Algemeen
Algemene kenmerken |
|
---|---|
Naam soort(en)groep |
Fuut - Podiceps cristatus |
Regio |
Nederland |
Watersysteem |
meren, rivieren |
Natuurparameter |
vogels |
HR nr |
A005 |
Factsheet opgemaakt door |
K.E. van de Wolfshaar |
|
Foto: referentie |
Habitat beschrijving
Algemeen voorkomen
Na het broedseizoen concentreren Futen zich op de grotere zoete of zoute wateren om te ruien. Vooral het IJsselmeer en in mindere mate het Deltagebied en de Waddenzee zijn belangrijke ruigebieden. Tijdens de rui verliezen Futen hun vliegvermogen waardoor ze extra gevoelig zijn voor verstoring. Overdag en midden in de nacht rusten ze dichtbij de oevers, terwijl ze in de vroege morgen en de namiddag op meer open water foerageren. Na de ruiperiode worden vooral het IJsselmeergebied, de grote rivieren en het Deltagebied gebruikt, terwijl de presentie op de hoge zandgronden laag is. Bij strenge vorst ligt het zwaartepunt van de verspreiding in het Deltagebied, langs de rivieren en langs de Noordzeekust. Voor het broedseizoen verzamelen Futen zich in grote groepen in de grote wateren #2.
Voedselhabitat en strategie
Het voedsel van de Fuut bestaat hoofdzakelijk uit vis en aquatische insecten, welke worden op gedoken #2. De fuut kan tot 4 meter diep duiken #1.
Reproductie en migratie
De fuut broed in Nederland in de buurt van meren, plassen en rustige riviergedeelten #1.
Leeftijd en mortaliteit
Dosis-effect relaties
Zie ook Algemeen - Vis-etende vogels en Algemeen - Broed en rust habitat (Water)vogels voor algemene rekenregels voor vogels.
zoutgehalte (gCl/L) |
HSI |
---|---|
0 |
1 |
0.3 |
1 |
1.0 |
0 |
Referentie: #3
Onzekerheid en validatie
Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.
Toepassingsgebied
Meren, plassen en rivieren.
Voorbeeld project
Niet aanwezig
Referenties
1 http://www.soortenbank.nl/
2 http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/
3 Duel, H. en Specken, B.. Habitatmodel Fuut: een model voor het bepalen van de kwaliteit van water- en moerasgebieden als broedhabitat voor de Fuut (Podiceps cristatus). TNO-BSA Werkdocument P 94-029. 1994