Grauwe gans - Anser anser

Algemeen

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Grauwe gans - Anser anser

Regio

Nederland, Eurazië

Watersysteem

Akkers, beken en meren, graslanden, moeras, park en tuin, plassen, rivieren, weiden (kleinschalig), weilanden (uitgestrekt)

Natuurparameter

vogels

HR nr

A034

Factsheet opgemaakt door

M.P. Weeber

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen (broedhabitat)

De grauwe gans broedt van oudsher in Nederland in met name uiterwaarden, oeverzones van de randmeren en diverse buitendijkse gebieden in de Delta. Dit zijn met name moerasgebieden die worden gekenmerkt door rietlanden afgewisseld met open water en grazige vegetaties in de omgeving. De grauwe gans heeft voorkeur voor gebieden met weinig peilfluctuatie en overstromingen, omdat deze factoren een bedreiging kunnen zijn voor de nesten #1.

De nesten liggen min of meer kolonievormig op eilanden tenmidden van open water of een natte moerasomgeving en worden in het algemeen tot maximaal 10 meter van het water gebouwd en het bouwen van nesten in overjarig rietland heeft een duidelijke voorkeur. Bij het nest is het van belang dat er fysieke barrières zijn tegen grondpredatoren, zoals vossen en ratten. Hierom worden de nesten veelal gebouwd op eilanden met enige beschutting. Wanneer er geen predatoren in de buurt zijn, nestelen de grauwe ganzen ook wel in open gebied. De grootte van het broedhabitat wordt bijgesteld naar de kwantiteit en kwaliteit van de voedselgebieden in de omgeving #1.

De grauwe gans is in staat om rietlanden open te houden in ondiep water. Dit wordt echter voornamelijk gedaan door de niet-broedende ruipopulatie die vele malen groter is dan de broedpopulatie. Binnen een zone van 50 vanaf riet- en waterdekking hebben hooilanden een positief effect op het voorkomen van de grauwe gans #1.

Voedselhabitat en strategie

De grauwe gans foerageert op plantaardig materiaal dat verzameld wordt vanaf vaste bodem of uit ondiep water, zoals gras, graszaden, riet, russen, wortelstokken (riet en lisdodde) en waterplanten. Om aan predatoren te ontkomen, heeft de grauwe gans een voorkeur voor beschutting binnen 30 meter vanaf de voedselbron. Adulte individuen foerageren tot zo'n 30 km van het broedgebied #1.

Reproductie en migratie

De eieren worden gelegd in maart en april en de broedduur bedraagt 27 tot 28 dagen. De eerste jongen komen tussen eind maart en begin juni uit het ei. Na 50 tot 60 dagen zijn de jongen volgroeit en na 3 jaar volwassen #1.

Grauwe ganzen overwinteren in Zuid-West Spanje, hoewel het aantal vogels dat in Zuid-West Nederland overwintert toeneemt. In oktober begint de trek naar het Zuiden en vanaf februari keren de eerste grauwe ganzen terug naar Nederland #1.

Leeftijd en mortaliteit

Overstroming en predatie op het nest door vos, rat en kraai kunnen negetieve effecten hebben op de populatie. Doordat de grauwe gans akkers leegeten, kunnen ze voor overlast van boeren zorgen. Een betwiste maatregel om overlast in te perken, is het afschieten van grauwe ganzen #1.

