Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
Comment: Migration of unmigrated content due to installation of a new plugin

home

scrollbar

Noordse woelmuis - Microtus oeconomus

...

Section
Column
width80%

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Noordse woelmuis - Microtus oeconomus

Regio

Nederland, Noord-Europa, Noord-Azie, Noord-Amerika

Watersysteem

wetlands, oevers, meren

Natuurparameter

zoogdieren

HR nr

H1340

Factsheet opgemaakt door

K.E. van de Wolfshaar en ; V. Harezlak

Column
width20%

(Foto: www.nioz.nl/vleet/)

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen

Het verspreidingsgebied van de noordse woelmuis strekt zich uit van Noord-Scandinavië via Siberië en Alaska tot in Canada. De ondersoort arenicola komt alleen verspreid voor op Texel en in laag Nederland en is daarmee de enige endemische vertebraat van Nederland. Op basis van zijn verspreiding worden binnen Nederland vijf regio's onderscheiden die verschillen in landschappelijke kenmerken, waterhuishouding en bodem #1.

1. Friesland
2. Texel
3. Noord-Holland Midden
4. Veenweidegebied Holland-Utrecht
5. Deltagebied

Per regio zijn de condities die bepalen of het habitat geschikt is voor de noordse woelmuis verschillend. Het habitat wordt echter veelal De Noordse Woelmuis komt in Nederland verspreid over het benedenrivierengebied en het veenweidegebied voor. De habitat wordt gekenmerkt door een dynamisch milieu met wisselende waterstanden en hoge bedekkingsgraad aan vegetatie. De soort gedijt goed in vochtige tot zeer natte rietlanden, natte hooilanden en periodiek overstroomde terreinen #1 en in hoge vegetaties met vooral grasachtige planten #4. De soort heeft heeft in aanwezigheid van concurrentie een duidelijke voorkeur voor natte terreinen, zoals rietland, moeras, drassige hooilanden, vochtige duinvalleien, en periodiek overstroomde terreinen #2 en in hoge vegetaties met vooral grasachtige planten #3. Echter, de gebieden moeten noch te open noch te dichtbegroeid zijn #5 #4. Doordat de noordse woelmuis geen watervrees heeft, kan hij goed eilandjes bereiken (zwemafstand van 1500 m bekend), waar hij dan vaak als enige woelmuissoort voorkomt.
De noordse woelmuis ondervindt concurrentie van andere woelmuissoorten, met name de aardmuis en de veldmuis #1, #5. De heersende omgevingscondities bepalen welke woelmuissoort voorkomt. Bekend is dat in geval van aanwezigheid van de aardmuis de kans op het aantreffen van noordse woelmuis met 44-61% verlaagd word. Voor veldmuizen is het negatieve effect alleen aangetoond in habitats die geschikt zijn voor de veldmuis en niet optimaal voor de noordse woelmuis #6. De mate waarin is nog niet bekend maar er kan niet uitgesloten worden dat ook de rosse woelmuis als concurrent beschouwd mag worden #2. Wel dient opgemerkt te worden dat de aardmuis bij regelmatige inundatie (overstroming) beduidend vaker afwezig is dan in situaties met een stabiele waterhuishouding #7.

Naast dat de noordse woelmuis over water een goede mobiliteit heeft, is zijn mobiliteit over land ook goed te noemen (tot circa 3200 m)en hoger dan de aardmuis. Dit verschil heeft betekenis voor de morfologie van een plaats: wanneer er in de omgeving vluchtplaatsen aanwezig zijn dan is dit voordelig voor de aardmuis, welke zich bij een hoger waterpeil snel in veiligheid kan brengen en bij een dalend waterpeil de omgeving weer snel kan koloniseren. De omgekeerde situatie is ook waar: wanneer er nauwelijks vluchtplaatsen zijn, dan zal de noordse woelmuis meer voordeel hebben, met name als de vluchtplaatsen alleen aan de buitenrand van het leefgebied zijn gesitueerd #4.
Opgemerkt dient te worden dat de concurrentie tussen de aardmuis en noordse woelmuis slechts een sterk vermoeden is en dat er nog geen data beschikbaar is die dit vermoeden echt kunnen bevestigen of ontkennen #5 voorkomt. Wanneer in het gebied de aardmuis niet voorkomt, dan kan de noordse woelmuis zich ook in drogere gebieden handhaven #1.

