Zeeforel - Salmo trutta trutta
Algemeen
Algemene kenmerken |
|
|---|---|
Naam soort(en)groep |
Zeeforel - Salmo trutta trutta |
Regio |
|
Watersysteem |
|
Natuurparameter |
vissen |
HR nr |
|
Factsheet opgemaakt door |
M.P. Weeber |
|
[www.de-natuur.be] |
.jpg)
Habitat beschrijving
Algemeen voorkomen
In Nederland komt de zeeforel in de kustwateren, het IJsselmeer en de groter rivieren voor. De zeeforel trekt vanuit zee rivieren op om in zijriviertjes en beken te paren. Jonge zeeforellen trekken na 1 a 2 jaar in zoet water naar zee, alwaar ze opgroeien tot volwassen zeeforellen. Jonge zeeforelllen kennen twee stadia, namelijk par en smolt . Tijdens de migratie naar zee verandert de jonge zeeforel van het par stadium naar het smolt stadium. Hiermee gaat ook een verandering in uiterlijk gepaard, namelijk van zwarte vlekken op de flank naar compleet zilverkleurig [#2].
Voedselhabitat en strategie
Jonge forellen eten ongewervelden, die ze zowel boven als onder water vangen. Volwassen forellen eten kleine vissen, amfibieën en zoogdieren, zoals muizen [#2].
Reproductie en migratie
De paai vindt plaats in nestkuilen gelegen in snelstromende grindbanken. Hier worden de eieren afgezet, waarna ze worden afgedekt met een klein laagje grind. Na de uitkomst zoeken de larvale forellen een beschutte plaats om op te groeien [#2].
Dosis-effect relaties
De Dosis-effect relaties zijn opgesteld per levensvorm van de Zeeforel. Hierin is onderscheid gemaakt tussen de adult, par, smolt , embryo en parameters die een effect uitoefenen op alle eerdere genoemde vormen [#1].
Stroomdiagram
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "HGI Adult Zeeforel|HGI Par Zeeforel |HGI Smolt Zeeforel | HGI Embryo Zeeforel | HGI Ander factoren Zeeforel "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Zeeforel"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Bedekking in de watergang| Aandeel poelen | Poel classivisering "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Adult Zeeforel"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Bedekking in de watergang | Aandeel poelen | Fijn sediment "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Smolt Zeeforel"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Substraatgrootte | Aandeel poelen | Fijn sediment "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Par Zeeforel"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Temperatuur |Zuurstof | Stroomsnelheid | Korrelgrootte in paaigebied | Fijn sediment "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Embryo"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Temperatuur | Zuurstof | Zuurgraad | Debiet | Dominant substraat | Oevervegetatie | Fijn sediment |Oeverstabiliteit | Schaduw | Nitraatgehalte | Piekafvoer "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Andere parameters"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
Dosis-effect relaties
max. watertemperatuur (graden Celsius) |
HGI |
|---|---|
0 |
0 |
12 |
1 |
19 |
1 |
27 |
0 |
30 |
0 |
Referentie: [#1]
max. watertemperatuur (graden Celsius) |
HGI |
|---|---|
0 |
0 |
5 |
0 |
7 |
1 |
15 |
1 |
26 |
0 |
30 |
0 |
Referentie: [#1]
max. watertemperatuur (graden Celsius) |
HGI |
|---|---|
0 |
0 |
7 |
1 |
13 |
1 |
15 |
0 |
20 |
0 |
Referentie: [#1]
opgeloste zuurstof in het water (mg/L) |
HGI |
|---|---|
0 |
0 |
3 |
0 |
9.3 |
1 |
15 |
1 |
Referentie: [#1]
opgeloste zuurstof in het water (mg/L) |
HGI |
|---|---|
0 |
0 |
6 |
0 |
14.5 |
1 |
15 |
1 |
Referentie: [#1]
gemiddelde stroomsnelheid (cm/s) |
HGI |
|---|---|
0 |
0 |
15 |
0 |
40 |
1 |
70 |
1 |
90 |
0 |
100 |
0 |
Referentie: [#1]
bedekking waterplanten (%) |
HGI |
|---|---|
0 |
0 |
15 |
1 |
40 |
1 |
Referentie: [#1]
NB. Opgenomen in het late groeiseizoen bij lage waterperiode op groter of gelijk aan 15 cm diepte of dicht bij de bodem bij een stroomsnelheid lager dan 15 cm/s [#1].
bedekking waterplanten (%) |
HGI |
|---|---|
0 |
0 |
34 |
1 |
40 |
1 |
Referentie: [#1]
NB. Opgenomen in het late groeiseizoen bij lage waterperiode op groter of gelijk aan 15 cm diepte of dicht bij de bodem bij een stroomsnelheid lager dan 15 cm/s [#1].
aandeel substraat grootte (%) |
|
HGI |
|---|---|---|
0 |
0 |
|
2 |
0.7 |
|
5 |
1 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om substraat met de grootte 0.3 tot 10 cm in gebieden van groter of gelijk aan 0.5 m2 en op diepten van 15 cm of dieper [#1]. De substraatgroote die we hier beschouwen is 1 tot 7 cm. Als deze klasse meer dan 5% voorkomt dan is het aandeel van dit sediment voldoende. mocht het lager zijn dan 5% dan wordt verwezen naar Substraatgrootte B [#1].
