Paling - Anguilla anguilla
Algemeen
Habitat beschrijving
Algemeen voorkomen
Voedselhabitat en strategie
Reproductie en migratie
Leeftijd en mortaliteit
Milieu voorwaarden
Dosis-effect relaties
De Dosis-effect relaties zijn opgesteld per levensvorm van de Barbeel. Hierin is onderscheid gemaakt tussen de voortplanting, larven en juveniel en adult.
Stroomdiagram
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "HGI Voortplanting Barbeel (grindbedden)|HGI Larven en Juvenielen (oeverzones)|HGI Adulten (hoofdstroom) "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Barbeel"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Substraattype| Percentage modder/slib| Diameter grindbed| Diepte| Debietfluctuatie| Stroomsnelheid| Zuurstofgehalte (eieren en dooierzak)| Temperatuur (paai)| Temperatuur (eieren)"
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Voortplanting Barbeel (grindbedden)"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Substraattype| Diepte| Stroomsnelheid| Beschutting oever | Zuurstofgehalte| Temperatuur "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Larven en Juvenielen (oeverzones)"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Substraat| Diepte| Diepte-index | % ondiep en diep water | Stroomsnelheid| Index stroomsnelheid | % langzaam en snelstromend | Beschutting oever | Zuurstofgehalte| Maximale temperatuur | Trofiegraad "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Adulten (hoofdstroom)"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
Voortplanting Barbeel (grindbedden)
substraattype (klassen) |
HGI |
---|---|
waterplanten |
0.2 |
klei/modder/silt (<0.06 mm) |
0 |
zand ( 0.06-0.5 mm) |
0.5 |
grof zand (0.5-4 mm ) |
0.8 |
grind (4-32 mm) |
1 |
kiezels (32-64 mm) |
0.8 |
keien/rotsen/vast gesteente (>65 mm ) |
0.2 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om het meest voorkomende substraattype in het paaigebied gedurende de paaitijd.
modder of slib (%) |
HGI |
---|---|
0 |
1 |
25 |
0 |
30 |
0 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om het percentage modder of slib (<0.06 mm) in het paaisubstraat gedurende de paaitijd.
diameter grindbed (m) |
HGI |
---|---|
0 |
0 |
1 |
0 |
3 |
1 |
7 |
1 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om de gemiddelde diameter van vlakke grindbedden zonder vegetatie gedurende de paaitijd.
diepte grindbed (m) |
HGI |
---|---|
0 |
0 |
20 |
0 |
30 |
1 |
40 |
1 |
100 |
0 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om de gemiddelde diepte van grindbedden gedurende de paaitijd.
verschil in waterpeil (cm) |
HGI |
---|---|
0 |
1 |
20 |
1 |
40 |
0 |
70 |
0 |
Referentie: [#1]
NB: Het gaat hier om het macximale verschil in waterpeil in het paaigebied gedurende de paai en de ontwikkeling van de eieren en dooierzaklarven (tot 3 weken na paai)
gemiddelde stroomsnelheid (cm/s) |
HGI |
---|---|
0 |
0 |
10 |
0 |
25 |
1 |
75 |
1 |
175 |
0 |
200 |
0 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om de gemiddelde stroomsnelheid boven grindbedden in het paaigebied gemeten op 0.6 meter diepte gedurende de paaitijd.
gemiddelde minimum zuurstofgehalte (mg/l) |
HGI |
---|---|
0 |
0 |
5 |
0 |
9 |
1 |
12 |
1 |
Referentie: [#1]
NB: Het gaat hier om het gemiddelde minimum zuurstofgehalte van het water in het paaigebied gedurende de paai en de ontwikkeling vaneieren en dooierzaklarven (tot 3 weken na de paai)
gemiddelde watertemperatuur (graden Celsius) |
|
HGI |
---|---|---|
0 |
0 |
|
8 |
0 |
|
13 |
1 |
|
20 |
1 |
|
29 |
0 |
|
35 |
0 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om de gemiddelde watertemperatuur in het paaigebied gedurende de paaitijd
gemiddelde watertemperatuur (graden Celsius) |
|
HGI |
---|---|---|
0 |
0 |
|
8 |
0 |
|
13 |
1 |
|
20 |
1 |
|
22 |
0 |
|
35 |
0 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om de gemiddelde maximale watertemperatuur in het paaigebied gedurende de ontwikkeling van de eieren (tot 2 weken na de paai).
Larven en juvenielen Barbeel (oeverzones)
substraattype (klassen) |
HGI |
---|---|
waterplanten |
1 |
klei/modder/silt (<0.06 mm) |
1 |
zand ( 0.06-0.5 mm) |
0.8 |
grof zand (0.5-4 mm ) |
0.6 |
grind (4-32 mm) |
0.5 |
kiezels (32-64 mm) |
0.4 |
keien/rotsen/vast gesteente (>65 mm ) |
0.3 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om het meest voorkomende substraattype in de ondiepe oeverzones gedurende de zomer.
gem. diepte oeverzones (m) |
HGI |
---|---|
0 |
0 |
0.2 |
1 |
1 |
1 |
3.2 |
0 |
4 |
0 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om de gemiddelde diepte van de oeverzoens gedurende de zomer.
gem. stroomsnelheid (cm/s) |
HGI |
---|---|
0 |
1 |
30 |
0.2 |
60 |
0 |
70 |
0 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om de gemiddelde stroomsnelheid in ondiepe oeverzones gedurende de zomer
beschutting (%) |
|
HGI |
---|---|---|
0 |
0 |
|
20 |
0 |
|
80 |
1 |
|
100 |
1 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om het percentage van de oever met een uitgeholde vorm (erosie-oevers) of met overhangende bomen, struiken of kruidachtige planten, of met in het water hangende wortels, gedurende de zomer.
gem. minimum zuurstofgehalte (graden Celsius) |
HGI |
---|---|
0 |
0 |
2 |
0 |
9 |
1 |
11 |
1 |
Referentie: [#1]
NB: Het gaat hier om het gemiddelde minimum zuurstofgehalte in ondiepe oeverzones gedurende de zomer
gem. maximale watertemperatuur (graden Celsius) |
HGI |
---|---|
0 |
0 |
13 |
0 |
20 |
1 |
25 |
1 |
30 |
0 |
35 |
0 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om de gemiddelde maximale watertemperatuur in ondiepe oeverzones gedurende de zomer.
