You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 5 Next »

Algemeen

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Bonte Strandloper - Calidris alpina

Regio

Nederland, circumpolaire verspreiding door het gematigd en arctisch gebied

Watersysteem

Gorzen en slikken, hoogveen, intergetijdenzone, kust, strand, wad, zee

Natuurparameter

vogels

HR nr

A149

Factsheet opgemaakt door

M.P. Weeber

Foto: www.complete-encyclopedie.nl

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen

De Bonte Strandloper is een kleine en compacte steltloper, die het gehele jaar in Nederland gezien kan worden. De boven delen van deze vogel zijn in de zomer bruin, de borst witgestreept en de buik is zwart. In de winter is de Bonte Strandloper grijsbruin van boven en wit van onderen #2.

Met name tijdens de voor- en najaarstrek en gedurende de winter kunnen op het Wad reusachtige groepen gezien worden welke van en naar de hoogwatervluchtplaatsen trekken. Bijna 30% van de Europese bonte strandlopers overwintert in Nederland #1. Binnen Europa is de Bonte Strandloper op de meeste plekken de talrijkste strandloper.

In het Veerse Meer is de Bonte Strandloper een overwinteraar. In oktober/november bereikt de strandloper hier de hoogste aantallen en doet zich tegoed aan de bodemdieren op de drooggevallen platen. De Bonte Stranlopers komen vooral voor op de in het Veerse Meer drooggevallen slikken van de Middelplaten, Haringvreter en Kwistenburg #2.

Voedselhabitat en strategie

Het voedsel van de Bonte Strandloper bestaat uit allerlei zeediertjes die opgepikt worden terwijl de vogel in ondiep water staat. Ze gaan maximaal 3 tot 5 cm het water in #2.

Reproductie en migratie

Leeftijd en mortaliteit

Overig

Naast belangrijk foerageerhabitat voor diverse vogels heeft het Veerse Meer ook een belangrijke functie als hoogwatervluchtplaats. Vooral de Middelplaten en Kwisterburg zijn belangrijke hoogwatervluchtplaatsen. Hier verblijven grote aantallen steltlopers, waaronder de Bonte Strandlopers, uit het Oosterscheldegebied in afwachting zijn van het volgende laagwater #2.

De gebieden die geschikt zijn als hoogwatervluchtplaats moeten tijdens de herfst- en winterperiode, wanneer de kans op stormen het grootst is, droog staan of geringe hoeveelheid water hebben. Niet alle droogvallende platen in de winter zijn geschikt als hoogwaterplaats. De eilanden Haringvreter, Schutteplaat, Mosselplaat en Aarbeieneiland in het Veerse Meer zijn bijvoorbeeld begroeid met bomen. Hierdoor zijn ze ongeschikt als hoogwatervluchtplaats voor de Bonte Strandloper #2.

Dosis-effect relaties

Zie ook Algemeen - Broed en rust habitat (Water)vogels voor algemene rekenregels voor vogels.

Line chart for Waterdiepte showing HSI by diepte zomer (m)

diepte zomer (m)

HSI

0

0

0.01

1

1

1

Referentie: #2

Line chart for Waterdiepte showing HSI by diepte winter(m)

diepte winter (m)

HSI

0.0

1

0.03

1

0.05

0

0.1

0

Referentie: #3, #1, #5

Hoogwatervluchtplaatsen

Line chart for Waterdiepte showing HSI by diepte winter (m)

diepte winter (m)

HSI

-1

1

0

1

0.05

0

Referentie: #2

Line chart for Vegetatie showing HSI by vegetatie (ja/nee)

vegetatie (ja/nee)

HSI

0

1

0.5

0

0

0

Referentie: #2

Ornithologisch Basisregister #4

ecotoop-gebied

nest

voedsel

open water

 

++

rietvegetaties

 

 

ruigten

++

+

zandige, open ruigten en pioniersvegetaties

 

 

heide stuifzand, veen, open duin

++

+

grasland

++

+

akkers

 

 

struwelen

 

 

bos

 

 

bebouwd gebied

 

 

open gebied

 

 

Het nest wordt gemaakt op de bodem.

Het voedsel wordt gezocht op het wateroppervlak, de waterkant, onder water en op de bodem.

De bepalende factor van voorkomen is de aanwezigheid van zoute-zilte ruigten en graslanden.

Onzekerheid en validatie

(warning) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

Toepassingsgebied

Het Veerse meer. De rekenregels voor Waterdiepte en Vegetatie opgesteld voor het Veerse Meer #5.

Voorbeeld project

Niet aanwezig

Referenties

1 http://www.soortenbank.nl/
2 http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/
3 Duel, H. en Specken, B.. Habitatmodel Fuut: een model voor het bepalen van de kwaliteit van water- en moerasgebieden als broedhabitat voor de Fuut (Podiceps cristatus). TNO-BSA Werkdocument P 94-029. 1994
4 Sierdsema, H.Broedvogels en beheer. Staatsbosbeheer.SOVON.1995
5 Wijsman, J.|Onderzoek naar de toekomstige waterkwaliteit en ecologie van het Veerse Meer. Studie naar het effect van het doorlaatmiddel en aanvullende maatregelen. Deel 2: Opzet en verificatie van de Habitat Evaluatie Procedure. WL|Delft Hydraulics. november 2002

  • No labels