Een nieuw verhaal voor Nederland

Nederland staat voor grote opgaven: de energietransitie, verduurzaming van de landbouw, herstel van de biodiversiteit, verstedelijking en klimaatadaptatie. Deze opgaven vragen om een nieuw verhaal voor Nederland. Wageningen University & Research heeft dit verhaal geschreven gebaseerd op expertkennis: een toekomstvisie voor Nederland in 2120, waarin natuur en natuurlijke processen een hoofdrol spelen. Het schetst een toekomst waarin economische ontwikkeling en een natuur-inclusieve samenleving hand in hand gaan. De Visie ontvouwt zich rondom de thema’s waterbeheer, energie, landbouw, circulaire economie, verstedelijking en biodiversiteit.

 

Vijf leidende principes

De keuzes die gemaakt worden voor het toekomstbeeld voor 2120 zijn gebaseerd op vijf principes die elkaar versterken:

1.       Het natuurlijke systeem is uitgangspunt voor de oplossingen die aangedragen worden voor een klimaatbestendig en biologisch divers Nederland.

2.       Het watermanagement moet gericht zijn op het maximaal vasthouden, benutten en bergen van water.

3.       Bij alle keuzes op het gebied van energie, landbouw, circulaire economie, leefbaarheid, verstedelijking en watermanagement, houden we rekening met de natuur (Natuur-inclusieve samenleving).

4.       Nederland moet toewerken naar een circulaire economie gericht op duurzaamheid, met een focus op de dienstensector en een sterk ontwikkelde kringlooplandbouw.

5.       Om een veilige, leefbare, welvarende en duurzame toekomst te garanderen, moet Nederland slim met de natuur meebewegen en natuurlijke processen optimaal benutten in de ruimtelijke inrichting.

 

Nederland in 2120

Indien de principes worden toegepast en uitgewerkt ziet de toekomst van Nederland in 2120 als volgt uit:

-          Blauwgroen landschap: De stedelijke omgeving en het agrarisch landschap worden dooraderd met blauwgroene landschapselementen, zoals groenbuffers langs rivierstromen en stedelijke bossen. Dit maakt het landschap niet alleen visueel aantrekkelijk, het vergroot het areaal natuur, bos en open water, het vergroot de biodiversiteit en laat ons profiteren van ecosysteemdiensten.

-          Circulaire landbouw: De Nederlandse landbouw is in 2120 volledig circulair. Door inzet van innovatieve technologieën zijn gewassen beter en duurzaam beschermd tegen ziekten en plagen, beter bestand tegen klimaatverandering, bevatten ze meer voedingsstoffen en leveren ze meer productie. Rond de steden komen er meer bomen die voedsel leveren (agroforestry) en voedselbossen, die naast voedselproductie, van belang zijn voor het vastleggen van koolstof en het leefklimaat in de stad.

Landbouw, tuinbouw en veehouderij spelen slim in op verzilting, vernatting en weersextremen. De producenten hebben zich bovendien aangepast aan het veranderende voedingspatroon van de Nederlander, dat flexitarisch dan wel vegetarisch is. Insecten en zeewier staan al een tijd op het menu. Het totaal aan landbouwgrond is in 2120 gehalveerd ten opzichte van nu en de veehouderij is dan tot een derde van de productie geslonken. Een deel van de voedselproductie is verplaatst naar zee.

-          Biobased economie: Nederland heeft zich ontwikkeld tot een klimaatneutraal, zelfs klimaatpositief land. De Nederlandse economie van 2120 is gericht op duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en ecosysteemdiensten. Biobased producten en energie worden gemaakt uit biomassa. De uitstoot van broeikasgassen wordt massaal teruggedrongen en CO2 wordt maximaal vastgelegd in bossen, bodems, grasland en natte natuur. Het areaal bossen is verdubbeld in 2120 ten opzichte van nu. Bodems zijn vruchtbaar, nemen veel water op en houden het vast om later te benutten. Afval bestaat niet meer als zodanig, maar is dé nieuwe grondstof: vrijwel alles dat we gebruiken, wordt opnieuw gebruikt. Energie is goedkoop en duurzaam en wordt volledig opgewekt door zon, wind, aardwarmte en biomassa.

-          De stad: In 2120 is het stedelijk oppervlakte van Nederland toegenomen. Steden produceren meer energie en water dan ze verbruiken. Ze fungeren als spons en zijn maximaal groen en blauw voor optimale leefbaarheid en verkoeling. Ook de gebouwen zijn natuur-inclusief en houtbouw is gemeengoed. Gezuiverd afvalwater uit steden wordt gebruikt voor drinkwater, proceswater voor industrie en irrigatie voor de landbouw. Regenwater wordt optimaal benut. De laatste decennia voor 2120 is de watervraag in heel Nederland afgenomen door waterbesparende teeltvormen en waterbesparende maatregelen. Het rivierengebied biedt – naast ruimte voor water en natuur – ook plaats aan drijvende woningen. Op de klimaatdijken langs de rivieren, die veel breder zijn dan de dijken die we nu kennen, kunnen woningen worden gebouwd en kan energie worden opgewekt.

-          Beleid: Beleidskeuzes worden getoetst op hun effecten op de natuur en biodiversiteit. Natuur als leidend principe is verankerd in mens en wet. Integraal afwegen en natuur-inclusief werken is de norm. Spanningen zijn er desondanks nog wel, met name op het gebied van afbakening van gebieden, keuzes voor het gebruik van de ruimte, de mate van natuurbescherming en het beprijzen van ecosysteemdiensten. Om belangenconflicten en uiteenlopende zienswijzen op nationaal niveau in goede banen te leiden, is een instituut voor bemiddeling en arbitrage opgericht. Internationale afspraken wegen zwaar mee. Van vrijblijvendheid is geen sprake meer.

 

Een volledige uitwerking van “Een Natuurlijke Toekomst voor Nederland in 2120”, met onder andere een gebiedsspecifieke aanpak, vindt u hier.



  • No labels