Delta 21 is een ruimtelijk plan, gelegen in en ten westen van het Haringvliet. Het plan integreert een aantal verschillende functies, waarvan de belangrijkste zijn: veiligheid tegen overstromingen, opslag en opwekking van energie, zoetwater garantie voor Rotterdam en omgeving en het zoute getij met de vismigratie tussen Noordzee en Rijn/Maas weer terugbrengen in het Haringvliet.
Het hart van Delta 21 is een opslagbekken (valmeer) van 20 km2, waar met behulp van pompen en turbines energie tijdelijk wordt opgeslagen en weer wordt opgewekt. Grote vermogens aan pompcapaciteit kunnen tijdens stormen en hoge rivierafvoeren worden ingezet als supergemalen om het overtollige rivierwater, in geval van wateroverlast, naar zee te pompen. Het valmeer ligt naast Maasvlakte 2 en de oriëntatie is zodanig dat de lange zijde aan zee zo veel mogelijk evenwijdig loopt met de Nederlandse kust. In vroegere tijden lag ook de duinenrij veel meer zeewaarts dan nu het geval is. Met Delta21 komt het dus weer gelegen op de locatie waar het duizenden jaren gelegen lag. Het valmeer wordt omgeven door zandduinen die opgespoten zijn met uit het valmeer gewonnen zand. Om het valmeer in 12 uur leeg te pompen zijn 93 pompen van elk 20 MW nodig, die ook als turbine elektriciteit opwekken op het moment dat het valmeer weer gevuld wordt. De pompen/turbines zijn gehuisvest in caissons met een totale lengte van 600 m.
Ook worden er 60 MW-getijturbines geïnstalleerd om energie op te wekken met het getij en water dat in en uit het Getijmeer en het Haringvliet stroomt. De Haringvlietsluizen kunnen nu permanent open komen te staan. Delta21 brengt het zoute getij weer terug in het Haringvliet en herstelt zo de brakwaterbiotoop in het Haringvliet. Hierdoor wordt het Haringvliet weer een aantrekkelijk gebied met een gezond leef- en woonklimaat.
