Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
Comment: Migration of unmigrated content due to installation of a new plugin
scrollbar

Grauwe gans - Anser anser

Algemeen

Section
Column
width80%

Algemene kenmerken

 

Naam

Wiki Markup
{scrollbar} h1. Grauwe gans - _Anser anser_ h1. Algemeen {section}{column:width=80%} || Algemene kenmerken || || | Naam

soort(en)groep

|

Grauwe

gans

-

_

Anser

anser_ | | Regio | | | Watersysteem | | | Natuurparameter | vogels | | HR nr | | | Factsheet opgemaakt door | M.P. Weeber |{column}{column:width=20%} | !Grauwe gans (www.wikipedia.org).jpg|thumbnail! | | [www.wikipedia.org] |{column}{section} h1. Habitat beschrijving h3. Algemeen voorkomen De grauwe gans broed van oudsher in Nederland. Hiervoor worden moerasgebieden gebruikt en steeds meer zijn kleine moerasgebieden ook geschikt voor de broed [#1]. Deze moerasgebieden worden gekenmerkt door rietlanden afgewissel met open water en grazige vegetaties in de omgeving. De nesten liggen meestal min of meer kolonievormig op eilanden tenmidden van open water of een natte moerasomgeving [#1]. Er bestaat een voorkeur voor grote moerasgebieden. De grote van het broedhabitat wordt bijgesteld naar de kwantiteit en kwaliteit van de voedselgebieden in de omgeving [#1]. In Nederland broeden de grauwe ganzen in uiterwaarden, oeverzones van de randmeren en diverse buitendijkse gebieden in de Delta [#1]. Bij het nest is het van belang dat er fyssieke barrières zijn tegen grondpredatoren, zoals vossen en ratten. Hierom worden de nesten veelal gebouwd op eilanden met enige beschutting. Wanneer er geen predatoren in de buurt is nestelen de grauwe gansen ook wel in open gebied [#1]. De breedte van het water waarbij gebroed wordt varieert als wel de lengte van de oever [#1]. Het water varieert van stilstaand tot zwakstromend en er is voorkeur voor gebieden met weinig peilfluctuatie en overstromingen, omdat dit een bedreiging vormt voor de nestjongen [#1]. De nesten worden in het algemeen tot maximaal 10 meter van het water gebouwd en het bouwen van nesten in overjarig rietland heeft een duidelijke voorkeur. Nabij bos of opslag van bomen of struiken vormt geen probleem [#1]. De grauwe gans is in staat om rietlanden open te houden in ondiep water. Dit wordt echter voornamelijk gedaan door de niet-broedende ruipopulatie die vele malen groter is dan de broedpopulatie [#1]. Ook kan de grauwe gans voor overlast zorgen door het leegeten van nabijgelegen akkers [#1]. Binnen een zone van 50 vanaf riet- en waterdekking hebben hooilanden een positief effect op het voorkomen van de grauwe gans. Het wordt daarom aangeraden om pas na eind juli te maaien [#1]. h3. Voedselhabitat en strategie De grauwe gans foerageert op plantaardig materiaal dat verzameld wordt vanaf vaste bodem of uit ondiep water, zoals gras, graszaden, riet, russen, wortelstokken (riet en lisdodde) en waterplanten [#1]. Voor de graslanden heeft de grauwe gans de voorkeur dat er binnen 30 meter van het nest grasland aanwezig is, zodat de jongen bij de voedselbron kunnen komen. Hierbij is de afstand van het grasland tot beschutting of open water van belang, omdat dit benodigd is om aan predatoren te ontkomen [#1]. Tot op 30 km van het broedgebied kunnen de adulte vogels foerageren [#1]. h3. Reproductie en migratie De eieren worden gelegd in maart en april [#1]. De broedduur is 27 tot 28 dagen. De eerste jongen komen tussen eind maart en begin juni uit het ei. Na 50 tot 60 dagen zijn de jongen volgroeit en na 3 jaar zijn de grauwe gansen volwassen [#1]. De grauwe gansen overwinteren in Zuid-West Spanje, hoewel het aantal vogels dat in Zuid-West Nederland