Bij een extreme zeespiegelstijging van 1 tot 5 m per eeuw en maximale stormvloedpeilen van +12 m NAP moet, naast het stapsgewijs verhogen van de zeekeringen en stormvloedkeringen, ook serieus worden overwogen om het Holocene fundament van Nederland te laten meegroeien met de zeespiegelstijging en laag Nederland te compartimenteren. Zo kan het verlies van functies op de lange termijn worden voorkomen.

Compartimentering vormt een eerste stap. Deze stap heeft tot doel om de gevolgen van een lokale dijkdoorbraak in de dichtbevolkte Randstad te beperken. Het compartimenteren omvat de aanleg van een groot aantal ringdijken en woonterpen in het laaggelegen deel van Nederland met een kruinhoogte van +7 m NAP (huidig stormvloedpeil). Waar mogelijk wordt dit gecombineerd met bestaande infrastructuur, zoals wegen en spoorwegen. De ringdijken en terpen zijn multifunctionele veiligheidszones. Deze kunnen in stappen in de tijd worden verhoogd, afhankelijk van de optredende zeespiegelstijging.

De tweede stap bestaat uit het ophogen van de compartimenten met zand uit zee. Hier is ongeveer 100 miljoen kuub zand per jaar voor nodig. Ook de Waddeneilanden kunnen in een dergelijk scenario meegroeien (ca 1 miljoen kuub per jaar per eiland). De natuur kan daar een deel van het 'ophoog'-werk zelf doen als de duinen worden losgelaten. In een 'no-regret' scenario zou de aanleg van nieuwe woonwijken en andere infrastructuur in laag Nederland nu al gefaseerd kunnen worden ingevoerd op een hoogte van bijv +7 m NAP. De mogelijkheden en onmogelijkheden van een dergelijke gecompliceerde oplossing dienen nader te worden verkend met aandacht voor aspecten zoals ruimtelijke ordening en fasering, de ecologische gevolgen, de economisch, bestuurlijk en politiek haalbaarheid.

 
Meta Info
Links

 

  • No labels