Dosis-effect relaties

Stroomdiagram















Dosis-effect relaties

XYline chart for Oppervlak open water showing HSI by oppervlak open water binnen 5 km (ha)

oppervlak open water binnen 5 km (ha)

HSI

0

0

25

0

50

0.5

100

1

150

1

Referentie: #1

XYline chart for Taludvorm showing HSI by taludvorm (graden)

taludvorm (graden)

HSI

0

1

15

0.8

45

0

60

0

Referentie: #1

XYline chart for Afstand eiland - vaste land met grondpredatoren showing HSI by Afstand eiland - vaste land met grondpredatoren (m)

Afstand eiland - vaste land met grondpredatoren (m)

HSI

0

0.4

50

0.7

250

0.7

300

1

400

1

Referentie: #1

Bar chart for Afstand eiland - vaste land zonder grondpredatoren showing HSI by afstand eiland - vaste land zonder grondpredatoren (m)

afstand eiland - vaste land zonder grondpredatoren (m)

HSI

maakt niet uit

1

Referentie: #1

XYline chart for Peilfluctuatie showing HSI by dagelijkse peilfluctuatie (cm/dag)

dagelijkse peilfluctuatie (cm/dag)

HSI

0

1

8

1

10

0.5

22.5

0.5

25

0

30

0

Referentie: #1

Bar chart for Overstromingen showing HSI by moment van overstroming (periode)

moment van overstroming (periode)

HSI

geen

1

t/m april

0.6

na april

0.1

Referentie: #1

XYline chart for Oppervlakte moeraslandschap showing HSI by oppervlakte moeraslandschap binnen 5 km (ha)

oppervlakte moeraslandschap binnen 5 km (ha)

HSI

0

0

50

0

100

0.7

200

1

300

1

Referentie: #1

XYline chart for Breedte oevervegetatie showing HSI by breedte oevervegetatie (m)

breedte oevervegetatie (m)

HSI

0

0

5

0.7

30

1

40

1

Referentie: #1

Bar chart for Overjarig rietland showing HSI by aanwezigheid overjarig rietland (klassen)

aanwezigheid overjarig rietland (klassen)

HSI

aanwezig

1

afwezig

0.2

Referentie: #1

XYline chart for Afstand grasland tot beschutting / water showing HSI by afstand grasland tot beschutting / water (m)

afstand grasland tot beschutting / water (m)

HSI

0

1

25

1

100

0

150

0

Referentie: #1

XYline chart for Afstand graslanden tot broedgebied showing HSI by afstand graslanden tot broedgebied (km)

afstand graslanden tot broedgebied (km)

HSI

0

1

4

1

10

0

20

0

Referentie: #1

Bar chart for Areaal grasland showing HSI by areaal grasland (ha)

areaal grasland (ha)

HSI

0

0

8

0

10

0.5

100

0.5

120

1

Referentie: #1

Ornithologisch Basisregister #2

ecotoop-gebied

nest

voedsel

open water

++

++

rietvegetaties

+

 

ruigten

 

+

zandige, open ruigten en pioniersvegetaties

 

 

heide stuifzand, veen, open duin

 

 

grasland

 

+

akkers

 

 

struwelen

 

 

bos

 

 

bebouwd gebied

 

 

open gebied

 

 

Het nest wordt mogelijk gemaakt op de wateroppervlak, waterkant en de bodem.

Het voedsel wordt mogelijk gezocht op de bodem, onder water en op het wateroppervlak en in de waterkant.

De bepalende factoren van voorkomen zijn de aanwezigheid van open water en rietvegetaties.

Onzekerheid en validatie

(warning) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

Deze rekenregels zijn opgesteld aan de hand van een literatuuronderzoek #1.

Toepassingsgebied

Deze rekenregels zijn opgesteld om de habitatgeschiktheid van het broedgebied voor de grauwe gans te bepalen binnen Nederland. De locaties van ruipopulaties kunnen dus met dit model niet worden bepaald.

Voorbeeld project

Niet aanwezig

Referenties

1 Van der Winden, J., Dirksen, S., Poot, M.J.M., 1996 . HSI-modellen voor 15 oevergebonden broedvogelsoorten. Ministerie van verkeer en waterstaat, Dienst weg en watebrouwkunde, Bureau Waardenburg, februari 1996
2 Sierdsema, H. Broedvogels en beheer. Staatsbosbeheer.SOVON. 1995

  • No labels