Voedselhabitat en strategie

De Noordse woelmuis eet voornamelijk scheuten van (water) planten zoals bies #1noordse woelmuis is een vrijwel strikte herbivoor met een weinig selectieve voedselkeuze. Zijn voedsel bestaat uit rietspruiten, zeggen, biezen en (schijn)grassen. In de winter kan dit worden aangevuld met schors, zaden en wortels, in de zomer met kruiden. In ondiepe kamers worden 's winters voedselvoorraden bewaard #5.

Reproductie en migratie

De Noordse noordse woelmuis is territoriaal, waarbij het territorium voor mannetjes zo'n 20 vierkante meter beslaat. De actieradius wordt op maximaal 800 meter per dag geschat #5. In Nederland, Duitsland en Oosterijk duurt het voortplantingsseizoen van april tot oktober. In noordelijker streken duurt het voortplantingsseizoen van mei tot september #2 #8.

Leeftijd en mortaliteit

Levensduur onbekend, berekend op max 1.4 jaar in vrije natuur en 1.8 jaar in gevangenschap.
Vrouw geslachtsrijp 30 dagen
Man geslachtsrijp 48 dagen (42-56)
Drachttijd 20-22 dagen
Voortplantingsperiode april - september
Zoogperiode 19 dagen
Aantal jongen per worp 7 (3-8)
Worpen per jaar 3.5 gem; 5 max
Interval tussen worpen 29 dagen #1

De Noordse woelmuis wordt zo'n 1.5 jaar oud #2

Effect relaties

stroomdiagram

De totale habitat geschiktheid wordt als volgt berekend:

if(HSI_Inundatie<1, min(HSI_Inundatie,HSI_Aardm,HSI_Vegetatie), HSI_Vegetatie)

Als de geschiktheid voor Inundatie gelijk is aan 1 dan

Als de geschiktheid voor inundatie kleiner is dan 1, dan moet ook gekeken worden of de aardmuis aanwezig is:

Dosis

...

effect relaties

Section
Column
width50%
Chart
yLabel
ylabelHGI
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelxlableinundatieInundatie
typedataOrientationbarvertical
titleInundatie in de winter
dataOrientationtypeverticalbar

Inundatie

HGI

inundatie

HGI

aanwezig

1

afwezig

0.8

winterinundatie

0.7

zomerinundatie

0

geen inundatie

1

De noordse woelmuis kan, door zijn goede zwemvermogen, winterinundatie het hoofd bieden. Echter, wanneer een holletje onder water loopt is de kans aanwezig dat de woelmuis verdrinkt, maar overleving is ook goed mogelijk. Inundatie buiten het winterseizoen leidt tot sterfte van jongen omdat deze nog niet goed kunnen zwemmen #5. Referentie: #3

Column
width50%
Chart
yLabel
ylabelHGI
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelxlablepeilfluctuatieInundatie
typedataOrientationbarvertical
titlePeilfluctuatie
dataOrientationvertical
Inundatie bij aanwezigheid Aardmuis
typebar

