggen (Chironomidae), maar ook op langpootmuggen (Tipulidae), vlinders (Lepidoptera) en kevers (Coleoptra)#2. Bij het jagen kan de homerange variëren van enkele tot 10 kilometers, afhankelijk van de ligging van de kolonie ten opzichte van het jachtgebied #1. Op de weg naar het jachtgebied blijft de watervleermuis ver het algemeen in de beschutting van bosranden, houtwallen en andere lijnvormige elementen #2. Het jachtgebied dient daarom bij voorkeur te grenzen aan (potentieel) koloniegebied of verbonden te zijn aan het kolonie gebied doormiddel van lijnvormige elementen #1.

Reproductie, migratie en leefgebied

De watervleermuis overwinterd in koele vochtige ondergrondse ruimten met een min of meer constante temperatuur #2. Hiervoor gebruiken ze voornamelijk ondergrondse objecten, zoals grotten, kalksteengroeven, oude steenfabrieken, bunkers, forten, vestingwerken, ijskelders en (kasteel)kelders #1. Hierbij blijft de watervleermuis in een stabiele winterslaap van september/oktober tot maart/april.

Paren vindt voor zover tijdens de winterslaap en in de najaarszwermen plaats #1. Vanaf april vormen de vrouwtjes kraamgroepen, waarbij in de tweede helft van juni de jongen worden geboren die in de tweede helft van juli uitvliegen #2. Kraamkolonies variëren van enkele tientallen tot meer dan honderd individuen en bestaat uit een verwante groep vrouwelijke watervleermuizen #1.

Dosis-effect relaties

Section
Wiki Markup

{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Waterdiepte| Waterplanten|Oppervlakte voedselgebied"
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI Voedsel"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];

{flowchart}
Section
Wiki Markup

{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Dekking|Afstand tussen leefgebieden"
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI Leefgebied"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];

{flowchart}
Section
Wiki Markup

{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Dekking|Peilfluctuatie|Overstromingsduur"
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI Nest"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];

{flowchart}
Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelwaterdiepte(cm)
typexyline
titleWaterdiepte
dataOrientationvertical
yLabelHGI

waterdiepte (cm)

HGI

-250

0

0

0

50

1.0

250

1.0

1000

0

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelwaterdiepte(cm)
typexyline
titleWaterplanten
dataOrientationvertical
yLabelHGI

Waterplanten (%)

HGI

0

0.5

25

1.0

50

1.0

75

0.5

100

0.5

referentie: #1

Section

HGI Voedsel = min(HGI_Waterdiepte,HGI_Waterplanten)

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeloppervlakte(ha)
typexyline
titleOppervlakte voedselgebied vrouwtjes
dataOrientationvertical
yLabelHGI

oppervlakte (ha)

HGI

0

0

16,8

1

34

1

100

1

Referentie: #4,#10

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeloppervlakte(ha)
typexyline
titleOppervlakte voedselgebied mannetjes
dataOrientationvertical
yLabelHGI

oppervlakte (ha)

HGI

0

0

30,2

1

63

1

100

1

Referentie: #4,#10

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelafstand tussen moerassen(km)
typexyline
titleAfstand tussen moerassen
dataOrientationvertical
yLabelHGI

Afstand (km)

HGI

0

1

1

1

2

0

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelpeilfluctuatie(cm)
typexyline
titlePeilfluctuatie
dataOrientationvertical
yLabelHGI

peilfluctuatie (cm)

HGI

0

1

10

1

25

0

Referentie: #1

Column
width50%

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeloverstromingsduur (dagen/jaar)
typebar
titleOverstromingsduur
dataOrientationvertical
yLabelHGI

overstromingsduur (dagen/jaar)

HGI

0-10

1

10-20

0.8

20-40

0.4

40-60

0.2

Referentie: #1

Nog op te nemen bij aanwezigheid geschikte informatie: afstand tot verstoring (recreatie en verkeer).

Onzekerheid en validatie

Deze rekenregels zijn opgesteld in samenwerking met expert, A.W.J.J. de Jongh, Stichting Otterstation Nederland.

(warning) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

Voorbeeld project

Als test zijn de rekenregels voor de otter aan het HABITAT model voor het Markermeer toegevoegd. Er is het gerekend met een scenario uit TBES, waarin ondieptes zijn gecreëerd in de vorm van een 'oermoeras' en ondieptes bij de lepelaarsplassen. Ook is er in dit scenario een seizoensgebonden peil ingesteld.

De Habitat Geschikheids Index voor voedsel, op basis van waterdiepte en de aanwezigheid van waterplanten levert het volgende plaatje:
Image Added

Te zien is dat het model een goede geschiktheid voor voedsel aangeeft in de oeverzones, waarbij de door de gecreëerde ondieptes in dit scenario het geschikte gebied wordt vergroot.
De HGI voor het leefgebied:

Image Added

Output voor HGI Leefgebied

Te zien is dat het oermoeras volgens het model geschikt is als leefgebied voor de otter. Wel moet hierbij aangetekend worden dat als 'geschikt' nu de ecotopen 'riet', 'kale grond' en 'grasland' meegenomen zijn. Het is niet goed te voorspellen of deze ecotopen voldoende dekking bieden voor de otter. Dit zal erg afhangen van het management van deze gebieden, voor de otter is het van belang dat er meerjarig riet aanwezig is, daarvoor moet er niet te vaak gemaaid worden. Ook is het van belang in welke mate deze gebieden verstoord zullen worden, dit zal een negatief effect hebben op de habitat geschiktheid voor de otter. Verder is van belang dat het voedselzoek gebied rond het leefgebied groot genoeg is.

Image Added

Image Added|

Geschiktheid voedselzoekgebied Vrouwtjes

Mannetjes

Links is te zien dat het model aangeeft het het gebied, in een zone van 20 meter rond het land dat in de zomer gemiddeld droog staat, groot genoeg is om voedsel te zoeken voor vrouwtjes, echter niet voor mannetjes.
Daarbij moet worden aangetekend dat de zone valt in een gebied dat een geschiktheid heeft van 0.5 voor Voedsel, dit wordt veroorzaakt doordat het hier te ondiep is voor waterplanten en hierdoor ook voor de otter minder geschikt is, volgens het model.
Hier zijn eventueel nog aanpassingen nodig.

Tot slot de output van de HGI voor nest. Deze is berekend op basis van peilfluctuatie.

Image Added

Output HGI Nestplaatsen

Volgens deze rekenregel zijn grote delen van het oermoeras, uitgaande van peilfluctuatie, geschikt als nestplaats.

Op basis van deze HGI's is het mogelijk dat een ottervrouwtje zich zou kunnen vestigen in het oermoeras, het is echter zeer de vraag of dit genoeg is voor een stabiele otterpopulatie, daarvoor zouden er in ieder geval goede verbindingen met andere ottergebieden moeten zijn.

Referenties

1

Anchor
1
1
www.vleermuis.net (Watervleermuis) 10 december 2012

2

Anchor
2
2

home

...

(warning)
Deze soort moet nog worden beschrijven.
Er bestaat een hsi model, zie attachment.

Hollands., H., J.O. Reinhold (1999). HSI-modellen voor 5 oevergebonden zoogdiersoorten. Voorlopige versie op basis van huidige ecologische kennis. Dienst Weg- en Waterbouwkunde