You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 2 Next »

Er zijn twee manieren waarop een workflow snel opgestart kan worden: via het tabblad Interactive en via het Topology scherm.

Het tabblad Interactive staat automatisch open bij het opstarten van het NWM en is altijd in en uit te klappen via de knop Interactive aan de linker bovenkant van het scherm (Standaard). Het Topology scherm kan geopend worden door de Topology knop in de buttonbar aan te klikken (Standaard), via het menu <Extra>, <Topology>, of via de shortcut <Ctrl+T>.

In het tabblad Interactive staan de workflows in folders geordend per onderdeel, dan per gebied en als laatste per scenario. Zo is bijvoorbeeld in figuur 1.3 (1) de workflow 'Importeer randvoorwaarden' geselecteerd, waarbij te zien is dat deze workflow zich bevindt in de scenario folder '2015 - referentie'14', de gebiedsfolder 'Rijn' en de onderdeel folder 'Veiligheid'.

Na het selecteren van een workflow kunnen de T0 (figuur 1.3 (2)), Initial state en Forecast length worden aangepast en kan een omschrijving aan de workflow worden meegegeven. De Initial state, Forecast length en omschrijving bevinden zich in het pop up scherm Taakuitvoer opties (figuur 1.3 (3)). Voor zowel het onderdeel Veiligheid als het onderdeel Zoetwater zijn de T0, Initial state en Forecast length op de juiste datum-tijd gezet. Deze standaard instellingen zijn te controleren met de Testwaarden tabel op de Testwaarden pagina, welke onderdeel is van de Testprotocollen en terug te vinden is op de wiki van het NWM. Het instellen of aanpassen van de initial state en forecast length is in principe alleen bedoeld voor het uitvoeren van testsommen, bijvoorbeeld voor het draaien van kortere runs dan de standaard instellingen. We raden aan om in de omschrijving van de workflow de versie van het NWM op te nemen. Het is dan altijd duidelijk met welke versie van het NWM de berekeningen zijn gedraaid. In het geval er een workflow wordt gedraaid waarin de resultaten van het NWM geëxporteerd worden en de NWM versie waarmee de berekeningen zijn gedraaid afwijkt van de NWM versie waarmee de export wordt gedraaid zal dit aan de beheerder van het Archief moeten worden doorgegeven. Deze persoon kan dan de versie in de geëxporteerde NetCDF file aanpassen. De geëxporteerde NetCDF file krijgt namelijk de huidige NWM versie mee en dus niet automatisch de versie waarmee de berekeningen zijn gedraaid. Voor meer informatie over het Archief zie 1.4.2.1 Het Archief (Geonetwork).

Zodra de gewenste workflow geselecteerd is en de juiste T0, initial state en forecast length ingevoerd zijn, kan de workflow gestart worden. Start een workflow door deze te selecteren en vervolgens op de knop 'Uitvoeren geselecteerd segment(groep)' te klikken (figuur 1.3 (4)), of gebruik de shortcut <Shift+F9>.  

Elke scenario folder bevat meerdere workflows en sommige workflows hebben input van andere workflows uit dezelfde scenario folder nodig om te kunnen draaien. Indien de benodigde input voor een bepaalde workflow ontbreekt, verschijnt er een waarschuwingsscherm (figuur 1.4) en wordt de workflow niet gestart. Hoe de workflows met elkaar samenhangen, is terug te vinden in het Topology scherm (figuur 1.5). Wanneer in dit scherm een blok met een ander blok verbonden is door middel van een pijl, dan betekent dat dat de output van het blok aan de staartkant van de pijl noodzakelijk is voor het starten van het blok aan de puntkant van de pijl. Zo is bijvoorbeeld de output van de workflow LHM noodzakelijk voor het draaien van de workflow Export BIVAS. Met een dubbele muisklik op het workflowblok kan een workflow ook vanuit dit scherm gestart worden. In- en outzoomen in dit scherm kan door aan het muiswieltje te draaien.

Welke workflows beschikbaar zijn is weergegeven in tabel 1.1 voor Zoetwater en tabel 1.2 voor Veiligheid. Wat er in elke workflow gebeurt staat verder uitgewerkt in de hoofdstukken Zoetwater  en Veiligheid.

Meer informatie over het tabblad Interactive en het Topology scherm is terug te vinden in het hoofdstuk Interactive Forecasting Displays van de Delft-FEWS User Guide.

Figuur 1.3. De volgorde van handelingen voor het starten van een workflow: 1. Het selecteren van een workflow, 2. Eventueel aanpassen van de T0, 3. Eventueel aanpassen van de initiële condities en forecast length en het toevoegen van een omschrijving, 4. Starten van de workflow.

 

Figuur 1.4. Waarschuwingsscherm ontbrekende invoer.

 

Figuur 1.5. Het topology scherm.

 

Tabel 1.1. De workflows van Zoetwater.
De beschikbaarheid van een worflow is met een groen vinkje aangegeven.

Zoetwater

Landelijk

LHM

(tick)

export LHM data(tick)

LSM Light

(tick)

Export BIVAS

(tick)

Export VONK

(tick)

Export other LSM Light data

(tick)

LSM(tick)
LTM(tick)

Export KRW Verkenner

(tick)

Export LSM data(tick)

 

 

Tabel 1.2. De workflows van Veiligheid.
De beschikbaarheid van een worflow is met een groen vinkje aangegeven.

Veiligheid

Rijn

Maas

RMM

IJsselmeer

Markermeer

IJssel-Vechtdelta

Importeer randvoorwaarden

(tick)

(tick)

(tick)

 

 

(tick)

Run Sobek for an update

 

 

(tick)

 

 

 

Run Sobek for a forecast

 

 

(tick)

 

 

 

Run WAQUA model

(tick)

(tick)

 

 

 

 

Run WAQUA model

-          for an update

-          without wind

Run PostProcessing WAQUA part 1

Run WAQUA model

-          with open barrier

-          with correct working barrier

Run PostProcessing WAQUA part 2

 

 

 

 

 

(tick)

Run PostProcessing WAQUA

(tick)

(tick)

 

 

 

 

Run HydraZoet

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

Run PostProcessing HydraZoet

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

Export resultaten HydraZoet naar archief

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

  • No labels