Rode Draden
Vragen & Antwoorden
Context:
Als Zuiderzeeland zijn we bezig met de versterking van de IJsselmeerdijk.
Over de gehele lengte voldoet deze dijk niet, waardoor in de LBO1 beoordeling niet is gekeken naar de K&L.
Hierdoor hebben we in het versterkingsproject de opdracht om expliciet aan te tonen dat de IJsselmeerdijk na realisatie aan de waterwet voldoet, hiervoor zullen we alle K&L moeten beoordelen.
In dit proces begeleid RHDHV ons.
Analyse:
RHDHV merkt op dat met de informatie die boven tafel is gekomen er bij geen enkele kruisende leiding een vervangende waterkering is aangebracht, zelfs bij een zeer grote gasleiding niet.
Bij navraag intern kwam het volgende naar boven: in de NEN 3651 in paragraaf 8.1.7.1.5 staat het volgende: “Indien een hogedrukgasleiding een uit zand bestaande primaire waterkering (met kleibekleding) kruist, kan een vervangende waterkering achterwege blijven.”
Echter kan RHDHV zich niet bedenken waarom een vervangende waterkering achterwege kan blijven, o.b.v. eigen kennis en andere regels uit de NEN 3650 en 3651.
Vraag:
Hoe krijgen we nu duidelijk wat juist is?