Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
Wiki Markup
{scrollbar}

h1. Waterral - _Rallus aquaticus_

h1. Algemeen
{section}{column:width=80%}
|| Algemene kenmerken || ||
| Naam soort(en)groep | Waterral - _Rallus aquaticus_ |
| Regio | Nederland, Europa |
| Watersysteem | Cultuurlandschappen,  |
| Natuurparameter | vogelspark en tuin, stedelijk gebied  |
| HRNatuurparameter nr | vogels |
| Factsheet opgemaakt door | M.P. Weeber |{column}{column:width=20%}
| !ZomertalingWaterral (www.natuurfotoalbumvogeltrackers.eunl).jpg|thumbnail! |
| [natuurfotoalbum.euhttp://vogeltrackers.nl] |{column}{section}

h1. Habitat beschrijving


h3. Algemeen voorkomen

De waterral heeft een voorkeur voor mineraal-en/of humusrijke bodemsubstraten, bedekt met een laag water van meer dan 6 cm diep en begroeid met overstaande helofyten met een bedekkinggraad van 75 - 100%, gelegen aan een enigszins voedselrijk moeras, waarin verschillende vegetatietypen van rietland en broekbos elkaar als mozaïek afwisselen [#1]. Dit bevatten de meeste Rijkswateren, namelijk moerassen in uiterwaarden, rietzonesn grenzend aan IJsselmeer en Randmeren.  Het ontbreken van geleidelijke moerassige oeverzones van minimaal 0.5 hectaren maakt meeste kanalen en vaarten ongeschikt als broedgebied [#1].

Van de moerassige oeverzone is het van belang dat deze beschutting biedt, plasjes en poeltjes bevat en relatief vlak is. De waterral komt alleen maar voor bij stilstaand tot stromen water, van zoet tot brak [#1]. De waterral broedt onder andere op de kwelders in Zeeland. De waterral foerageert naast zijn nestgebied [#1].

h3. Voedselhabitat en strategie

De waterral is een echte alleseter, hij eet weekdieren, ringwormen, geleedpotigen, kleine vissen, amfibieën, kleine vogels en zoogdieren, aas en vruchtzaden [#1]. Hierbij geeft hij er voorkeur aan te jagen waar hij op pootlengte bij de bodem kan komen (ong. 9 cm)[#1].  

h3. Reproductie en migratie

De broed begint in eind maart - april en loopt tot juli - begin augustus. Er worden 5 tot 11 eieren gelegd die na 19 tot 23 dagen uitkomen. De jongen zijn  na 7 tot 8 weken vliegvlug en onafhankelijk na 55 tot 60 dagen [#1]. Bij het mislukken van een legsel of als de jongen van het eerste legsel 4 weken oud zijn, wordt er nog wel eens een tweede legsel gelegd [#1]. 

De jongen verstrekken al juli-augustus uit het broedgebied, de volwassenen volgen in september-oktober. De overwintering vindt plaats in  West-Frankrijk en Engeland. In eind februari- begin maart keren de vogels terug [#1].


h3. Leeftijd en mortaliteit

Met voldoende dekking en voldoende hoge waterstanden is de invloed van predatoren op het nest nihil. Daalt het waterniveau echter dan kan de predatie toenemen [#1]. 

h1. Dosis-effect relaties

h4. Stoomdiagram

\\{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "HGI Nesthabitat Waterral | HGI Leefgebied algemeen Waterral"
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Broedgebied Slobeend"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];
{flowchart}
\\

\\{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Dagelijkse peilfluctuaties in de helofytenzone | Overstromingen | Overwegende waterdiepte in helofytenzone "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Nesthabitat Waterral"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];
{flowchart}
\\

\\{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Plasjes-poelen van enkele m2 met water groter dan 10 cm | Stroomsnelheid water | Vegetatiereliëf | Oevervegetatie | Vegetatie stadia | Taludvorm  "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Leefgebied algemeen Waterral"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];
{flowchart}
\\

\\{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Micro reliëf in moerasvegetaties | Lengte vegetatiegrenzen "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "Vegetatiereliëf"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
{flowchart}
\\

\\{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Bedekking helofyten | Breedte oevervegetatie "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "Oevervegetatie"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
{flowchart}
\\

\\{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Oppervlak moeraslandschap | Successiestadia "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "Vegetatie stadia"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
{flowchart}
\\

h4. Dosis-effect relaties

Zie ook [Algemeen - Vis-etende vogels|Algemeen - Vis-etende vogels] en [Algemeen - Broed en rust habitat (Water)vogels|Algemeen - Broed en rust habitat (Water)vogels] voor algemene rekenregels voor vogels. 

Door Sierdsema 1995 is ...................Aartsen et al [#2]. 

