You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

Version 1 Next »

home

H2110 - Embryonale duinen

Algemeen

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Embryonale duinen

Regio

Europa

Watersysteem

kustwateren

Natuurparameter

Habitattypen

HR nr

H2110

Factsheet opgemaakt door

K.E. van de Wolfshaar

plaatje!

Foto: J.H.J. Schaminée

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen

Dit habitattype omvat duintjes met Biestarwegras (Elytrigia juncea subsp. boreoatlantica), die doorgaans in mozaïek voorkomen met onbegroeide embryonale duintjes, vloedmerkvegetatie en strand. Het type wordt aangetroffen op aangroeiende kusten, waar deze begroeiing het eerste stadium in de duinvorming vertegenwoordigt.
Dergelijke embryonale duinen komen voor op hoge delen van het strand, doorgaans aan de voet van Helmduinen (type 2120), waar ze door verder opstuiving in kunnen overgaan.Naast Biestarwegras zijn slechts weinig soorten aangepast aan de dynamische omstandigheden. Zeepostelein (Honckenya peploides), Zeemelkdistel (Sonchus arvensis var. maritimus) en Zandhaver (Leymus arenarius) zijn het meest opvallend. Kenmerkende soorten van het vloedmerk zijn onder meer Zeeraket (Cakile maritima), Stekend loogkruid (Salsola kali subsp. kali), Spiesmelde (Atriplex prostrata) en - minder algemeen - Gelobde melde (Atriplex laciniata), Kustmelde (Atriplex glabriuscula) en Gele hoornpapaver (Glaucium flavum).
De beste voorbeelden van het type worden gevonden op plekken waar de kust niet is vastgelegd, zoals in delen van de Waddeneilanden en in Zuidwest-Nederland. #1.

Milieurandvoorwaarden

Sterke windwerking kan er voor zorgen dat de duintjes slechts een kort leven beschoren is; eventueel kunnen dan op andere plekken in het gebied nieuwe embryonale duinen gevormd worden #1. Dit habitattype wordt gevormd door de bovenste zone van het strand en de buitenste duinen #2.

Beheer en ontwikkelingskansen

Deze embryonale duinen bestaan nooit lang op 1 lokatie maar veranderen door de werking van wind en water. Vandaar dat dit type duinen ook wel wandelende duinen worden genoemd #1.

Dosis-effect relaties

De dosis-effect relaties voor het habitattype H6510 zijn deels onderverdeeld in relaties voor de twee subtypen A en B, omdat deze typen verschillen in standplaatsfactoren. Samen vormen de geschikte gebieden het gebied voor H6510.

Algemene dosis-effect relaties
Bar chart for Grondwaterstand in de winter showing HGI by grondwaterstand

grondwaterstand

HGI

hoog

1

matig

0.5

laag

0

Referentie: #2

Bar chart for Bodemtype showing HGI by bodemtype

bodemtype

HGI

zand

1

lemig

1

zavel

1

klei

1

anders

0

Bar chart for Hooibeheer showing HGI by hooifrequentie

hooifrequentie

HGI

nooit

0

1 a 2 keer per jaar

1

Referentie: #2

Dosis-effect relaties voor type A
Bar chart for Inundatiefrequentie type A showing HGI voor type A by frequentie

frequentie

HGI

altijd droog

0

2 a 4 keer per jaar

1

NB: Deze dosis-effect relatie is van toepassing op type A, de vossenstaarthooilanden
Referentie: #2

Bar chart for Inundatieduur type A showing HGI voor type A by duur

duur

HGI

<50 dagen

0

50 - 150 dagen

1

> 150 dagen

0

NB: Deze dosis-effect relatie is van toepassing op type A, de vossenstaarthooilanden
Referentie: #3

Dosis-effect relaties voor type B
Bar chart for Inundatieduur type B showing HGI voor type B by duur

duur

HGI

<10 dagen

1

10 - 20 dagen

0.8

> 20 dagen

0

NB: Deze dosis-effect relatie is van toepassing op type B, de glanshaverhooilanden
Referentie: #2

Onzekerheid en validatie

(warning) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

Toepasbaarheid

Deze dosis-effect relaties zijn van toepassing op uiterwaarden, natte graslanden van rivieren en dijken.

Voorbeeld project

Er is geen voorbeeldprojekt beschikbaar.

Referenties

1 http://www.minlnv.nl/natura2000
2 Weeda, E.J., J.H.J. Schaminee, L. van Duuren (2003). Atlas van Plantengemeenschappen in Nederland. Deel3 Kust en binnenlandse pioniermilieus. KNNV Uitgeverij.

2 Schaminée, J.H.J., Weeda, E.J. en Westhoff, V.. De vegetatie van Nederland. Deel 3. Graslanden - zomen en droge heiden. Opulus Press, Uppsala-Leiden. 1998.
3 Weeda, E.J., J.H.J. Schaminee, L. van Duuren (2003). Atlas van Plantengemeenschappen in Nederland. Deel3 Kust en binnenlandse pioniermilieus. KNNV Uitgeverij.

  • No labels