Het doel van superdijken is het combineren van een stabiele, veilige waterkering met stedenbouw.

Een gewone dijk is tientallen meters breed, de superdijk heeft een breedte van honderden meters of zelfs meer. Kenmerkend is het flauwe binnenwaartse talud van ongeveer 1:30. Hiermee wil men voorkomen dat overstromend water de dijk afkalft, verzwakt en een doorbraak veroorzaakt. Dijken moeten minimaal 30 uur overloop kunnen doorstaan om zo evacuatie mogelijk te maken. Bovendien geeft een dergelijke brede dijk meer stabiliteit. Stedenbouwkundig gezien is het een voordeel dat er op de dijk gebouwd kan worden.

In Japan zijn tientallen kilometers superdijk aangelegd. De aanleg wordt vaak gecombineerd met herinrichting van een gebied. Dit gebeurt vooral in dichtbevolkte gebieden waar rivieren in zee uitmonden (bijvoorbeeld bij Osaka in de nabijheid van de rivier Tone) of waar aardbevingen voorkomen.


  • No labels