Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelgrootte wateroppervlak (m2)
typexyline
titleGrootte wateroppervlak
dataOrientationvertical
yLabelHGI

grootte wateroppervlak (m2)

HGI

0

0

40

0.1

100

1

200

1

Referentie: #2
NB. De minimale wateroppervlak waarbij de watervleermuis is waargenomen is 40 m2. Grotere wateren (100 m2) vormen meer gebruikelijk habitat. Hier gaat echter ook windwerking een rol spelen. Het oppervlak kan ook opgemaakt worden uit een serie nabij gelegen wateren binnen een straal van enkele tientallen/honderden meters #2.

Column
width50%

Overige
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelafstand lijnelement tot water (km)
typexyline
titleAfstand lijnvormig element
dataOrientationvertical
yLabelHGI

afstand lijnelement tot water (km)

HGI

0

1

1

0

2

0

Referentie: #2
NB. De soort vliegt bij voorkeur langs lijnvormige landschapselementen als bomenruijenbomenrijen, houtwallen, heggen en hoge dijken (lijnvormige wateren vallen hier niet onder) waarmee ze hun jachtgebied bereiken. Indien deze elementen niet tot aan het jachtgebied lopen dienen deze wel in de nabijheid van het jachtgebied aanwezig te zijn #2.

...

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelbreedte water (m)
typebar
titleBreedte water
dataOrientationvertical
yLabelHGI

breedte water (m)

HGI

0 - 5

0

5 - 10

1

> 10

1

Referentie: #2

50%
Column
width50%
width
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelpeilfluctuatieoeverbeschutting (cm%)
typexyline
titlePeilfluctuatieBeschutting
dataOrientationvertical
yLabelHGI

peilfluctuatie oeverbeschutting (cm%)

 

HGI

0

1 0

10 25

1

25 100

0 1

Referentie: #1

Column

#2
NB. Hierbij wordt uitgegaan van oeverstukken die bij elkaar minimaal 4 kilometer lengte hebben. Als beschutting worden bomen , dijken, erfbeplanting meegenomen die binenn een straal van 10 meter van de daadwerkelijke oever aanwezig zijn. Het percentage staat voor het deel van de oeverstukken dat beschut is #2.

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeloverstromingsduur voedselrijkdom (dagen/jaarklassen)
typebar
titleOverstromingsduurTrofiegraad
dataOrientationvertical
yLabelHGI

overstromingsduur voedselrijkdom (dagen/jaarklassen)

 

HGI

0-10

1

10-20 oligotroof

0.81

20-40

0.4

mesotroof

1

eutroof 40-60

0.27

Referentie: #1

Section

Nog op te nemen bij aanwezigheid geschikte informatie: afstand tot verstoring (recreatie en verkeer).

Onzekerheid en validatie

...

#2
NB. Watervleermuizen zijn met name te vinden boven mesotrofe wateren, hier is het insecten aanbod namelijk het hoogst. Watervleermuizen zijn opportunistische jagers waardoor het insectenaanbod daarom wel eens de meest bepalende factor van voorkomen kan zijn #2.

Onzekerheid en validatie

(warning) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

Voorbeeld project

Als test zijn de rekenregels voor de otter aan het HABITAT model voor het Markermeer toegevoegd. Er is het gerekend met een scenario uit TBES, waarin ondieptes zijn gecreëerd in de vorm van een 'oermoeras' en ondieptes bij de lepelaarsplassen. Ook is er in dit scenario een seizoensgebonden peil ingesteld.

De Habitat Geschikheids Index voor voedsel, op basis van waterdiepte en de aanwezigheid van waterplanten levert het volgende plaatje:
Image Removed

Te zien is dat het model een goede geschiktheid voor voedsel aangeeft in de oeverzones, waarbij de door de gecreëerde ondieptes in dit scenario het geschikte gebied wordt vergroot.
De HGI voor het leefgebied:

Image Removed

Output voor HGI Leefgebied

Te zien is dat het oermoeras volgens het model geschikt is als leefgebied voor de otter. Wel moet hierbij aangetekend worden dat als 'geschikt' nu de ecotopen 'riet', 'kale grond' en 'grasland' meegenomen zijn. Het is niet goed te voorspellen of deze ecotopen voldoende dekking bieden voor de otter. Dit zal erg afhangen van het management van deze gebieden, voor de otter is het van belang dat er meerjarig riet aanwezig is, daarvoor moet er niet te vaak gemaaid worden. Ook is het van belang in welke mate deze gebieden verstoord zullen worden, dit zal een negatief effect hebben op de habitat geschiktheid voor de otter. Verder is van belang dat het voedselzoek gebied rond het leefgebied groot genoeg is.

Image Removed

Image Removed|

Geschiktheid voedselzoekgebied Vrouwtjes

Mannetjes

Links is te zien dat het model aangeeft het het gebied, in een zone van 20 meter rond het land dat in de zomer gemiddeld droog staat, groot genoeg is om voedsel te zoeken voor vrouwtjes, echter niet voor mannetjes.
Daarbij moet worden aangetekend dat de zone valt in een gebied dat een geschiktheid heeft van 0.5 voor Voedsel, dit wordt veroorzaakt doordat het hier te ondiep is voor waterplanten en hierdoor ook voor de otter minder geschikt is, volgens het model.
Hier zijn eventueel nog aanpassingen nodig.

Tot slot de output van de HGI voor nest. Deze is berekend op basis van peilfluctuatie.

Image Removed

Output HGI Nestplaatsen

Volgens deze rekenregel zijn grote delen van het oermoeras, uitgaande van peilfluctuatie, geschikt als nestplaats.

De rekenregels zijn opgesteld aan de hand van lieratuuronderzoek #2

Toepasbaarheid

De rekenregels zijn opgesteld om het potentieele jachtgebied van de watervleermuis te bepalen (geldig in de periode maart-september) en zijn toepasbaar op kleinere wateren die stagnant tot langzaamstromend zijn en waarvan het wateroppervlak niet in beroering is. Grote rivieren en grote meren behoren niet tot het optimale biotoop. Daarnaast is het model niet geldig in open (polder)landschappen (kleigebieden) #2.

Voorbeeld project

GeenOp basis van deze HGI's is het mogelijk dat een ottervrouwtje zich zou kunnen vestigen in het oermoeras, het is echter zeer de vraag of dit genoeg is voor een stabiele otterpopulatie, daarvoor zouden er in ieder geval goede verbindingen met andere ottergebieden moeten zijn.

Referenties

1

Anchor
1
1
www.vleermuis.net (Watervleermuis) 10 december 2012

...