You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 35 Next »

Binnen het Nationaal Water Model (NWM) behandelt het onderdeel Zoetwater (ZW) de zoetwatervoorzieningsvraagstukken op nationaal niveau in Nederland ter ondersteuning van beleidsvragen.

Het onderdeel Zoetwater bestaat uit een keten van modellen die sequentieel informatie aan elkaar doorgeven. Het Landelijk Hydrologisch Model (LHM) vormt hierbij de basis voor alle berekeningen en voorziet de workflows van het Landelijk SOBEK Model (LSM) en het Landelijk SOBEK Model Light (LSM Light) van randvoorwaarden. Uitvoer van het LSM wordt gebruikt om gegevens voor de KRW-Verkenner te genereren, met behulp van de module WQINT, en om het Landelijk Temperatuur Model (LTM) te voeden. Daarnaast wordt uitvoer van het LHM gebruikt om de effectmodule AGRICOM te draaien.

Het LHM is het geïntegreerd landsdekkende grond- en oppervlaktewater model van Nederland. Het model is ontwikkeld door Rijkswaterstaat, STOWA, PBL, Deltares en Alterra en wordt beheerd door het NHI consortium. LHM is opgebouwd uit 4 gekoppelde modellen:

  1. MODFLOW grondwaterstroming voor de verzadigde zone;
  2. MetaSWAP grondwaterstroming voor de onverzadigde zone;
  3. MOZART voor het regionale oppervlaktewater;
  4. Distributiemodel (DM) voor het landelijke waterverdelingsnetwerk.

In het LHM is Nederland geschematiseerd in cellen van 250 x 250 meter in de horizontaal. In de verticaal heeft het 7 modellagen voor de ondergrond en bodemcompartimenten (MODFLOW en MetaSWAP). Voor het oppervlaktewater worden circa 8500 afwateringseenheden onderscheiden (MOZART), die weer in connectie staan met circa 250 grotere regionale eenheden (districten) die gekoppeld zijn aan het landelijke waterverdelingsnetwerk (DM). Het distributie model (DM) bepaalt de beschikbaarheid van water in het regionale oppervlakte water. Het gekoppelde MOZART-DM model rekent op decade basis, maar kan eventueel ook op dagbasis rekenen.

Met het LSM kunnen meer gedetailleerde berekeningen in het oppervlaktewater uitgevoerd worden. LSM Light bestaat uit een subset van de regionale wateren van het LSM om snellere berekeningen mogelijk te maken.

Het LTM maakt het mogelijk om de watertemperatuur van het oppervlaktewater van de grote nederlandse rivieren door te rekenen.

Voor een grafisch overzicht van hoe de modellen met elkaar gekoppeld zijn, zie figuur 2.1.

Binnen het onderdeel Zoetwater kunnen negen scenario's doorgerekend worden, zie tabel 2.2. Een overzicht van de workflows die bij deze scenario's horen staan beschreven op de pagina Workflows Zoetwater. Meer uitleg over de scenario's en een bijbehorend overzicht van de invoerparameters is terug te vinden in de Achtergrond documentatie, bij het onderwerp Deltascenario's. Een overzicht van de te gebruiken T0'len is terug te vinden in T0 Zoetwater. Een overzicht van de uitvoerparameters die bij deze workflows horen, zijn terug te vinden in Uitvoerparameters Zoetwater.

Tabel 2.2. De namen van de scenario's van Zoetwater (landelijk) in het NWM en de bijbehorende klimaatscenario's.
Naam in NWM
Klimaatscenario
2015 - Referentie'14Huidig klimaat
2050 - Druk'142050G+
2085 - Druk'142085G+
2050 - Rust'142050G
2085 - Rust'142085G
2050 - Stoom'142050W
2085 - Stoom'142085W
2050 - Warm'142050W+
2085 - Warm'142085W+


 

 

Figuur 2.1. Overzicht van de modellen en modules in de workflows van Zoetwater.

  • No labels