You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 13 Next »

Algemeen

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Zalm - Salmo salar

Regio

Nederland, Noord-Atlantisch

Watersysteem

zee, rivieren, bovenstroomse gebieden

Natuurparameter

vissen

Factsheet opgemaakt door

K.E. van de Wolfshaar

Habitat beschrijving

Met een lengte tot 150 cm en een gewicht van maximaal 30 kilo is de Zalm (Salmo salar, familie Salmonidae) een van de grootste vissoorten in ons land. De Zalm is een anadrome trekvis met een zoetwaterfase (parr-stadium) en een zoutwaterfase (smolt-stadium). In het parr-stadium zijn de (jonge) dieren donker gekleurd met zwarte vlekken op de zijkant. Met het bereiken van het smoltstadium worden de vissen lichter van kleur. Met het opgroeien in de oceaan wordt de rug blauwgroen en ontstaan kleine donkere (kruisvormige) vlekjes, vooral boven de zijlijn. Tijdens de paaiperiode worden de volwassen dieren donker van kleur met grote rode en zwarte vlekken. In deze periode krijgen de mannetjes een omhooggekromde onderkaak (haakbek). De Zalm lijkt op de Zeeforel (Salmo trutta trutta), maar onderscheidt zich onder meer door een langere en dunnere staartbasis (de wortel) en een kleinere en spitsere kop #1.

Algemeen voorkomen

De zalm is een anadrome trekvis die voorkomt in de Noord-Atlantische oceaan. In Europa komt de vis voor vanaf de Poolcirkel tot in Noord Portugal. In Nederland kwam de vis voor als trekvis op weg naar paaigebieden in Belgie en Duitsland #2.

Voedselhabitat en strategie

Als juveniel eten zalmen kleine waterdiertjes, maar als ze groter worden eten ze al snel vis en kreeftachtigen.

Reproductie en migratie

Paai en opgroeigebieden liggen in de bovenloop van grote rivieren, in helder, schoon, zuurstofrijk water. Ze paaien boven ondiepe, slibvrije grindbanken met matige stroomsnelheid #2. Adulten trekken na minimaal 1 winter op zee naar de paaigronden. Juvenielen blijven 1 tot 3 jaar, bij een lengte van ca 15 cm, naar zee. Een klein deel van de mannetjes gaat niet naar zee. Na paaien sterven de adulten.

Leeftijd en mortaliteit

De leeftijd is afhankelijk van de duur van de juveniele periode, 1 tot 3 jaar, en het verblijf op zee van de adulten, 1 a 2 jaar #2.

Dosis-effect relaties

Line chart for Stroomsnelheid paaigebied showing HSI by stroomsnelheid (m/s)

stroomsnelheid (m/s)

HSI

0.08

0

0.13

1

0.45

1

1.0

0

Referentie: #3
Deze rekenregel is niet van toepassing in Nederland.

Bar chart for Substraat paaigebied showing HSI by aanwezigheid kiezel

aanwezigheid kiezel

HSI

geen

0

weinig

0

matig

0

redelijk

0.5

veel

1

Referentie: #2
Deze rekenregel is niet van toepassing in Nederland.

Line chart for Diepte paaigebied showing HSI by diepte (m)

diepte (m)

HSI

0

0

0.15

1

0.35

1

0.7

0

Referentie: #3
Deze rekenregel is niet van toepassing in Nederland.

Stuwen en sluizen

Obstakel in hoofdstroom

HSI

sluis of stuw zonder vistrap

0

sluis of stuw met vistrap

0.3

Referentie: #2,#3
Deze rekenregel behoeft meer informatie en is niet gevalideerd.

Onzekerheid en validatie

Toepassingsgebied

Voorbeeld project

Referenties

voorbeeld
1 http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000
2 Janssen en Schaminee, 2004. Europese natuur in Nederland.
3 OVB. ed. J. Quak. De zalm, een beknot historisch en biologisch beeld. 1987.

  • No labels