overwintert toeneemt [#1]. In oktober begint de trek na het Zuiden en vanaf februari keren de eerste grauwe ganzen terug in Nederland [#1]. h3. Leeftijd en mortaliteit Overstroming en predatie op het nest door vos, rat en kraai kan negetieve effecten hebben op de populatie [#1]. h1. Dosis-effect relaties h4. Stoomdiagram \\{flowchart}graph[ rankdir=LR] nodesep=0.5 "node0" [ label = "HGI Nesthabitat Grauwe gans |HGI Voedselgebied Grauwe gans | HGI Leefgebied algemeen Grauwe gans" shape = "record" ]; "node3" [ label = "HGI Broedgebied Grauwe gans" shape = "record" ]; "node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"] [ id = 2 ]; {flowchart} \\ \\{flowchart}graph[ rankdir=LR] nodesep=0.5 "node0" [ label = "Oevertype | Afstand bescherming | Peilfluctuatie | Overstromingen " shape = "record" ]; "node3" [ label = "HGI Nesthabitat Grauwe gans" shape = "record" ]; "node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"] [ id = 2 ]; {flowchart} \\ \\{flowchart}graph[ rankdir=LR] nodesep=0.5 "node0" [ label = " Afstand grasland tot beschutting | Bereikbaarheid grasland " shape = "record" ]; "node3" [ label = "HGI Voedselhabitat Grauwe gans" shape = "record" ]; "node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"] [ id = 2 ]; {flowchart} \\ \\{flowchart}graph[ rankdir=LR] nodesep=0.5 "node0" [ label = " Oppervlak open water | Oppervlak moeraslandschap " shape = "record" ]; "node3" [ label = "HGI Leefgebied algemeen Grauwe gans" shape = "record" ]; "node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"] [ id = 2 ]; {flowchart} \\ \\{flowchart}graph[ rankdir=LR] nodesep=0.5 "node0" [ label = "Taludvorm | Breedte oevervegetatie | Overjarig rietland " shape = "record" ]; "node3" [ label = "Oevertype" shape = "record" ]; "node0":f1-> "node3" [style=italic,label="geometrisch gemiddelde"] [ id = 2 ]; {flowchart} \\ \\{flowchart}graph[ rankdir=LR] nodesep=0.5 "node0" [ label = " Afstand eiland-vaste land met grondpredatoren | Afstand eiland-vaste land zonder grondpredatoren " shape = "record" ]; "node3" [ label = "Afstand bescherming" shape = "record" ]; "node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"] [ id = 2 ]; {flowchart} \\ \\{flowchart}graph[ rankdir=LR] nodesep=0.5 "node0" [ label = " Afstand grasland tot beschutting / open water | Areaal grasland " shape = "record" ]; "node3" [ label = "Bereikbaarheid grasland" shape = "record" ]; "node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"] [ id = 2 ]; {flowchart} \\ h4. Dosis-effect relaties Zie ook [Algemeen - Vis-etende vogels|Algemeen - Vis-etende vogels] en [Algemeen - Broed en rust habitat (Water)vogels|Algemeen - Broed en rust habitat (Water)vogels] voor algemene rekenregels voor vogels. Door Sierdsema 1995 is ...................Aartsen et al [#2]. {section}{column:width=50%} {chart:type=XYline|title=Oppervlak open water|xlabel=oppervlak open water binnen 5 km (ha)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || oppervlak open water binnen 5 km (ha) || HSI || | 0 | 0 | | 25 | 0 | | 50 | 0.5 | | 100 | 1 | | 150 | 1 | {chart} Referentie: [#1] {column}{column:width=50%} {chart:type=XYline|title=Taludvorm|xlabel=taludvorm (graden)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || taludvorm (graden) || HSI || | 0 | 1 | | 15 | 0.8 | | 45 | 0 | | 60 | 0 | {chart} Referentie: [#1] {column}{section}{section}{column:width=50%} {chart:type=bar|title=Afstand eiland - vaste land met grondpredatoren|xlabel=Afstand eiland - vaste land met grondpredatoren (m)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || Afstand eiland - vaste land met grondpredatoren (m) || HSI || | < 50 | 0.4 | | 50 - 300 | 0.7 | | > 300 | 