{section}{column:width=50%}
{chart:type=bar|title=  Plasjes/ poelen van enkele m2 met water > 10 cm diep|xlabel=plasjes/ poelen van enkele m2 met water > 10 cm diep (klassen)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false}
|| plasjes/ poelen van enkele m2 met water > 10 cm diep (klassen) || HSI ||
| aanwezig | 1 |
| afwezig | 0.3 |
{chart}
Referentie: [#1]

{column}{column:width=50%}
{chart:type=bar|title=Stroomsnelheid water|xlabel=stroomsnelheid water (klassen)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false}
|| stroomsnelheid water (klassen) || HSI ||
| stilstaand, zwak stromend | 1 |
| stromend | 0.4 |
| snel stromend | 0 |
{chart}
Referentie: [#1]

{column}{section}{section}{column:width=50%}
{chart:type=bar|title=Dagelijkse peilfluctuaties in helofytenzone|xlabel=dagelijkse peilfluctuaties in helofytenzone (cm)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false}
|| dagelijkse peilfluctuaties in helofytenzone (cm) || HSI ||
| 0 | 0.2 |
| 1 - 5 | 0.6 |
| 5 - 15 | 1 |
| > 15 | 0.2 |
{chart}
Referentie: [#1]

{column}{column:width=50%}
{chart:type=bar|title=Micro reliëf in moerasvegetaties|xlabel= micro reliëf in moerasvegetaties (klassen)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false}
|| micro reliëf in moerasvegetaties (klassen) || HSI ||
| veel | 1 |
| weinig | 0.3 |
{chart}
Referentie: [#1]
{column}{section}

{section}{column:width=50%}
{chart:type=bar|title=Lengte vegetatiegrenzen|xlabel=lengte vegetatiegrenzen (m/25 ha)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false}
|| lengte vegetatiegrenzen (m/25 ha) || HSI ||
| 0 - 2000 | 0.2 |
| 2000 - 3000 | 0.7 |
| 3000 - 4500 | 1 |
| > 4500 | 0.7 |
{chart}
Referentie: [#1]

{column}{column:width=50%}
{chart:type=XYline|title=Bedekking helofyten|xlabel= bedekking helofyten (%)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false}
|| bedekking helofyten (%) || HSI ||
| 0 | 0 |
| 25 | 0.5 |
| 75 | 1 |
| 100 | 1 |
{chart}
Referentie: [#1]

{column}{section}{section}{column:width=50%}
{chart:type=XYline|title=Breedte oevervegetatie|xlabel=breedte oevervegetatie (m)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false}
|| breedte oevervegetatie (m) || HSI ||
| 0 | 0 |
| 10 | 1 |
| 15 | 1 |
{chart}
Referentie: [#1]

{column}{column:width=50%}
{chart:type=XYline|title=Oppervlak moeraslandschap|xlabel=oppervlak moeraslandschap (ha)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false}
|| oppervlak moeraslandschap (ha) || HSI ||
| 0 | 0 |
| 1 | 0.7 |
| 10 | 1 |
| 15 | 1 |
{chart}
Referentie: [#1]
{column}{section}

{section}{column:width=50%}
{chart:type=XYline|title=Successie stadia|xlabel= successie stadia (klassen)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false}
|| successie stadia (klassen) || HSI ||
| waterrietland | 0.2 |
| waterrietland met droge plekken | 0.5 |
| nat rietland | 0.8 |
| nat rietland met opslag 10 - 30% | 1 |
| nat rietland met opslag > 30% | 0.8 |
| struweel met riet | 0.5 |
| broekbos | 0.2 |
{chart}
Referentie: [#1]

{column}{column:width=50%}
{chart:type=bar|title=Taludvorm|xlabel=taludvorm (graden)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false}
|| taludvorm (graden) || HSI ||
| 0 - 5 (vlak) | 1 |
| > 5 | 0 |
{chart}
Referentie: [#1]
{column}{section}

h1h3. OnzekerheidOrnithologisch enBasisregister validatie[#2]

(!) Deze rekenregels || ecotoop-gebied || nest || voedsel || 
| open water |   |  |
| rietvegetaties | ++ | ++ |
| ruigten |   | + |
| zandige, open ruigten en pioniersvegetaties |   |   |
| heide stuifzand, veen, open duin |  |   |
| grasland |  |   |
| akkers |  |   |
| struwelen | + |  + |
| bos |  |   |
| bebouwd gebied |   |   |
| open gebied |  |   |

Het nest wordt gemaakt op het wateroppervlak, waterkant en bodem.

Het voedsel wordt gezocht op het wateroppervlak, waterkant en onder water.

De bepalende factor van voorkomen is de aanwezigheid van natte rietruigten en overjarig rietland.

h1. Onzekerheid en validatie

(!) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

Deze rekenregels zijn opgesteld aan de hand van een literatuuronderzoek [#1].

h1. Toepassingsgebied

Deze rekenregels zijn opgesteld voor de waterral en zijn van toepassing op het bepalen van het broedgebied van deze soort [#1]. 

h1. Voorbeeld project

Niet aanwezig

h1. Referenties

1 {anchor:1} Van der Winden, J., Dirksen, S., Poot, M.J.M., 1996 . HSI-modellen voor 15 oevergebonden broedvogelsoorten. Ministerie van verkeer en waterstaat, Dienst weg en watebrouwkunde, Bureau Waardenburg, februari 1996
2 {anchor:2} Sierdsema
, H. Broedvogels en beheer. Staatsbosbeheer.SOVON. 1995