You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 8 Current »

Op deze pagina staan termen uitgelegd die veel gebruikt worden bij het gebruik van ecotopen. De uitleg is ook terug te vinden in de RWES documenten. 


Termen

Conditionele factoren

Ecotoop

Eco-element

Gebruiksdynamiek

Hydrodynamiek

Morfodynamiek

Operationele factoren

Positionele factoren


Conditionele factoren

Conditionele factoren hangen samen met de laterale gradiënt van ecotopen, en zijn daarom een gevolg van de positionele factoren.

Er worden drie conditionele factoren onderscheiden:

  • Morfodynamiek
  • Hydrodynamiek
  • Gebruiksdynamiek


Ecotoop

Een ecotoop is een ruimtelijk te begrenzen ecologische eenheid, waarvan de samenstelling en ontwikkeling wordt bepaald door de abiotische, biotische en antropogene condities ter plaatse. Een ecotoop is een herkenbare, min of meer homogene landschappelijke eenheid (Wolfert, 1996).


Eco-element

Een eco-element geeft een mogelijke toestand van een (deel van een) ecotoop gebaseerd op specifieke informatie met betrekking tot een soort(groep).


Gebruiksdynamiek

Alle bewuste en doelgerichte inrichtings- en beheersinvloeden die de mens uitoefent op de ontwikkeling van bodem, vegetatie en fauna van een ecotoop.

 

Hydrodynamiek

De invloeden van (grond-) waterstanden en stroomsnelheden op de ontwikkeling van bodem, vegetatie en fauna van een ecotoop.


Morfodynamiek
De mechanische krachten uitgeoefend op zowel de bodem, vegetatie en de fauna van een ecotoop. Voorbeelden zijn erosie, transport, circulatiestroming, golfwerking en sedimentatie van substraat en organismen.

 

Operationele factoren

Operationele factoren die een directe link hebben met de biotische verschijningsvorm, zoals vochtigheidsgraad, beschikbaarheid van nutriënten en zuurgraad (Klijn et al., 1996).


Positionele factoren

De processen en verschijnselen op een locatie die het gevolg zijn van de positie van het water in het landschap.

Effecten van positionele factoren zijn op verschillende schalen zichtbaar. Op uiterwaardschaal is de positionele factor "dynamiek van de rivier" (overstromingsduur, - frequentie, energie etc) groter nabij de rivier dan meer landinwaarts. Hierdoor ontstaan oeverwallen alleen direct langs de rivier en worden kommen juist verder weg van de rivier gevormd. Op stroomgebiedsschaal worden de grindbanken van rivierbeddingen geërodeerd, terwijl er zich zandbanken in de delta van een riviersysteem vormen. Binnen de aquatische RWES classificatie worden de positionele factoren "stromingsrichting" en "zoutgehalte" gebruikt om watersystemen te classificeren (Willems et al., 2007).

 

Literatuur

Klijn, F., C.L.G. Groen en J.P.M. Witte (1996): "Ecoseries for potential site mapping, an example from the Netherlands", Landscape and urban planning 35: 53-70.

Willems, D., J. Bergwerff en N. Geilen (2007): "RWES Terrestrisch - Actualisatie ecotopen-indeling van de periodiek tot zelden overstroomde en overstromingsvrije zones langs de rijkswateren", RIZA rapport 2007.030.(download pdf)

Wolfert, H.P. (1996): "Rijkswateren-Ecotopen-Stelsels - uitgangspunten en plan van aanpak", DLO-Staring Centrum in opdracht van RIZA. RIZA notanr. 96.050, Lelystad.(download pdf)


  • No labels