1 | {chart} Referentie: [#1] {column}{column:width=50%} {chart:type=bar|title=Afstand eiland - vaste land zonder grondpredatoren|xlabel= afstand eiland - vaste land zonder grondpredatoren (m)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || afstand eiland - vaste land zonder grondpredatoren (m) || HSI || | < 50 | 1 | | 50 - 300 | 1 | | > 300 | 1 | {chart} Referentie: [#1] {column}{section} {section}{column:width=50%} {chart:type=bar|title=Peilfluctuatie|xlabel=dagelijkse peilfluctuatie (cm/dag)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || dagelijkse peilfluctuatie (cm/dag) || HSI || | < 10 | 1 | | 10 - 25 | 0.5 | | > 25 | 0 | {chart} Referentie: [#1] {column}{column:width=50%} {chart:type=bar|title=Overstromingen|xlabel= moment van overstroming (periode)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || moment van overstroming (periode) || HSI || | geen | 1 | | t/m april | 0.6 | | na april | 0.1 | {chart} Referentie: [#1] {column}{section}{section}{column:width=50%} {chart:type=XYline|title=Oppervlakte moeraslandschap|xlabel=oppervlakte moeraslandschap binnen 5 km (ha)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || oppervlakte moeraslandschap binnen 5 km (ha) || HSI || | 0 | 0 | | 50 | 0 | | 100 | 0.7 | | 200 | 1 | | 300 | 1 | {chart} Referentie: [#1] {column}{column:width=50%} {chart:type=XYline|title=Breedte oevervegetatie|xlabel= breedte oevervegetatie (m)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || breedte oevervegetatie (m) || HSI || | 0 | 0 | | 5 | 0.7 | | 30 | 1 | | 40 | 1 | {chart} Referentie: [#1] {column}{section} {section}{column:width=50%} {chart:type=bar|title=Overjarig rietland|xlabel=aanwezigheid overjarig rietland (klassen)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || aanwezigheid overjarig rietland (klassen) || HSI || | aanwezig | 1 | | afwezig | 0.2 | {chart} Referentie: [#1] {column}{column:width=50%} {chart:type=XYline|title=Afstand grasland tot beschutting / water|xlabel= afstand grasland tot beschutting / water (m)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || afstand grasland tot beschutting / water (m) || HSI || | 0 | 1 | | 25 | 1 | | 100 | 0 | | 150 | 0 | {chart} Referentie: [#1] {column}{section}{section}{column:width=50%} {chart:type=XYline|title=Afstand graslanden tot broedgebied|xlabel=afstand graslanden tot broedgebied (km)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || afstand graslanden tot broedgebied (km) || HSI || | 0 | 1 | | 4 | 1 | | 10 | 0 | | 20 | 0 | {chart} Referentie: [#1] {column}{column:width=50%} {chart:type=bar|title=Areaal grasland|xlabel= areaal grasland (ha)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || areaal grasland (ha) || HSI || | < 10 | 0 | | 10 - 100 | 0.5 | | > 100 | 1 | {chart} Referentie: [#1] {column}{section} h1. Onzekerheid en validatie (!) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd. Deze rekenregels zijn opgesteld aan de hand van een literatuuronderzoek [#1]. h1. Toepassingsgebied Deze rekenregels zijn opgesteld voor de grauwe gans en zijn van toepassing op het bepalen van het broedgebied van deze soort. De locaties van ruipopulaties kunnen dus met dit model niet worden bepaald. De factoren die populatie grootte buiten het broedgebied bepalen zijn niet meegenomen. Ook zijn de factoren jacht en het schudden van eieren niet meegenomen in dit model [#1]. h1. Voorbeeld project Niet aanwezig h1. Referenties 1 {anchor:1} Van der Winden, J., Dirksen, S., Poot, M.J.M., 1996 . HSI-modellen voor 15 oevergebonden broedvogelsoorten. Ministerie van verkeer en waterstaat, Dienst weg en watebrouwkunde, Bureau Waardenburg, februari 1996 2 {anchor:2} Sierdsema