Inundatie bij aanwezigheid aardmuis

HGIpeilfluctuatie

ja

HGI

aanwezig

1

afwezig

0.5

Referentie: #3

0.7

nee

0

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelvegetatiesuccessie
typedataOrientationbarvertical
titleVegetatiesuccessieVegetatietypen
dataOrientationtypeverticalbar
yLabelHGI

vegetatiesuccessie

HGI

vochtig rietland

1

drogere riet-ruigtes

0.8

nat schraalgrasland, rietland, ruigte

0.7

bloemrijk grasland, open begroeiingen

0.4

overige vetatiesvegetaties

0

Referentie: #3 #4, #9

NB: De informatie over vegetatie is in het Volkerak-Zoommeer project afkomstig uit de waterplantenmodule (oevervegetatie, HSI > 0.5) en de ecotopenkaart (verspreiding riet-ruigtes). Binnen de IJsselmeervalidatie is gebruik gemaakt van een ecotopenkaart, eerder gebruikt in het project: Seizoensgebonden Peilen IJsselmeer #10.

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelareaal (m2)
typedataOrientationbarvertical
titleAreaal grootte
dataOrientationtypeverticalline
yLabelHGI

areaal (m2)

HGI

0

0

500

0.05

502000

0.61

15075000

1

> 150100000

1

Referentie: #3 #9
NB:

...

voor een vitale populatie (50 mannetjes en 100 vrouwtjes) is een gebied nodig (met geschikte vegetatie) van 75000 m2. Kleinere arealen kunnen als tijdelijk leefgebied fungeren #5

Column
width50%
Chart
ylabelHGI
dataDisplaytrue
legendfalse
xlablezeer intensief tot zeer extensief maaibeheer
typebar
titleMaaibeheer
dataOrientationvertical

Maaibeheer

HGI

1

0

2

0.7

3

1

4

0.7

5

0

Referentie: #5

Concurrentie met de aardmuis

Zoals eerder aangegeven, ondervindt de noordse woelmuis concurrentie van de aardmuis. Wanneer de aardmuis aanwezig is in een gebied waar ook de noordse woelmuis aanwezig is, verandert de habitatgeschiktheid van de noordse woelmuis, zie onderstande dosis-effect relaties.

Section
Column
width50%
Chart
ylabelHGI
dataDisplaytrue
legendfalse
xlablevegetatietypen
typebar
titleVegetatietypen
dataOrientationvertical

vegetatietypen

HGI

nat schraalgrasland, rietland, ruigte

0.7

bloemrijk grasland, open begroeiingen

0.4

struweel, broekbos, droge graslanden

0

Referentie #5

Column
width50%
Chart
ylabelHGI
dataDisplaytrue
legendfalse
xlablewinterinundatie
typebar
titleWinterinundatie
dataOrientationvertical

winterinundatie

HGI

wel

1

geen

0

Referentie #5

...

Column
width50%
Chart
ylabelHGI
dataDisplaytrue
legendfalse
xlablepeilfluctuatie
typebar
titlePeilfluctuatie
dataOrientationvertical

peilfluctuatie

HGI

wel

1

geen

0

...

Wanneer er peilfluctuatie aanwezig is, kan de woelmuis inundatieperiodes overleven omdat het een goede zwemmer is (tot 1000 m) en ook over land een hoge mobiliteit heeft (tot ca 3200 m). De aardmuis is hierin de mindere. Dit verschil heeft betekenis voor de morfologie van een plaats: wanneer er in de omgeving vluchtplaatsen aanwezig zijn dan is dit voordelig voor de aardmuis, welke zich bij een hoger waterpeil snel in veiligheid kan brengen en bij een dalend waterpeil de omgeving weer snel kan coloniseren. De omgekeerde situatie is ook waar: wanneer er nauwelijks vluchtplaatsen zijn, dan zal de noordse woelmuis voordeel hebben. #5

Onzekerheid en validatie

Onzekerheid en validatie

De rekenregels zijn gevalideerd op de Makkumer Waarden, waarbij een goede habitatgeschiktheid werd gesteld op een waarde van 0.7 en hoger. De meetdata, uit 2006 en 2008, zijn afkomstig van De Zoogdiervereniging.

