in ontwikkeling
Blankvoorn - Rutilus rutilus
Algemeen
Algemene kenmerken |
|
---|---|
Naam soort(en)groep |
Blankvoorn - Rutilus rutilus |
Regio |
Nederland, Europa, noordelijk deel Azie |
Watersysteem |
zoete wateren |
Natuurparameter |
Vissen |
HR nr |
? |
Factsheet opgemaakt door |
M.J. Maarse |
|
Foto: Sportvisserij Nederland |
Habitat beschrijving
Algemeen voorkomen
De blankvoorn is een van de meest algemeen voorkomende vissoorten in de Nederlandse binnenwateren. Het verspreidingsgebied van de blankvoorn strekt zich uit over een groot deel van Europa en het noordelijk deel van Azië. In Europa loopt de zuidgrens noordoostelijk van de Pyreneeën, noordelijk van de Alpen en daarna weer zuidelijk over de Balkon tot diep in Siberië. Tot in het noorden van Europa kan de blankvoorn voorkomen, in het noorden van Schotland en het noordweseten van Noorwegen kom de blankvoorn niet voor. Ook in Ierland niet komt de blankvoorn van nature niet voor, door sportvissers is de blankvoorn hier uitgezet#1.
Voor verspreidingskaart zie figuur #10.
Voedselhabitat en strategie
#1.
Reproductie en migratie
#2.
Leeftijd en mortaliteit
#1.
Response functies
Voor de rekenregels uit de Vissenmodule is gebruik gemaakt van de kennisregels uit de habitatgeschiktheidmodellen van de OVB aangevuld met kennis uit publicaties die sindsdien verschenen zijn (referenties: Bakker 1992, Van Breukelen 1992, Kranenbarg 2005, Schouten 1992a&b). De kennisregels in deze modellen relateren het voorkomen van vissoorten aan de variabelen diepte, vegetatie en substraat. De rekenregels die worden toegepast zijn geselecteerd op basis van de volgende criteria:
• Soort is kenmerkend voor het IJsselmeergebied en peilgevoelig;
• Er zijn goed onderbouwde kennisregels (op basis van wetenschappelijk onderzoek) aanwezig voor de betreffende soort.
Er zijn habitatmodellen gemaakt voor:
• Kleine modderkruiper, ei & larvaal stadium;
• Kleine modderkruiper, juveniel & adult stadium;
• Blankvoorn, ei & larvaal stadium;
• Blankvoorn, juveniel & adult stadium;
• Ruisvoorn;
• Winde, juveniel;
• Snoek, ei & larvaal stadium;
• Snoek, juveniel & adult stadium.
Voor vissen, waar het voorkomen van waterplanten een rol speelt wordt gebruik gemaakt van de resultaten van MACROMIJ. De aanwezigheid van oeverplanten, van belang voor het habitat van de Snoek, is afkomstig uit ECOMIJ. Verder wordt gebruik gemaakt van de resultaten van de peilmodule, te weten: de gemiddelde waterdiepte in de zomer, waterdiepte in mei (blankvoorn ei & larvaal stadium) en de gemiddelde waterdiepte in maart/april (Snoek ei & larvaal stadium).
1 van Breukelen, S., Habitat geschiktheid index model - De blankvoorn - Rutilus rutilus (L.) OVB oktober 1992
Bakker, H., 1992. Habitat Geschiktheid Model: de Snoek Esox lucius. Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij. model herzien door J. Kranenbarg
Breukelen, S. Van, 1992. Habitat Geschiktheid Model: de Blankvoorn Rutilus rutilus. Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij.
Kranenbarg, J., 2005. Ecosysteemprocessen rivieren. Visfauna: Kennisontwikkeling en toepassing in model HABITAT. WL | Delft Hydraulics.
Schouten, W., 1992a. Habitat Geschiktheid Model: de Kleine modderkruiper Cobitis taenia. Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij. model herzien door J. Kranenbarg
Schouten, W., 1992b. Habitat Geschiktheid Model: de Ruisvoorn Rutilus erythropthalmus. Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij.
10
bron: IUCN Redlist |