anser

Regio

Nederland, Eurazië

Watersysteem

Akkers, beken en meren, graslanden, moeras, park en tuin, plassen, rivieren, weiden (kleinschalig), weilanden (uitgestrekt)

Natuurparameter

vogels

HR nr

A034

Factsheet opgemaakt door

M.P. Weeber

Column
width20%

Image Added

www.wikipedia.org

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen (broedhabitat)

De grauwe gans broedt van oudsher in Nederland in met name uiterwaarden, oeverzones van de randmeren en diverse buitendijkse gebieden in de Delta. Dit zijn met name moerasgebieden die worden gekenmerkt door rietlanden afgewisseld met open water en grazige vegetaties in de omgeving. De grauwe gans heeft voorkeur voor gebieden met weinig peilfluctuatie en overstromingen, omdat deze factoren een bedreiging kunnen zijn voor de nesten #1.

De nesten liggen min of meer kolonievormig op eilanden tenmidden van open water of een natte moerasomgeving en worden in het algemeen tot maximaal 10 meter van het water gebouwd en het bouwen van nesten in overjarig rietland heeft een duidelijke voorkeur. Bij het nest is het van belang dat er fysieke barrières zijn tegen grondpredatoren, zoals vossen en ratten. Hierom worden de nesten veelal gebouwd op eilanden met enige beschutting. Wanneer er geen predatoren in de buurt zijn, nestelen de grauwe ganzen ook wel in open gebied. De grootte van het broedhabitat wordt bijgesteld naar de kwantiteit en kwaliteit van de voedselgebieden in de omgeving #1.

De grauwe gans is in staat om rietlanden open te houden in ondiep water. Dit wordt echter voornamelijk gedaan door de niet-broedende ruipopulatie die vele malen groter is dan de broedpopulatie. Binnen een zone van 50 vanaf riet- en waterdekking hebben hooilanden een positief effect op het voorkomen van de grauwe gans #1.

Voedselhabitat en strategie

De grauwe gans foerageert op plantaardig materiaal dat verzameld wordt vanaf vaste bodem of uit ondiep water, zoals gras, graszaden, riet, russen, wortelstokken (riet en lisdodde) en waterplanten. Om aan predatoren te ontkomen, heeft de grauwe gans een voorkeur voor beschutting binnen 30 meter vanaf de voedselbron. Adulte individuen foerageren tot zo'n 30 km van het broedgebied #1.

Reproductie en migratie

De eieren worden gelegd in maart en april en de broedduur bedraagt 27 tot 28 dagen. De eerste jongen komen tussen eind maart en begin juni uit het ei. Na 50 tot 60 dagen zijn de jongen volgroeit en na 3 jaar volwassen #1.

Grauwe ganzen overwinteren in Zuid-West Spanje, hoewel het aantal vogels dat in Zuid-West Nederland overwintert toeneemt. In oktober begint de trek naar het Zuiden en vanaf februari keren de eerste grauwe ganzen terug naar Nederland #1.

Leeftijd en mortaliteit

Overstroming en predatie op het nest door vos, rat en kraai kunnen negetieve effecten hebben op de populatie. Doordat de grauwe gans akkers leegeten, kunnen ze voor overlast van boeren zorgen. Een betwiste maatregel om overlast in te perken, is het afschieten van grauwe ganzen #1.

Dosis-effect relaties

Stroomdiagram















Dosis-effect relaties

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeloppervlak open water binnen 5 km (ha)
dataOrientationvertical
titleOppervlak open water
typeXYline
yLabelHSI

oppervlak open water binnen 5 km (ha)

HSI

0

0

25

0

50

0.5

100

1

150

1

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeltaludvorm (graden)
dataOrientationvertical
titleTaludvorm
typeXYline
yLabelHSI

taludvorm (graden)

HSI

0

1

15

0.8

45

0

60

0

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelAfstand eiland - vaste land met grondpredatoren (m)
dataOrientationvertical
titleAfstand eiland - vaste land met grondpredatoren
typeXYline
yLabelHSI

