You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 6 Next »

home

Doorgroeid fonteinkruid - Potamogeton perfoliatus

Algemeen

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Doorgroeid fonteinkruid

Regio

Europa, Azië, Centraal-Afrika, Noord-Amerika en Australië

Watersysteem

zoet en zwak brak, voedselrijk water

Factsheet opgemaakt door

M. van Oorschot


Doorgroeid fonteinkruid. Bron: #1

Habitatbeschrijving

Doorgroeid fonteinkruid komt voor op zonnige plaatsen in niet te ondiep, voedselrijk, zoet of zwak brak, stilstaand of stromend, neutraal tot kalkrijk water met een bodem van zand, leem, zavel of klei. Het kan gevonden worden in plassen, vijvers, kanalen, meren, rivieren, beken, brede sloten, toevoerkanalen van gemalen en in het zoetwatergetijdengebied.
Doorgroeid fonteinkruid is plaatselijk algemeen in en langs het IJsselmeer en het Veluwemeer. Plaatselijk vrij algemeen in laagveengebieden, in het rivierengebied, in het noordoosten van het land en op Wieringen. Elders zeldzaam en zeer zeldzaam in Zuid-Limburg (alleen in het Maasdal). Het komt niet voor in het grootste deel van Zeeland en op de Waddeneilanden (#2).

Dosis-effect relaties

De dosis-effect relaties zijn afkomstig van het logistisch regressie model Macromij (#1). Dit regressie model is gebaseerd op meetgegevens uit de Veluwerandmeren. Omdat in het Markermeer diepere delen voorkomen dan in de Veluwerandmeren is een begrenzing gesteld aan de uitkomsten van het model (0.2 tot 3.5 m).

In Macromij wordt de kans op het voorkomen van P. pefoliatus als volgt berekend:

P_ P. pefoliatus = exp(-1.8+0.0037*wa+-0.0009*fe+0.051* se+0.0018*wa*tur+ 0.0000053*wa*fe+-0.003*wa*se+0.0007*tu*fe+-0.000005*wa*tur*fe+-0.000000054*wa*fe_se0.000023* tur*fe*se+0.000000012*wa*tur*fe*se)

HGI P. pefoliatus = (P_ P. pefoliatus / (1+P_ P. pefoliatus)) als de waterdiepte tussen 0.2 en 3.5 meter is.

Wa = waterdiepte (cm)
Tur = troebelheid (1/m)
Fe = strijklengte (m)
Se = sediment, percentage organisch stof, a.d.v. bodemkaart

Als maat voor de troebelheid wordt de licht extinctie genomen, welke wordt berekend met de volgende formule volgens Scheffer (1998) (#2):
troebelheid = 0.81 + 0.016 chlorophyll-a + 0.46/Zs0.5
Zs = Secchi depth (m)
chlorophyll-a (μg/L)

Toepasbaarheid

Deze dosis-effect relaties zijn toepasbaar op zoete wateren in Nederland, met name ondiepe meren.

Validatie

De rekenregels zijn gecalibreerd op het Veluwemeer en gevalideerd op Wolderwijd, Drontermeer, Eemmeer en IJmeer. De goodness of fit van aarvederkruid is per meer uitgedrukt in een AUC waarde en percentage van aanwezigheid in de opnamen, a betekent afwezig (#3).

Meer

AUC-waarde

Percentage aanwezigheid

Veluwemeer

0.70

26

Wolderwijd

0.67

30

Drontermeer

0.53

23

Eemmeer

0.76

0

IJmeer

0.60

13

Voorbeeldproject

Deze rekenregels zijn tot op heden nog niet toegepast in een project.

Referenties

1 http://nl.wikipedia.org/wiki/Doorgroeid_fonteinkruid
2 http://wilde-planten.nl/doorgroeid%20fonteinkruid.htm
3 Van den Berg M.S., M. Scheffer, E. van Nes & H. Coops (1999) Dynamics and stability of Chara sp. and Potamogeton pectinatus in a shallow lake changing in eutrophication level. Hydrobiologia 408/409: 335-342. Download artikel
4 Scheffer, M., 1998, Ecology of Shallow Lakes. Chapman and Hall, London, 357 pp.

  • No labels