You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 42 Next »

Dit hoofdstuk bevat de volgende onderdelen:

Inleiding en uitleg relevante schermen

Er zijn twee manieren om een workflow snel op te starten: via het tabblad Interactive en via het Topology scherm (beide weergegeven in figuur WSS.1).

Het tabblad Interactive staat automatisch open bij het opstarten van het NWM en is altijd in en uit te klappen via de knop Interactive aan de linker bovenkant van het hoofdscherm (A in figuur WSS.1). Het topology scherm wordt geopend door op de relevante knop te klikken (B in figuur WSS.1), of  via het menu <Extra>, <Topology>, of via de shortcut <Ctrl+T>, waarna deze toegevoegd wordt aan de bestaande schermen (C in figuur WSS.1).

In het tabblad Interactive staan de workflows in folders geordend per onderdeel, dan per gebied (alleen voor het onderdeel 'Veiligheid') en als laatste per scenario. Zo is bijvoorbeeld in figuur WSS.1 de workflow 'LSM Light' geselecteerd, waarbij te zien is dat deze workflow zich bevindt in de scenario folder '2015 - Referentie'14' en de onderdeel folder 'Zoetwater'. Bij elke workflow geeft een icoontje een indicatie van de status van de meest recent uitgevoerde berekening. Een grijze cirkel betekent dat de workflow niet gedraaid heeft of is gefaald. Een groen vinkje betekent dat de laatste berekening succesvol gedraaid heeft, ongeacht de actuele status van de voorgaande workflows. In het ‘Management Modelrunscherm’ in Berekeningen beheren kan de exacte status van elke uitgevoerde berekening teruggevonden worden.

Het tabblad Interactive en het Topology scherm zijn aan elkaar verbonden. Zo is te zien in figuur WSS.1 dat het Topology scherm alle workflows weergeeft van het onderdeel/scenario dat geopend is in het tabblad Interactive, en dat de specifieke workflow die geselecteerd is in het tabblad Interactive ook geselecteerd is in het Topology scherm (D in figuur WSS.1). Deze verbinding werkt beide kanten op; een aanpassing in één scherm leidt tot een aanpassing in het andere scherm. Het topology scherm laat, in tegenstelling tot het tabblad Interactive, ook precies zien welke workflows van elkaar afhankelijk zijn (zo is in figuur WSS.1 de workflow 'LSM Light' afhankelijk van de workflow 'LHM').

Meer informatie over het tabblad Interactive en het Topology scherm is terug te vinden in het hoofdstuk Interactive Forecasting Displays van de Delft-FEWS User Guide.

Het stappenplan voor het starten van een workflow via het tabblad 'Interactive' wordt hieronder beschreven.

Figuur WSS.1. Het tabblad Interactive en het Topology scherm. Belangrijke onderdelen zijn aangegeven met de letters A t/m D en stappen voor het uitvoeren van een workflow met de cijfers 1 t/m 4. Deze worden beschreven in de tekst.

Stappenplan workflows

Het starten van een workflow via het tabblad 'Interactive' gaat als volgt (nummering komt overeen met de nummers in figuur WSS.1 hierboven):