Aanwezigheid goed voorspeld

0.75

Aanwezigheid fout voorspeld

0.25

Aafwezigheid goed voorspeld

1.0

Afwezigheid fout voorspeld

0.0

Image Added

Image Added

meetdata

modeldata

Section

Opmerkingen en aanbevelingen

Zoals opgemerkt is er niet met volstrekte zekerheid aan te geven in welke mate en vorm de noordse woelmuis concurrentie ondervindt van de aardmuis (en veldmuis). Echter, omdat het van wezenlijk belang is wordt in de opzet voor het HABITAT model voor de noordse woelmuis de concurrentie van de aardmuis meegenomen op basis van algemene informatie. Wanneer uit onderzoek blijkt dat er locaal geen sprake is van concurrentie, of in andere mate, tussen deze twee soorten, dan zal de rekenregel voor de aardmuis uit het model verwijdert en /of gewijzigd worden. Met betrekking tot vluchtplaatsen wanneer inundatie plaats heeft: hiervoor is nog geen model beschikbaar(warning) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

Toepasbaarheid

Andere standplaatsfactoren zoals begrazingsdruk, maaibeheer en voedselrijkdom zijn ook van belang voor de mate van voorkomen van de Noordse Woelmuis. Omdat deze factoren niet veranderen onder invloed van de verschillende varianten in studie #4 #3 zijn ze niet van invloed op de uitkomst van de habitatanalyse in deze studie. Wel kan in het doorrekenen van toekomstscenario's hier rekening mee worden gehouden.
De rekenregels kunnen toegepast worden op de grote meren van Nederland.

Voorbeeld project

Habitat analyse in het kader van de Planstudie/MER voor Krammer, Volkerak en Zoommeer. WL report Q4015. 2006

Referenties

1

Anchor
1
1
Witte van den Bosch, R.H., D.L. Bekker & J.J.A. Dekker, 2009. Landschapsdynamiek voor de noordse woelmuis, Landschap 2009-3: 146-152.
2
Anchor
2
2
Haasnoot, M. en Van de Wolfshaar, K.E.. Habitat analyse in het kader van de Planstudie/MER voor Krammer, Volkerak en Zoommeer. WL report Q4015. 2006
2
3
Anchor
3
3
http://www.minlnv.nl/natura2000
4
Anchor
4
4
La Haye, M., J.M. Drees en R.C. van Apeldoorn: "Beheerplan Noordse Woelmuis". Ministerie van LNV, 2004
5
Anchor
5
5
Witte, R.H., 2010. Ecoprofiel noordse woelmuis Microtus oeconomus arenicola. Soortinformatie ten behoeve van modellering, mitigatie, compensatie en ecologische herstelmaatregelen Zoogdiervereniging, Nijmegen.
6
Anchor
6
6
Nieuwenhuizen, W., M.J.J. La Haye & F. Mertens, 2000. De noordse woelmuis in Fryslân. Naar een duurzame instandhouding. Alterra-rapport 149, iSSN 1566-7197.
7
Anchor
7
7
Bergers, P.J.M., R. van Apeldoorn & H. bussink, 1994. Spatial dynamics of fragmented root vole (Microtus oeconomus) populations: preliminary results. Pol. Ecol. Stud. 101-105.
8
Anchor
8
8
Anchor
22
http://nl.wikipedia.org/wiki/Noordse_woelmuis
3 9
Anchor
393
9
Hollander, H. en J.O. Reinhold. 1999. HSI-Modellen voor 5 oevergebonden zoogdiersoorten. Voorlopige versie op basis van de huidige ecologische kennis. Rijkswaterstaat Dienst Weg en Waterbouwkunde. DWW Rapport W-DWW-99-011.
4 10
Anchor
4104
http://www.minlnv.nl/natura2000Image Removed
5 (anchor:5) Beheerplan Noordse Woelmuis, 2004
10
Haasnoot, M., Kranenbarg, J. en van Buren, R.. Seizoensgebonden peilen in het IJsselmeergebied. WL report Q3889. 2005.