aandeel substraat grootte (%) |
|
HGI |
|---|---|---|
0 |
0 |
|
3.5 |
0.4 |
|
5 |
0.7 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om substraat met de grootte 0.3 tot <1 cm en >7 - 10 cm. Deze dosis effect relatie levert een aanvulling op "Substraat A". Gebruik een gewogen gemiddelde van het areaal dat beschikbaar is aan sediment type A en B om tot de geschiktheid te komen [#1].
aandeel substraat in substraatklasse (%) |
HGI |
|---|---|
0 |
0 |
10 |
1 |
20 |
1 |
Referentie: [#1]
NB. Het aandeel substraat dat in substraatklasse 10 tot 40 cm. Dit wordt door in de winter als dekking gebruikt door scholen juvenielen en kleine juvenielen zeeforel [#1].
dominant substraat in de stroom (klassen) |
HGI |
|---|---|
puin, kleine keien of aquatische vegetatie dominant |
1 |
puin, grind, keien en fijnsediment in gelijke hoeveelheden, wel of geen waterplanten |
0.6 |
fijnsediment, rotsgrond, fijn grind of grote keien zijn dominant |
0.3 |
Referentie: [#1]
aandeel poelen (%) |
|
HGI |
|---|---|---|
0 |
0.1 |
|
25 |
0.6 |
|
50 |
1 |
|
70 |
1 |
|
100 |
0.5 |
Referentie: [#1]
NB. Gemeten in het late groeiseizoen en met laagwater [#1].
aandeel oeververgetatie (%) |
HGI |
|---|---|
0 |
0.08 |
20 |
0.08 |
100 |
0.85 |
140 |
1 |
300 |
1 |
Referentie: [#1]
NB: Alleen van toepassing op niet-productieve stromen van 15 meter breed of minder [#1]. Het gaat hier om bomen, struiken en kruiden langs de oever tijdens de zomerperiode en die dienen als externe voedsel input [#1].
aandeel wortels en rotsige oeverbedekking (%) |
HGI |
|---|---|
0 |
0.2 |
30 |
0.35 |
50 |
0.8 |
65 |
0.95 |
75 |
1 |
100 |
1 |
Referentie: [#1]
maximale of minimale zuurgraad (pH) |
HGI |
|---|---|
0 |
0 |
5 |
0 |
6.8 |
1 |
7.8 |
1 |
9.5 |
0 |
10 |
0 |
Referentie: [#1]
late zomer afvoer of lage winter afvoer tegen gemiddeld (%) |
HGI |
|---|---|
0 |
0 |
50 |
1 |
100 |
1 |
Referentie: [#1]
NB. Het gaat hier om de gemiddelde debiet van de late zomerafvoer of de late winterafvoer uitgezet tegen de gemiddelde afvoer in een percentage [#1]
poel classificatie (klassen) |
HGI |
|---|---|
klasse 1 |
1 |
klasse 2 |
0.6 |
klasse 3 |
0.3 |
Referentie: [#1]
NB. Klasse 1 betekend dat meer dan 30% van de poelen groot en diep zijn (max 1.5-2m diep). Klasse 2 betekend dat meer dan 10%, maar minder dan 30% van de poelen goort en diep zijn en meer dan 50 % gemiddeld groot en diep. Klasse 3 houdt in dan minder dan 10 % van de poelen tot groot en diep behoort en minder dan 50% van de poelen tot gemiddeld groot en diep [#1].
aandeel fijn sediment (%) |
HGI |
|---|---|
0 |
1 |
5 |
1 |
15 |
0.5 |
30 |
0.2 |
40 |
0.1 |
Referentie: [#1]
aandeel fijn sediment (%) |
HGI |
|---|---|
0 |
1 |
10 |
1 |
40 |
0.2 |
Referentie: [#1]
beschaduwing van de stroom tussen 10:00 en 14:00 (%) |
HGI |
|---|---|
0 |
0.3 |
50 |
1 |
75 |
1 |
85 |
0.9 |
100 |
0.5 |
Referentie: [#1]
NB. Alleen gebruiken voor stromen smaller dan 50 meter en die boven de 18 graden Celsius zijn [#1].
nitraat- of stikstofgehalte (mg/L) |
HGI |
|---|---|
0 of > 2 |
0 |
0.01 - 0.04 of 0.91 - 2.0 |
0.25 |
0.05 - 0.09 of 0.51 - 0.90 |
0.5 |
0.1 - 0.14 of 0.26 - 0.50 |
0.75 |
0.15 - 0.25 |
1 |
Referentie: [#1]
gem. jaarlijkse piekafvoer (klasse) |
HGI |
|---|---|
1 |
0.5 |
2 |
1 |
2.8 |
1 |
4.5 |
0.7 |
6 |
0.2 |
Referentie: [#1]
NB. De gemiddelde jaarlijkse piekafvoer is hier uitgedrukt als een verveelvoudiging van de gemiddelde dagelijkse afvoer [#1].
Onzekerheid en validatie
Deze dosis-effect relaties zijn niet gevalideerd.
Toepasbaarheid
Amerika.
Voorbeeld project
Er is geen voorbeeld projekt beschikbaar.
Referenties
1 U.S. Fish and Wildlife Service (1986) HABITAT SUITABILITY INDEX MODELS AND INSTREAM FLOW SUITABILITY CURVES: BROWN TROUT, Biological Report 82, 10.124, Revised, september 1986
2 [www.ravon.nl] (Forel) 18 december 2012