  1. Selecteer de gewenste workflow door deze aan te klikken.
    Welke workflows beschikbaar zijn per onderdeel is weergegeven in de tabellen WSS.1 en WSS.2 hieronder. Wat er in elke workflow gebeurt staat beschreven in de hoofdstukken Zoetwater en Veiligheid.
  2. Controleer en pas eventueel de T0 aan.
    Voor het succesvol draaien van een workflow is het belangrijk om de juiste T0 te gebruiken. Welke T0 bij welke workflow hoort is terug te vinden in T0 Zoetwater en T0 Veiligheid.
    Om fouten te voorkomen is indien mogelijk voor zowel het onderdeel Veiligheid als het onderdeel Zoetwater de T0 al op de juiste datum-tijd gezet, en hoeft alleen het jaar nog aangepast te worden. Echter, controleer voor de zekerheid toch altijd even of de juiste T0 wordt gebruikt.
  3. Klik op 'Taakuitvoer opties' om het pop up scherm voor de taakuitvoer opties te openen (zie figuur WSS.2 hieronder). Controleer en/of pas de volgende onderdelen aan: 
    1. De initial state. Vink voor het aanpassen van de initial state het vierkantje bij 'Select initial state' aan. Dit is noodzakelijk wanneer er een nieuwe berekening voor een bepaalde periode wordt uitgevoerd waarbij er geen afhankelijke data van het voorgaande jaar aanwezig is in de database (een "koude start", oftewel 'cold state'). Als er wel een succesvolle berekening klaarstaat van het voorafgaande jaar dan wordt deze warme start ('warm state') automatisch opgepakt en hoeft de initial state niet gespecificeerd te worden.
      Voor het onderdeel Veiligheid staat de initial state automatisch op de juiste datum-tijd. De initial states van het onderdeel Zoetwater staan niet automatisch op de juiste datum-tijd en moeten dus gespecifieerd worden wanneer een aangepaste initial state gewenst is (de initial state voor Zoetwater workflows is altijd exact 1 januari 01:00:00 van het betreffende jaar). 
    2. De forecast length. Deze hoeft niet aangepast te worden (tenzij er een verkorte testberekening voor Veiligheid uitgevoerd moet worden).
    3. De beschrijving. We raden aan om in de beschrijving van de workflow in ieder geval de versie van het NWM op te nemen. Het is dan altijd duidelijk met welke versie van het NWM de berekeningen zijn gedraaid*.
  4. Start de workflow, door:
    • In het tabblad Interactive op de knop 'Uitvoeren geselecteerd segment(groep)' te klikken
    • De shortcut <Shift+F9> te gebruiken

Figuur WSS.4. De taakuitvoer opties van een workflow, met daarbinnen de onderdelen: (a) het mogelijk maken van het handmatig vaststellen van de initial state, (b) het vaststellen van de forecast length, (c) de locatie voor het toevoegen van een beschrijving.

Elke scenario folder bevat meerdere workflows en sommige workflows hebben input van andere workflows uit dezelfde scenario folder nodig om te kunnen draaien. Zo is bijvoorbeeld de output van de workflow 'LSM Light' noodzakelijk voor het draaien van de workflow 'export BIVAS'. Indien bij het starten van een workflow de benodigde input daarvoor ontbreekt, verschijnt er een waarschuwingsscherm (figuur WSS.3) en wordt de workflow niet gestart.

Figuur WSS.4. Waarschuwingsscherm ontbrekende invoer.

Tabellen beschikbare workflows

Tabel WSS.1. De workflows van Zoetwater.
De beschikbaarheid van een workflow is met een groen vinkje aangegeven.

Zoetwater

Landelijk

LHM

(tick)

export LHM data(tick)

LSM Light

(tick)

Export BIVAS

(tick)

Export VONK

(tick)

Export other LSM Light data

(tick)

LSM(tick)
LTM(tick)

Export KRW Verkenner

(tick)

Export LSM data(tick)
Tabel WSS.2. Overzicht workflows Veiligheid per watersysteem.
Een groen vinkje geeft aan dat de workflow beschikbaar is voor het desbetreffende gebied.

Veiligheid

Rijn

Maas

Rijn-Maasmonding

IJsselmeer

Markermeer

IJssel-Vechtdelta

Importeer randvoorwaarden

(tick)

(tick)

(tick)

 

 

(tick)

Run Sobek for an update

 

 

(tick)

 

 

 

Run Sobek for a forecast

 

 

(tick)

 

 

 

Run WAQUA model

(tick)

(tick)

 

 

 

 

Run WAQUA model

-          for an update

-          without wind

Run PostProcessing WAQUA part 1

Run WAQUA model

-          with open barrier

-          with correct working barrier

Run PostProcessing WAQUA part 2

 

 

 

 

 

(tick)

Run PostProcessing WAQUA

(tick)

(tick)

 

 

 

 

Run HydraZoet

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

Run PostProcessing HydraZoet

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

Export resultaten HydraZoet naar archief

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

 


In het geval er een workflow wordt gedraaid waarin de resultaten van het NWM geëxporteerd worden en de NWM versie waarmee de berekeningen zijn gedraaid afwijkt van de NWM versie waarmee de export wordt gedraaid zal dit aan de beheerder van het Archief moeten worden doorgegeven. Deze persoon kan dan de versie in de geëxporteerde NetCDF file aanpassen. De geëxporteerde NetCDF file krijgt namelijk de huidige NWM versie mee en dus niet automatisch de versie waarmee de berekeningen zijn gedraaid. Voor meer informatie over het Archief zie: Het Archief (Geonetwork).

  • No labels