Watersnip - Gallinago gallinago

Algemeen

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Watersnip - Gallinago gallinago

Regio

Nederland, Eurazië

Watersysteem

Graslanden, hoogveen, intergetijdenzone, moeras, oevers, rietland en ruigte, weilanden (uitgestrekt)

Natuurparameter

vogels

HR nr

A153

Factsheet opgemaakt door

M.P. Weeber

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen (leef- en broedhabitat)

De watersnip staat in Nederland vooral bekend als een weidevogel. In het algemeen heeft hij echter de voorkeur voor moerassen, natte terreinen met toegang tot ondiep zoet water. De watersnip komt alleen daar voor waar veel bodemleven onder het bodemoppervlak aanwezig is, waarbij de bodem niet te hard mag zijn omdat de watersnip zijn dunne, lange snavel gebruikt om in de grond te wroeten, op zoek naar eten. Dit zijn doorgaans toegankelijke organische bodems met afwisselende stukken vegetatie #1.

De watersnip heeft een voorkeur om in zeggevelden omsloten door hoge vegetatie te broeden, maar er wordt ook gebroed op vochtige hooilanden op veengrond. Deze graslanden vertonen een oneffen oppervlak met veel pollen en bulten en worden laat beweid of gemaaid. Hierdoor blijft broeden in mei mogelijk. Hoge vegetatie is voor de watersnip ook van belang om roofdieren te kunnen detecteren; hiervoor wordt vaak in het gebied een uitkijkpost van 1 meter of hoger gebruikt #1.

Voedselhabitat en strategie

De watersnip foerageert vooral op de tast naar allerlei invertebraten. In het algemeen zijn dit insecten (larf en adult) en keverachtigen, maar ook libellen, mollusken, spinnen en kikkers staan op het menu. Ook regenwormen kunnen een belangrijk deel van het dieet vormen. Als plantaardig voedsel worden zaden gegeten #1.

Reproductie en migratie

Broeden start in het eerste deel van april en duurt tot het eerste deel van juli. Er worden 2 tot 5 eieren gelegd. De broed duurt 18 tot 20 dagen. Vanaf eind mei worden de ouders met jongen gezien. Na het uitkomen wordt de familie opgedeeld over de twee ouders. Na 19 tot 20 dagen kunnen de jongen vliegen. De najaarstrek vindt plaats in augustus-november. Hierbij trekt de soort naar Noord-Afrika. In maart-april vindt de voorjaarstrek plaats naar Nederland. In augustus en oktober zijn er ruiende watersnippen uit de noordelijke en oostelijke streken waar te nemen #1.

Dosis-effect relaties

Stoomdiagram

















Dosis-effect relaties

Bar chart for Slikoevers showing HSI by slikoevers (klasses)

slikoevers (klasses)

HSI

aanwezig

1

afwezig

0.5

Referentie: #1

Bar chart for Taludvorm showing HSI by taludvorm (graden)

taludvorm (graden)

HSI

0 - 5

1

> 5

0

Referentie: #1

Bar chart for Watervasthoudend vermogen bodem showing HSI by watervasthoudend vermogen bodem (klassen)

watervasthoudend vermogen bodem (klassen)

HSI

groot

1

middel-matig

0.5

laag

0

Referentie: #1

Bar chart for Grondsoort showing HSI by grondsoort(klassen)

grondsoort(klassen)

HSI

veen

1

klei

0.7

zand

0.5

Referentie: #1

XYline chart for Areaal ondiep water minder dan 15 cm diep showing HSI by areaal ondiep water minder dan 15 cm diep (ha)

areaal ondiep water minder dan 15 cm diep (ha)

HSI

0

0

1

0.5

9

1

20

1

Referentie: #1

XYline chart for Grondwaterstand showing HSI by grondwaterstand (cm)

grondwaterstand (cm)

HSI

  • 40

0

  • 30

0.5

  • 10

1

20

1

30

0

Referentie: #1

Bar chart for Overstromingen showing HSI by overstromingen (periode)

overstromingen (periode)

HSI

apr - jul

0

aug - mrt

1

geen

1

Referentie: #1

Bar chart for Chloridegehalte showing HSI by chloridegehalte (mg/L)

chloridegehalte (mg/L)

HSI

0 - 300

1

> 300

0

Referentie: #1

XYline chart for Oppervlak grasland/ zeggevegetaties showing HSI by oppervlak grasland/ zeggevegetaties (ha)

oppervlak grasland/ zeggevegetaties (ha)

HSI

0

0

10

0.4

100

1

150

1

Referentie: #1

Bar chart for Vegetatietypen showing HSI by vegetatietypen (klassen)

vegetatietypen (klassen)

HSI

gras

1

zeggen

1

russen

1

riet

0.2

riet-ruigten

0

Referentie: #1

XYline chart for Hoogte vegetatie showing HSI by hoogte vegetatie (cm)

hoogte vegetatie (cm)

HSI

0

0

10

1

50

1

100

0

Referentie: #1

Bar chart for Voedseldichtheid binnen 1000 meter showing HSI by voedseldichtheid binnen 1000 meter (gr/m2)

voedseldichtheid binnen 1000 meter (gr/m2)

HSI

0

0

5

1

30

1

Referentie: #1

XYline chart for Aantal koeien per hectare showing HSI by aantal koeien per hectare (aantal koeien/ha)

aantal koeien per hectare (aantal koeien/ha)

HSI

0

1

3

0

5

0

Referentie: #1

Bar chart for Maaitijdstip showing HSI by maaitijdstip (periode)

maaitijdstip (periode)

HSI

tot 15/6

0

15/6 tot 1/7

0.7

na 1/7

1

Referentie: #1

Ornithologisch Basisregister #2

ecotoop-gebied

nest

voedsel

open water

+

++

rietvegetaties

+

+

ruigten

++

+

zandige, open ruigten en pioniersvegetaties

 

 

heide stuifzand, veen, open duin

+

+

grasland

+

+

akkers

 

 

struwelen

 

 

bos

 

 

bebouwd gebied

 

 

open gebied

 

 

Het nest wordt gemaakt op de bodem.

Het voedsel wordt gezocht op het wateroppervlak, aan de waterkant, op de bodem en onder water.

De bepalende factor van voorkomen is de aanwezigheid van natte open pioniervegetaties.

Onzekerheid en validatie

(warning) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

Deze rekenregels zijn opgesteld aan de hand van een literatuuronderzoek #1.

Toepassingsgebied

Alleen toepasbaar op broedgebied nabij Rijkswateren #1.

Voorbeeld project

Niet aanwezig

Referenties

1 Van der Winden, J., Dirksen, S., Poot, M.J.M., 1996 . HSI-modellen voor 15 oevergebonden broedvogelsoorten. Ministerie van verkeer en waterstaat, Dienst weg en watebrouwkunde, Bureau Waardenburg, februari 1996
2 Sierdsema, H. Broedvogels en beheer. Staatsbosbeheer.SOVON. 1995

  • No labels