home
Strandgaper - Mya arenaria
...
Section |
---|
Column |
---|
| Algemene kenmerken | |
---|
Naam soort(en)groep | Strandgaper - Mya arenaria | Regio | Nederland, Europa, invasief in passifische kust van Noord Amerika | Watersysteem | zee | Natuurparameter | weekdieren | Factsheet opgemaakt door | M.P. Weeber |
|
|
Habitat beschrijving
Algemeen voorkomen
De strandgaper is een hele grote schelp, die je soms op het strand kunt vinden. De grote schelphelften sluiten niet helemaal op elkaar aan, ze staan een beetje open. Daarom heet deze schelp ook de strandgaper. Strandgapers zijn van oorsprong Amerikaans . De Vikingen hebben dit dier en zijn in de 16e-17e eeuw door de Vikingen vanuit Noord-Amerika naar Europa gebracht . Dat lijkt op zich niet zo bijzonder, maar de Vikingen leefden eerder dan Columbus. Het voorkomen van strandgapers in Europa wijst er op dat de Vikingen contact hadden met Amerika. Columbus was dus niet de eerste die naar Amerika voer #1. De strandgaper is in de 16e-17e eeuw in Europa geïntroduceerd vanuit Amerika. Hij een soort die vooral voorkomt in het intergetijdengebied en leeft in een verticale positie op een diepte van maximaal 40 cm diep in het sediment (afhankelijk van leeftijd en de lengte van de adembuizen (siphons)). In het Veerse Meer echter liggen de individuen om een onverklaarbare reden bovenop het sediment #2.
Voedselhabitat en strategie
De standgaper Strandgaper is een filterfeeder en haalt met behulp van zijn siphon (adembuis) micro-organismen (flagellaten) en ditritus detritus uit het water. Daarnaast kan de Strandgaper met zijn siphon voedseldeeltjes van het sedimentoppervlak naar binnen trekken.
Milieurandvoorwaarden
De Strandgaper is een echte euryhaline soort die kan voorkomen bij lage zoutgehalten (vanaf 5 promille) en is aangepast aan sterk variërende zoutconcentraties. Op langere termijn moet het zoutgehalte boven 9 promille zijn. Middels logistische regressie op de gegevens in de Westerschelde is er een optimum zoutgehalte gevonden van 18 promille. Bij lagere zoutgehalten dan 10 en hogere zoutgehalten dan 22.5 nam de waarschijnlijkheid van voorkomen van de Strandgaper af. Verder bleek uit de logistische regressieanalyse dat de Strandgaper tot ongeveer 7.5 meter onder het gemiddelde waterniveau voorkomt. Bij uitzondering worden er exemplaren aangetroffen op 10 meter diepte. Ook werd bij deze analyse gevonden dat de Strandgaper niet voorkomt bij stroomsnelheden boven 0.7 m/s. Lage stroomsnelheden zijn niet beperkend, omdat het voor zijn voedselvoorziening niet afhankelijk is van stroming #3 en #2. De Strandgaper kan namelijk ook algenmateriaal en detritus dat op de bodem is afgezet eten. Verder is de strandgaper goed bestand tegen lage zuurstofgehalten #2.
Milieurandvoorwaarden
Dosis-effect relaties
...
Stroomdiagram
Section |
---|
Column |
---|
| Chart |
---|
dataDisplay | true |
---|
legend | false |
---|
xlabel | droogvalduur zoutgehalte (%promiel) | type | line |
---|
title | DroogvalduurZoutgehalte |
---|
dataOrientation | vertical |
---|
type | line |
---|
yLabel | HGI |
---|
| Droogvalduur zoutgehalte (%promiel) | HGI |
---|
0 | 0 | 5 | 0 .38 | 10 | 0.6 | 20 | 0.8 | 30 | 0.95 | 35 | 1.0 | 40 | 0.95 | 50 | 0.8 | 60 | 0.58 | 70 | 0.35 | 80 | 0.18 | 90 | 0.1 | 100 | 0.0 |
| Referentie: #1 Referentie: #2,#3 |
Column |
---|
| Chart |
---|
dataDisplay | true |
---|
legend | false |
---|
xlabel | diepte winter (m) |
---|
title | Waterdiepte |
---|
dataOrientation | vertical |
---|
type | line |
---|
yLabel | HGI |
---|
| diepte winter (m) | HGI |
---|
0 | 0 | 0.05 | 1 | 3 | 1 | 7.5 | 0 | 10 | 0 |
|
Referentie: #2,#3 |
|
Section |
---|
Column |
---|
| Chart |
---|
dataDisplay | true |
---|
legend | false |
---|
xlabel | stroomsnelheid (cmm/s) | type | line |
---|
title | Stroomsnelheid |
---|
dataOrientation | vertical |
---|
type | line |
---|
yLabel | HGI |
---|
| Stroomsnelheid stroomsnelheid (cmm/s) | HGI | 5 |
---|
0 .25 | 10 1 | 0.4 | 20 | 0.9 | 25 6 | 1 .0 30 | 0.958 | 40 | 0 .6 | 50 | 0.22 | 60 | 0.05 | 70 | 0.0 |
| Referentie: #1Referentie: #2,#3 |
|
Onzekerheid en validatie
Het Oosterschelde model en het Waddenzee model zijn is niet gevalideerd #1 #2.
Toepasbaarheid
Het Oosterschelde model kan enkel worden toegepast op de Oosterschelde en het Waddenzee model enkel op de Waddenzee #1De rekenregels zijn samengesteld uit logistische regressie op de Westerschelde data verkregen door Ysebaert en Meire (1999) #3. Het model is opgezet voor het Veerse Meer #2.
Voorbeeld project
Oosterschelde #1 en #2 en Waddenzee #1.Er is geen voorbeeldproject beschikbaar
Referenties
1
www.ecomare.nl//ecomare-encyclopedie (Strandgaper) 23 november 2012
2
Wijse Wijsman, J. Onderzoek naar de toekomstige waterkwaliteit en eccologie van het Veerse Meer. Studie naar het effect van het doorlaatmiddel en aanvullende maatregelen. Deel 2: Opzet en verificatie van de Habitat evaluatie Procedure. WL|Delft Hydraulics. november 2002
3 Ysebaert,T.,Meire,P. Macrobenthos of the Schelde estuary: predicting macrobenthic species responses in the estuarine environment. A statistical analysis of the Schelde estuary macrobenthos within the ECOFLAT project. Report Institute of Nature Conservation IN99/19. Brussel, Belgium. 226 p. 1999