You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 7 Next »

Home

Driekantige bies - Scirpus triqueter

Algemeen

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Driekantige bies - Scirpus triqueter

Regio

Nederland, Europa

Watersysteem

kustwateren

Natuurparameter

macrofyten

Factsheet opgemaakt door

M.P. Weeber

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen

De Driekantige bies komt verspreid voor in de deltagebieden van de grote rivieren in West-, Zuid- en Midden-Europa 1.

In Nederland komt de Driekantige bies nagenoeg alleen voor in het zoetwatergetijdengebied van de grote rivieren. Hier is de optimale staanplaats de bij eb droogvallende zand- en slikplaatsen en zacht glooiende oevers. Deze plaatsen zijn sterk gereduceerd, doordat de getijwerking na het afsluiten van het Haringvliet sterk is verminderd. Eerder namen de standplaatslokaties al af door het afsluiten van de Zuiderzee (nu het IJsselmeer) 1.

De driekantige bies behoort tot het geslacht biezen (Scirpus) en de familie van de cypergrassen (Cyperaceae). Het is een plant met een scherp driekantige stengel, waarbij twee zijden vlak zijn en één zijde hol. De plant wordt 100 meter lang en de stengel is bij de voet 6 mm dik. Het blad is gootvormig en gekield, 6cm lang en versmalt vanaf de voet naar de top. Net als veel andere biezensoorten heeft de driekantige bies een kruipende wortelstok en deze is ongeveer 5mm dik. Hiermee kan de driekantige bies zich zelf vermeerderen. Vermeerdering met behulp van de wortelstok vindt vaker plaats dan via zaad 1.

De driekantige bies is een pioniersoort die op een extreme standplaats voorkomt 1. Vaak vestigt de driekantige bies zich als eerste plant. De driekantige bies behoort tot de helofyten die er om bekend staan onder water te kunnen wortelen en aangepast zijn aan een zuurstofarm bodemmilieu. De bladeren en de bloei steken echter boven het water uit. Helofyten bezitten luchtkanalen, waarmee zuurstof via de bladeren naar de wortels kan worden getransporteerd 1. Bij veranderende omstandigeheden wordt deze soort snel verdrongen door mattenbies (Scirpus lacustris) en, wanneer de bodem sterker opslibt, door zeebies (Scirpus maritimus).

Er bestaat een bastaardkruising tussen de mattenbies of ruwe bies met driekantige bies, genaamd de bastaardbies (Scirpus x carinatus).

Milieurandvoorwaarden

Het voorkomen van de driekantige bies hangt sterk samen met de hoge mate van milieudynamiek die karakteristiek is voor het zoetwatergetijdegebieden. Driekantige bies is echter slecht bestand tegen extreme omstandigheden zoals bij lage of hoge rivierafvoeren en bij stormvloeden 1.

Beheer en ontwikkelingskansen

Er zijn geen resultaten opgenomen van het effect van beheer.

Dosis-effect relaties

Stroomdiagram

De HGI waarde staat voor de geschiktheid voor de hele levenscyclus van de Aal:

HGI

Geschiktheid

1.0

optimaal

0.7 - 0.9

goed

0.4 - 0.6

matig

0.1 - 0.3

slecht

0.0

ongeschikt


Unknown macro: {flowchart}

graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " getijdedynamiek | waterdiepte | slibgehalte bodem | chloridegehalte "
shape = "record"
];

"node3" [
label = "SI Driekantige bies"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];


Het areaal van de driekantige bies kan als volgt worden berekend, hierbij uitgaande dat er een recht evenredig verband bestaat tussen de standplaatsindex en de kans op voorkomen van vegetaties met driekantige bies:

C = A * SI

waarbij
A = Areaal intergetijdegebied (in ha). Dit is de oppervlakte van het intergetijdegebied dat tussen de >30 cm -GWH en 40-140 cm + GLW ligt.
C = oppervalkte geschikt voor vestiging van driekantige bies (in ha)

Dosis-effect relaties

Bar chart for Waterdiepte showing HGI by waterdiepte (cm)

waterdiepte (cm)

HGI

0 - 30

0

30 - 50

0.2

50 - 70

0.4

70 - 100

0.7

100 - 130

1

130 - 150

0.5

150 - 170

0.2

170 - 200

0

Referentie: 1
NB. De optimale groeiplaatsen van de driekantige bies zijn gelegen tussen het niveau van gemiddeld hoog water (GHW) en gemiddeld laag water (GLW). De soort is niet bestand tegen langdurig hoogwater en langdurige droogval. Deze rekenregel is gebasseerd op een getinjde verschil van 2 meter en is gemeten ten opzichte van de GHW. Als de driekantige bies boven het GLW voorkomt dan kunnen de optimale omstandigheden alleen aanwezig zijn in gebieden met een getijdeverschil van >(150-)170 cm.

XYline chart for Slibgehalte showing HGI by slibgehalte (%)

slibgehalte (%)

HGI

0

1

15

1

25

0

Referentie: 1
NB. Waar het water stagneert sedimenteerd slib. Hierdoor kort de driekantige bies niet voor in stagnant water. Hier nemen de mattenbies of ruwe bies de vegetatie over. Korte perioden van (snel) stromend water worden waarschijnlijk goed door de soort verdragen. De driekantige bies vestigd zich op uiteenlopend substraat van klei tot zand. Daarnaast komt de driekantige bies zowel op geëxponeerde lokaties als liwe lokaties voor.

XYline chart for Zoutgehalte showing HGI by chloridegehalte (mg/L)

chloridegehalte (mg/L)

HGI

0

1

300

1

500

0

Referentie: 1
NB. De driekantige bies komt uitsluitend voor binnen het zoetwatergetijdegebied.

XYline chart for Getij showing HGI by getijdeverschil (cm)

getijdeverschil (cm)

HGI

0

0

100

0

160

1

200

1

Referentie: 3
NB. Een getijdeverschil kleiner dan 100 cm biedt slechte tot geen mogelijkheden voor ontwikkeling van Driekantige bies.

XYline chart for Droogvalduur showing HGI by droogvalduur (%)

droogvalduur (%)

HGI

0

0

1

0.05

2

0.15

3

0.25

4

0.38

5

1

67

1

75

0

100

0

Referentie: 3
Voor deze relatie is in de studie 3 de het percentage van de tijd dat het gebied droog ligt gedurende 14 dagen gebruikt.

Onzekerheid en validatie

Dit model is opgeteld aan de hand van de beschikbare literatuur. Dit model is nog niet gevalideerd aan de hand van meetgegevens 1.

Toepasbaarheid

De toepassing van het standplaatsmodel van de driekantige bies is om de mogelijkheid voor ontwikkeling voor vegetaties met driekantige bies op droogvallende platen en oevers in het zoetwatergetijdegebied te analyseren.
Hierbij is het zoetwatergetijdegebied gedefineerd als het gebied waar het verscchil tussen het gemiddeld hoogwater en gemiddeld laagwater 50-200 cm is en waar het gemiddelde chloridegehalte <500 mg/l is 1.

Voorbeeld project

-

Referenties

1 Duel, H., Specken,B., 1994. Standplaatsmodel Driekantige Bies: een model voor het analyseren van de standplaatskwaliteit van zoetwatergetijdegebieden voor de driekantige bies (Scirpus triqueter). INRO-TNO, Afdeling Planning, Delft. maart 1994

  • No labels