Afstand eiland - vaste land met grondpredatoren (m)

HSI

0

0.4

50

0.7

250

0.7

300

1

400

1

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelafstand eiland - vaste land zonder grondpredatoren (m)
dataOrientationvertical
titleAfstand eiland - vaste land zonder grondpredatoren
typebar
yLabelHSI

afstand eiland - vaste land zonder grondpredatoren (m)

HSI

maakt niet uit

1

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeldagelijkse peilfluctuatie (cm/dag)
dataOrientationvertical
titlePeilfluctuatie
typeXYline
yLabelHSI

dagelijkse peilfluctuatie (cm/dag)

HSI

0

1

8

1

10

0.5

22.5

0.5

25

0

30

0

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelmoment van overstroming (periode)
dataOrientationvertical
titleOverstromingen
typebar
yLabelHSI

moment van overstroming (periode)

HSI

geen

1

t/m april

0.6

na april

0.1

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeloppervlakte moeraslandschap binnen 5 km (ha)
dataOrientationvertical
titleOppervlakte moeraslandschap
typeXYline
yLabelHSI

oppervlakte moeraslandschap binnen 5 km (ha)

HSI

0

0

50

0

100

0.7

200

1

300

1

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelbreedte oevervegetatie (m)
dataOrientationvertical
titleBreedte oevervegetatie
typeXYline
yLabelHSI

breedte oevervegetatie (m)

HSI

0

0

5

0.7

30

1

40

1

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelaanwezigheid overjarig rietland (klassen)
dataOrientationvertical
titleOverjarig rietland
typebar
yLabelHSI

aanwezigheid overjarig rietland (klassen)

HSI

aanwezig

1

afwezig

0.2

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelafstand grasland tot beschutting / water (m)
dataOrientationvertical
titleAfstand grasland tot beschutting / water
typeXYline
yLabelHSI

afstand grasland tot beschutting / water (m)

HSI

0

1

25

1

100

0

150

0

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelafstand graslanden tot broedgebied (km)
dataOrientationvertical
titleAfstand graslanden tot broedgebied
typeXYline
yLabelHSI

afstand graslanden tot broedgebied (km)

HSI

0

1

4

1

10

0

20

0

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelareaal grasland (ha)
dataOrientationvertical
titleAreaal grasland
typebar
yLabelHSI

areaal grasland (ha)

HSI

0

0

8

0

10

0.5

100

0.5

120

1

Referentie: #1

Ornithologisch Basisregister #2

ecotoop-gebied

nest

voedsel

open water

++

++

rietvegetaties

+

 

ruigten

 

+

zandige, open ruigten en pioniersvegetaties

 

 

heide stuifzand, veen, open duin

 

 

grasland

 

+

akkers

 

 

struwelen

 

 

bos

 

 

bebouwd gebied

 

 

open gebied

 

 

Het nest wordt mogelijk gemaakt op de wateroppervlak, waterkant en de bodem.

Het voedsel wordt mogelijk gezocht op de bodem, onder water en op het wateroppervlak en in de waterkant.

De bepalende factoren van voorkomen zijn de aanwezigheid van open water en rietvegetaties.

Onzekerheid en validatie

(warning) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

Deze rekenregels zijn opgesteld aan de hand van een literatuuronderzoek #1.

Toepassingsgebied

Deze rekenregels zijn opgesteld om de habitatgeschiktheid van het broedgebied voor de grauwe gans te bepalen binnen Nederland. De locaties van ruipopulaties kunnen dus met dit model niet worden bepaald.

Voorbeeld project

Niet aanwezig

Referenties

1

Anchor
1
1
Van der Winden, J., Dirksen, S., Poot, M.J.M., 1996 . HSI-modellen voor 15 oevergebonden broedvogelsoorten. Ministerie van verkeer en waterstaat, Dienst weg en watebrouwkunde, Bureau Waardenburg, februari 1996
2
Anchor
2
2
Sierdsema, H. Broedvogels en beheer. Staatsbosbeheer.SOVON. 1995