Adulte Barbeel (hoofdstroom rivier)
substraattype (klassen) |
HGI |
---|---|
waterplanten |
0.2 |
klei/modder/silt (<0.06 mm) |
0 |
zand ( 0.06-0.5 mm) |
0.5 |
grof zand (0.5-4 mm ) |
0.8 |
grind (4-32 mm) |
1.0 |
kiezels (32-64 mm) |
1.0 |
keien/rotsen/vast gesteente (>65 mm ) |
1.0 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om het hoofdbestanddeel van het bodemsubstraat in de hoofdstroom van de rivier.
gem. diepte hoofdstroom (m) |
HGI |
---|---|
0 |
0 |
0.5 |
0 |
1 |
1 |
2 |
1 |
2.5 |
0 |
3 |
0 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om de gemiddelde diepte van de hoofdstroom gedurende het gehele jaar.
Diepte index
diepte index = Log( % ondiep / % diep )
% ondiep = < 0.7 meter
% diep = > 1.5 meter
diepte index |
HGI |
---|---|
0 |
1 |
0.18 |
1 |
0.37 |
0.75 |
0.6 |
0.5 |
0.95 |
0.25 |
1.28 |
0.1 |
2 |
0 |
Referentie: [#1]
verhouding dieptes (%) |
HGI |
---|---|
0 |
0 |
67 |
1 |
100 |
1 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om de mater waarin afwisseled diepe e ondiepe delen aanwezig zijn in de hoofdstroom gedurende de zomer. De index wordt berekend aan de hand va de bovenstaande formule. In de tweede grafiek gaat het om de percentages van het wateroppervlak dat een diepte heeft van <0.7 meter of > 1.5 meter.
gem. stoomsnelheid (cm/s) |
HGI |
---|---|
0 |
0 |
10 |
1 |
25 |
1 |
50 |
0 |
60 |
0 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om de gemiddelde stroomsnelheid in de hoofdstroom over het gehele jaar, gemeten op 0.6 meter diepte.
Stroomsnelheid index
stroomsnelheid index = log( % langzaamstromend / % snelstromend )
% langzaamstromend = < 20 cm/s
% snelstromend = >40 cm/s
xlabel= index stroomsnelheid ( - ) |
HGI |
---|---|
0 |
1 |
0.18 |
1 |
0.37 |
0.75 |
0.6 |
0.5 |
0.95 |
0.25 |
1.28 |
0.1 |
2 |
0 |
Referentie: [#1]
verdeling stroomsnelheid (%) |
HGI |
---|---|
0 |
0 |
67 |
1 |
100 |
1 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om de mate waarin afwisselend langzaamstromende en snelstromende delen aanwezig zijn in de hoofdstroom gedurende de zomer. De index wordt berekend aan de hand van het percentage van het wateroppervlak dat langzaam stroomt en snel stroomt. In de tweede grafiek gaat het om het percentage van het wateroppervlak dat een stroomsnelheid heeft van <20 of > 40 cm/s.
beschutting (%) |
|
HGI |
---|---|---|
0 |
0 |
|
20 |
0 |
|
80 |
1 |
|
100 |
1 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om het percentage van de oever met beschutting in de vorm van overhangende bomen, struiken of kruidachtige planten, in het water hangende wortels, holten en spleten tussen rotsen, onderwater liggende boomstronken, overhangende vorm van de oever (erosie-oever) of bruggen.
gem. minimum zuurstofgehalte (graden Celsius) |
HGI |
---|---|
0 |
0 |
3.5 |
0 |
5 |
0.6 |
7 |
1 |
11 |
1 |
Referentie: [#1]
NB: Het gaat hier om het gemiddelde minimum zuurstofgehalte in de hoofdstroom gedurende de zomer
gem. maximale watertemperatuur (graden Celsius) |
HGI |
---|---|
0 |
0 |
15 |
0 |
20 |
1 |
25 |
1 |
30 |
0 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om de gemiddelde maximale watertemperatuur in hoofdstroom gedurende de zomer.
trofiegraad (klassen) |
HGI |
---|---|
oligotroof / zwak eutroof |
1 |
matig eutroof |
0.5 |
sterk eutroof |
0.1 |
Referentie: [#1]
Onzekerheid en validatie
Deze dosis-effect relaties zijn niet gevalideerd.
Toepasbaarheid
Deze dosis-effect relaties zijn bepaald aan de hand van literatuur die gebasseerd op metingen afkomstig van het verspreidingsgebied van de Barbeel. Hierdoor zijn de rekenregels niet op een locatie toegespitst en dienen ze voor gebruik gecalibreerd te worden [#1]
Voorbeeld project
Er is geen voorbeeld projekt beschikbaar.
Referenties
1 Bakker, H.D. (1992) Habitat Geschiktheid Index Model. De Barbeel Barbus barbus L. .Organisatie ter Verbetering van de Binnevisserij. juli 1992